De Lebbestoak (Lebstok) tussen Peest en Zeijen
Op de grens tussen de dorpen Peest en Zeijen in Drenthe staat een beroemde houten stok. Deze grenspaal noemt men de ‘Lebstok’ of de ‘Lebbestaok’. Die stok is in de loop der jaren een inspiratiebron geweest voor veel schrijvers en verhalenvertellers. Volgens Drentse sagen (volksverhalen) zou er op die plek ooit een vrouw zijn vermoord genaamd Lebbe.
Bron: de oorsprong van het verhaal?
De oudste bekende bron waarin deze stok voorkomt is een kaart uit 1639; daarop werd hij nog niet de 'Lebstok' genoemd, maar simpelweg 'Paal'. Er stond bij vermeld dat op die plek een vrouw was vermoord. Ook op een kaart uit 1774 staat deze paal en daar wordt hij de 'Libstake' genoemd. In de loop der tijd zijn er uiteenlopende schrijfwijzen gebruikt voor de naam van die paal, waaronder: Lebbestaok, Lebstaak, Lebstok, Lebbepaol, Lebstaok, Lebbestok en Libstake. Soms wordt hij de Dodenpaal genoemd.
Historische grond?
Wat is er precies gebeurd op de plek waar die paal is geplaatst? In de bronnen uit de 17e en 18e eeuw staan geen verdere details, behalve dus de vermelding dat er ooit een vrouw is vermoord. Het oudste gedetailleerde verhaal over de Lebstok stamt uit 1878 en is geschreven door Jan van der Veen Azn. (Albertszoon). Dat is dus circa tweeëneenhalve eeuw later dan de oudste vermelding van die paal. Het is dus uiterst twijfelachtig, in hoeverre dit verhaal qua details overeenstemt met een historische werkelijkheid. In theorie zou het mogelijk zijn dat Van der Veen de details voor zijn verhaal haalde uit volksverhalen die eeuwenlang zouden zijn doorverteld, maar in de praktijk is het net zo goed mogelijk dat de details puur ontsproten waren uit zijn fantasie.
Het verhaal van Jan van der Veen heeft in ieder geval de creativiteit en fantasie van heel veel schrijvers geprikkeld. Nadat zijn versie was verschenen, hebben nog veel andere auteurs over de Lebstok geschreven. De details en soms ook de hoofdlijnen in de verschillende versies van deze sage lopen vaak zeer sterk uiteen.
Het verhaal
In de versie van Van der Veen heet de vermoorde vrouw Lebbe. De meeste latere auteurs hebben die naam overgenomen. Volgens veel versies is Lebbe een oude weduwe, al zijn er ook versies waarin verteld wordt dat zij juist een jonge meid was. Lebbe zou in de winterkou dood in een veld zijn gevonden, zonder geld bij zich. Men dacht daarom in eerste instantie dat zij van armoede (honger) is gestorven. Het heideveld waarop de dode vrouw gevonden werd, lag in het grensgebied tussen de marke (het grondgebied) van Peest en de marke van Zeijen.
Grensconflict
In de periode dat dit verhaal zich afspeelt, waren er nog vaak grensconflicten tussen de Drentse dorpen; het was dikwijls onduidelijk welk stuk land precies bij welke 'marke' hoorde. Toen het lijk van Lebbe gevonden werd, ontkende men van de kant van de marke van Peest (kerspel: Norg) dat zij op hun grondgebied lag. De opportunistische reden hiervoor zou zijn, dat men geen zin had om te betalen voor de begrafenis van deze vrouw.
De boeren uit Zeijen (kerspel: Vries) hoorden met verbazing aan dat de inwoners van Peest, nu het hen uitkwam, beweerden dat dit stuk verveende heide bij Zeijen hoorde, terwijl men in het verleden het tegendeel had beweerd. Toch ging men akkoord en werd de begrafenis van Lebbe betaald door de parochie van Vries, waartoe dus ook Zeijen behoorde.
Landbouwgrond
Daar lieten de inwoners van Zeijen het echter niet bij. Om voor altijd te bepalen dat dit stuk grond dus echt bij hun 'marke' hoorde, plaatsten ze een houten grenspaal bij de plek waar de oude vrouw dood gevonden was. Dit zou de 'Lebbestoak' zijn geworden. Zo kreeg Zeijen er een groot stuk grond bij. Oorspronkelijk leek het geen erg bruikbaar stuk grond te zijn, maar later heeft men het toch om kunnen zetten in prima landbouwgrond en zo heeft het hen in de loop der tijd heel wat geld opgeleverd. En dat allemaal dankzij de opportunistische zuinigheid van hun buren, die weigerden om de begrafenis van een oude vrouw te betalen.
Moord?
Zoals eerder gemeld, dacht men in eerste instantie dat de oude vrouw van armoede (honger) gestorven was. Vervolgens bleek echter dat zij juist op de dag dat zij overleden was, aan een boer een koe had verkocht. Waarschijnlijk had ze het geld van die verkoop nog bij zich, toen ze over het heideveld tussen Peest en Zeijen liep. Daardoor ontstond het vermoeden dat zij vanwege dat geld vermoord was. Wie zou dat hebben gedaan?
Toen korte tijd later twee boerenknechten druk bezig waren met houtzagen, zag de ene knecht een rode vlek in de broek van de andere. De ene knecht wees ernaar en zei: 'Het lijkt wel bloed; jij hebt toch geen schuld aan de dood van die vrouw, daar in het veld?' De andere knecht werd lijkbleek. Hij rende weg, maar werd achterhaald. Al snel zou hij de roofmoord bekennen. Hij vertelde ook dat hij de naam van de vrouw kende: Lebbe.
Locatie van de lebbestoak
De oorspronkelijke paal, die daar in de 17e eeuw zou hebben gestaan, is al lang verdwenen. Later, toen het verhaal over Lebbe een populaire sage werd, heeft men diverse malen opnieuw zo'n paal op deze plek geplaatst. Zo plaatste de VVV van Norg er in 1938 zo'n staak. In de Tweede Wereldoorlog moest die echter verdwijnen, omdat er op die plek een vliegveld werd aangelegd. In 1949 werd er wederom een nieuwe 'Lebbestoak' geplaatst; ditmaal door het Drents genootschap. Ook deze staak had niet het eeuwige leven. In 2010 is er wederom een nieuwe geplaatst. De locatie van deze staak is de plek waar de Schaapdijk en de Veldweg bij elkaar komen.
Verhalen over grensconflicten in Drenthe
Onenigheid over de exacte grenzen van gebieden kwam in vroeger tijden in Drenthe vaak voor. Dat heeft tot heel conflictueuze situaties geleid, maar ook tot mooie volksverhalen. Een bekend voorbeeld van zo'n sage is het verhaal over '
Dove Peter en Dove Waander'. Ook bestaan er diverse verhalen over de strijd rondom de
Semslinie (de grens tussen Groningen en Drenthe).