Syrië na de profeet Mohammed
Met de komst van de Islam veranderde er veel in het Midden-Oosten en ook in Syrië. De eerste Islamitische dynastie, die van de Omayyaden, had haar hoofdstad in Damascus. Hoewel latere dynastieën hun hoofdstad elders hadden speelde Syrië vaak een belangrijke rol.Arabische veroveringen
In 634 trok Khalid Ibn al-Walid vanuit het zuiden van Mesopotamië westwaarts en veroverde Bosra, Damascus, Homs en Hama. Daarna versloeg hij met een leger van 25.000 man het Byzantijnse leger van keizer Heraclius aan de rivier de Yarmuk. De lokale bevolking bood nauwelijks weerstand en op sommige plaatsen warden Khalids troepen zelfs juichend ingehaald. Men was blij verlost te zijn van de Byzantijnse belastingen, die steeds zwaarder op de bevolking drukten. In tegenstelling tot de christelijke orthodoxie werd de Islam niet van hogerhand opgelegd en de meeste Syriërs bleven in de eerste periode na de islamitische veroveringen christelijk. Ook duurde het nog geruime tijd voordat het Arabisch het Aramees als spreektaal had verdrongen.De Omayyaden
Het Omayyadische kalifaat was het resultaat van de burgeroorlog tussen Ali, die als vroom man en schoonzoon van Mohammed (vzmh) tot kalief was benoemd, en Mu'awiya, de gouverneur van Damascus. In 657 troffen hun legers elkaar bij Siffin aan de Eufraat. De strijd bleef onbeslist, maar Ali werd vier jaar later vermoord, zodat Mu'awiya toch nog kalief kon worden. De 'partij van Ali' (shi'at Ali) zijn de shi'ieten, die na Ali's marteldood een apart islamitisch geloof ontwikkelden, waarin het martelaarschap van Ali en zijn zonen Hassan en Hussein een grote rol spelen.Damascus was de hoofdstad van het Omayyadische kalifaat (661-750), dat zich op zijn hoogtepunt uitstrekte van India tot de Noordafrikaanse kust. Het Sassanidische rijk behoorde tot het verleden. De Byzantijnen bleven voorlopig wel de baas in in Klein-Azië. Pas in 1453 zou Constantinopel vallen voor de Ottomaanse troepen.
De Omayyaden hadden een bruisend hofleven. Zowel in Damascus als in de door hun aangelegde woestijnkastelen warden regelmatig drinkgelagen gehouden, opgeluisterd met poëzie en dans. Hun bouwprojecten zijn beroemd: de grote moskee in Damascus en de Rotskoepelmoskee in Jeruzalem zijn het beroemdst.
Onder het Abbasidische kalifaat
In 750 greep de rivaliserende dynastie der Abbasiden de macht en werd Baghdad de hoofdstad van het kalifaat. Een eenheid was het Abbasidische kalifaat niet. Pas in 1258 kwam er met de verwoesting van Baghdad door de Mongolen een einde aan het kalifaat. Maar al ver voor die tijd kregen binnen-en buitenlandse dynastieën de kans om autonome sultanaten op te zetten of zelfs een eigen kalifaat te beginnen, zoals de Shi'itische Fatimiden in Egypte. In Aleppo waren van 944-1003 de shi'itische Hamdaniden aan de macht. Zij ondernamen verschillende veldtochten naar het noorden, tot diep in Byzantijns gebied, maar werden uiteindelijk teruggeslagen.De elfde eeuw laat de opkomst zien van een belangrijke nieuwe dynastie in het Midden-Oosten: de Seljuken, een nomadenvolk dat afkomstig was van de steppen van Turkestan, ten oosten van de Kaspische Zee. In 1055 stonden zij aan de poorten van Baghdad en de kalief was zo bang dat hij hun leider onderscheidde met de titel sultan en hem het recht gaf te regeren uit naam van de kalief. Na de zege van de kalief verspreidden de Seljuken zich over heel het Midden-Oosten en stichtten verschillende sultanaten. Vanaf 1070 waren zij ook in Syrië oppermachtig, aanvankelijk onder Alp Arslan, later onder diens zoon Tutush. De voorlopige samenhang van het uitgestrekte gebied was te danken aan het politieke genie van hun Perzische vizier Nizam al-Mulk, hij was tevens de bedenker van de 'madrassa', een theologisch seminarium waar studenten werden onderwezen in de doctrines van de soennitische Islam. In Syrië stichtten Nur ad-Din en Saladin later scholen van ditzelfde type.
