Mozaïeken maken: geschiedenis van deze eeuwenoude kunstvorm
Mozaïeken sieren al eeuwenlang onderdelen van woningen, kerken en andere gebouwen. Een Mozaïek is een afbeelding vervaardigd uit een groot aantal kleine gekleurde stukjes klei, steentjes, marmer of glas die tegen een muur of op een vloer zijn bevestigd. De composities van die afbeeldingen kunnen bestaan uit bepaalde voorstellingen of uit meetkundige figuren. Hoewel de kunstvorm al vele eeuwen oud is zijn er toch perioden geweest waarin hij minder werd toegepast. Zo is door nieuwe technieken om vloeren en wanden te versieren de tijdrovende kunstvorm van mozaïeken maken in de eenentwintigste eeuw nagenoeg geheel verdwenen.
Mozaïeken maken ter plekke of in atelier
Een mozaïek vervaardigen kan ter plekke maar dat is bij een afbeelding die op de grond moet worden gemaakt een inspannend karwei omdat voortdurend bukkend gewerkt moet worden. Een andere manier is om op een andere plaats (bijvoorbeeld in een atelier) met een sjabloon te werken waar de steentjes in spiegelbeeld op worden bevestigd. Daarna wordt het sjabloon naar de juiste plaats gebracht en omgekeerd in de hechtende laag (bijvoorbeeld cement) gedrukt. Werken met sjablonen is vooral praktisch om sierranden met geometrische patronen te maken. In de Romeinse tijd werden voor eenzelfde werkstuk soms beide technieken gebruikt. De techniek ter plaatse bestond uit vervaardiging van een afbeelding door het aanbrengen van het materiaal direct op de grond en de ornamenten of omlijsting in een atelier door middel van sjablonen.
Geschiedenis ver terug in de tijd
De techniek van mozaïeken maken gaat ver terug in de tijd. De oudst bekende exemplaren dateren van drieduizend vóór Christus en zijn gemaakt door de Sumerianen. Die bevolkingsgroep woonde in het oude Mesopotamia dat nu bekend staat als Irak. De Sumerianen gebruikten gekleurde klei die tegen de wanden werd gedrukt.
Mozaïeken in Griekse en Romeinse huizen
Mozaïeken gemaakt aan het eind van de vijfde eeuw tot het begin van de vierde eeuw voor Christus zijn gevonden in huizen in Olynthus en Pella. Olynthus was een Griekse koloniestad in Macedonië gelegen op het schiereiland Chalcidice en Pella was een ruïnestad in Griekenland en de geboorteplaats van Alexander de Grote. In de Griekse en Romeinse tijd werden veel mozaïeken gemaakt met afbeeldingen van keizers of goden. Ook kwamen wel voorstellingen van alledag voor. Die mozaïeken sierden de muren van luxe villa’s zoals in huizen op Delos een eiland in Griekenland in de Egeïsche Zee ten zuidwesten van Mikonos. Sommige daarvan zijn eeuwenlang goed bewaard gebleven. Ook in huizen van de
opgegraven stad
Pompeï zijn veel mozaïeken aangetroffen zoals bijvoorbeeld het beroemde Alexandermozaïek uit ongeveer één eeuw voor Christus dat gevonden is in het Huis van de Faun in Pompeï. Het Alexandermozaïek, met een afmeting van bijna zes bij ruim drie meter, is een afbeelding van een gevecht tussen de legers van Alexander de Grote en Darius III.
Mozaïeken als kerkelijke kunst
Maar de meeste belangrijke mozaïeken dateren van na driehonderd na Christus. De mozaïektechniek werd toen ruimschoots toegepast in vroegchristelijke basilieken, grafkapellen en doopkerken. Muren en gebogen vlakken van bijvoorbeeld de absis werden rijkelijk voorzien van mozaïeken. Later werden ook tongewelven en
koepelschalen van de Byzantijnse kerken met mozaïeken versierd.
Romeinen techniek uitgewerkt
De Romeinen hebben als eersten de techniek van de Grieken uitgewerkt door steentjes te maken van gelijke grootte genaamd tesserae (Latijnse woord voor vierhoek). Ook maakten zij om speciale effecten te bereiken gebruik van gekleurd klei en
glas. Om het werk duurzamer te maken werden de voegen opgevuld. Veel mozaïeken werden gemaakt in natuurlijke kleuren blauw, grijs, groen, oker, terracotta en wit
Nieuw soort glas smalti
Rond het eerste kwart van de zesde eeuw na Christus brak er een nieuwe tijd aan voor de kunstvorm mozaïek. Er ontstond een nieuw soort glas namelijk smalti dat het belangrijkste materiaal werd voor mozaïeken. Smalti is een dik en rijkgekleurde soort glas dat met een speciale hamer op een aambeeld wordt gekapt. Veel mozaïekkunstenaars werkten in Byzantijnse kerken met smalti en maakten realistische afbeeldingen.
Mozaïek in cosmatentechniek
Een bepaald soort mozaïektechniek bestond uit non-figuratieve figuren zoals de cosmatentechniek die in de twaalfde eeuw werd ontwikkeld en tot in de veertiende eeuw werd toegepast. De cosmatentechniek betreft een kunstvorm met ingewikkelde non-figuratieve afbeeldingen. Belangrijkste voorbeelden van de cosmatentechniek zijn de vloeren van de San Giovanni in Laterano (Sint-Jan van Lateranen), van de San Paolo fuori le Mura (Sint-Paulus buiten de Muren) en van de Santa Maria Maggiore.
San Giovanni in Laterano
De Aartsbasiliek San Giovanni in Laterano bevindt zich aan de Piazza del Laterano in Rome en is een van de zeven pelgrimskerken van die stad. De basiliek werd gesticht door Keizer Constantijn de Grote en ingewijd in 324 maar in 869 verwoest door een
aardbeving.
San Paolo fuori le Mura
De Sint-Paulus buiten de Muren is een basiliek in Rome die in opdracht van keizer Constantijn is gebouwd. Het is een kleine basiliek boven het graf van Paulus die tegelijk met de eerste Sint-Pietersbasiliek werd ingewijd op 18 november 324. Zowel deze kerk als de San Giovanni in Laterano zijn uitgevoerd door de kunstenaar Pietro Vassalletto en zijn zoon.
Santa Maria Maggiore
De Santa Maria Maggiore is een grote basiliek op de heuvel Esquilijn in Rome en is eveneens een van de zeven pelgrimskerken. De kerk werd in 431 door paus Sixtus III gesticht. Het uit de late dertiende eeuw daterende mozaïek in de absis is gemaakt door de franciscaner monnik Jacopo Torriti.
Wisselende belangstelling voor eeuwenoude kunstvorm
Maar na vele eeuwen te zijn toegepast verdween de mozaïektechniek om later toch weer enkele oplevingen te kennen.
Opleving zeventiende en negentiende eeuw
In de zeventiende eeuw bloeide de techniek weer op in Italië en in de negentiende eeuw kwam de techniek tot een nieuw hoogtepunt in de ateliers van Salviati te Venetië en later die van Puhl-Wagner te Neukölln-Berlijn.
Opleving twintigste eeuw
Ook in de twintigste eeuw kwam er een opleving in het toepassen van de
kunstvorm en werd vooral toegepast door Antonio Gaudi (1852-1926) die gebouwen en beelden ontwierp en bekleedde met mozaïek. Voorbeelden hiervan zijn onder meer:
- Sagrada Familia
- Casa Batllo
- Park Güell
- The Hypostyle Hall
Voorgoed verdwenen?
In de eenentwintigste eeuw wordt het maken van mozaïeken te tijdrovend gevonden ook al zal een enkeling zich er met veel geduld, uithoudingsvermogen en doorzettingsvermogen mee bezig blijven houden. Een snellere en goedkopere manier om bijvoorbeeld een vloer te versieren is door kleurstofelementen of sedimentvlokken toe te voegen aan een gietvloer.