De kruistochten
De directe aanleiding van de kruistochten was de preek die paus Urbanus 2 in november 1095 hield. Hij riep de gelovigen op om het Heilige Graf in Jeruzalem te redden uit handen van de ongelovigen. Aan allen die op kruistocht zouden gaan werd genade voor de zonden in het vooruitzicht gesteld.Van buitenaf hadden de veroveringen van de Seljuken er dreigend uitgezien, maar tegen de tijd dat de kruisvaarders arriveerden (1098), was het gebied hopeloos verdeeld. Het was mede te wijten aan deze verdeeldheid dat de kruisvaarders in 1098 Antiochië en Edessa konden veroveren en na een bloedige opmars door Syrië in 1099 ook Jeruzalem innamen. In het begin van de twaalfde eeuw begonnen de kruisvaarders met de bouw van verschillende forten. Crac des Chevaliers is daarvan het meest indrukwekkende voorbeeld. Aanvankelijk waren de burchten leengoederen van het prinsendom Antiochië of het graafschap Tripoli. Deze kruisvaardersburchten waren kleine eilandjes, die voortdurend leden onder het gebrek aan manschappen. Rond 1150 werd een aantal burchten overgedragen aan de Tempeliers of Hospitaalridders. Deze nieuwe ordes, die het kloosterleven koppelden aan oorlogvoering, bleken beter in staat de burchten te beheren. Door de populariteit van de kruistochten in Europa waren deze orden steenrijk geworden van alle aalmoezen en in de burchten kon men rekenen op regelmatige aflossing door gemotiveerde broeders.
Saladin
De bundeling van de moslimse krachten tegen de kruisvaarders begon in Aleppo. De atabeg (regent) van deze stad, Imad ad-Din Zengi had een autonoom leiderschap ontwikkeld. In 1144 veroverde hij Edessa op de kruisvaarders. Zijn zoon Nur ad-Din zette zijn veroveringen voort. In 1154 stond Nur voor de poorten van Damascus en hij werd als redder binnengehaald. In 1169 ondernam een van de legeraanvoerder van Nur al-Din een militaire campagne richting Egypte en slaagde erin vizier te worden van de Fatimidische kalief. Deze legeraanvoerder/vizier werd opgevolgd door zijn neef Saladin. Terwijl de kalief doodziek op bed lag schafte Saladin het Fatimidische kalifaat af, eenvoudig door de naam van de Fatimidische kalief tijdens het vrijdaggebed te vervangen door de naam van de Abbasidische kalief. Toen Nur ad-Din stief trok Saladin ook de macht in Syrië naar zich toe. Daarmee werd hij stichter van een nieuwe dynastie, de Ayyubiden. Saladin wierp zich op als voorvechter van de soennitische Islam, de natuurlijke vijand van shi'ieten en Franken.In 1187 nam hij Jeruzalem in en volgde een reeks van indrukwekkende veroveringen, waaronder ook een aantal kruisvaarderkastelen. Enkele burchten hielden echter stand onder leiding van de Tempeliers en Hospitaalridders. De inname van Jeruzalem leidde tot een nieuwe kruistocht, waar ook Richard Leeuwenhart aan deelnam. In 1192 sloten Saladin en Richard vrede en een jaar later overleed Saladin en met hem doofde voorlopig het anti-kruisvaardersvuur.