Montferland: geschiedenis van een motteheuvel in Gelderland
Montferland is de naam van een motteheuvel in het zuidoosten van Gelderland. De term motteheuvel houdt in dat het deels een kunstmatige heuvel is, waarop ooit een zogenaamd mottekasteel heeft gestaan. Montferland is de grootste motteheuvel die in Nederland gevonden is. Van oorsprong was Montferland alleen de benaming van deze specifieke motteheuvel, maar op den duur is 'Het Montferland' de naam geworden van de streek waarin de heuvel ligt. Sinds 2005 heet de gemeente waarin deze heuvel ligt officieel ook de 'gemeente Montferland'.
Motteheuvel
Een mottekasteel (of motteversterking) is een bepaald type kasteel dat in Europa veel werd gebouwd in de 11e, 12e en 13e eeuw. De term 'motte' is afkomstig van de Latijnse term 'mota', die 'heuvel' betekent. Zo'n motteversterking was een militair-strategisch bouwwerk dat men met een groep soldaten relatief snel kon bouwen.
De basis van een motteversterking waren één of twee kunstmatige heuvels van zand die men opwierp. Indien het in de streek mogelijk was, zoals bij het Montferland het geval was, bouwde men het liefst een kunstmatige heuvel bovenop een bestaande heuvel, zodat die nog hoger werd. Een hogere plek zorgde er immers voor dat de locatie doorgaans beter te verdedigen was en daarnaast was zo’n hoge plek ook een goede militair-strategische uitkijkplek.
Rondom zo'n heuvel werd vaak ook een gracht gegraven als verdedigingslinie. Op de heuvel bouwde men meestal een gebouw van hout. Soms kon dit een groot houten fort zijn, maar soms was het slechts een wachttoren of een hut. Het bouwwerk werd vaak omringd door een beschermingswal van zand. Op die wal bouwde men dikwijls een houten beschermingsmuur.
Voorbeelden van mottekastelen
Veel mottekastelen hebben slechts kort bestaan en zijn nooit verder gekomen dan die eerste fase (een houten vesting). Een voorbeeld daarvan was de
Klinkenberg te Gees in Drenthe. Op andere plekken was zo'n motteversterking echter het kleine begin van iets veel groters. Het oorspronkelijke houten bouwwerk werd na enige tijd vervangen door een stenen kasteel, vervolgens werd dat kasteel vele malen verbouwd en uitgebreid, en op den duur groeide het uit tot een complete vestingstad. Een bekend Nederlands voorbeeld daarvan is het kasteel van
Coevorden.
Functies
Er waren in de Middeleeuwen uiteenlopende redenen die konden leiden tot het besluit om een motteversterking te bouwen. Sommige mottes waren sowieso bedoeld om slechts een zeer tijdelijke functie te hebben, als militair-strategische plek in een oorlog die op dat moment woedde. Andere motteversterkingen werden juist gebouwd met het vooropgezette doel om op die plek later een groot kasteel te laten verrijzen, wat bijvoorbeeld de nieuwe vaste woonplek werd van een adellijke familie. Motteversterkingen werden echter ook gebouwd als militaire basissen (en uitkijkposten) om in roerige tijden belangrijke locaties (bijvoorbeeld mijnbouwlocaties) te kunnen beschermen tegen rondtrekkende roversbenden.
Het is moeilijk om na te gaan hoeveel mottekastelen er in Nederland hebben bestaan. Veel motteheuvels die slechts een tijdelijke functie hadden (en dat waren de meeste motteversterkingen), zijn in de loop der eeuwen opgegaan in het landschap en zijn daarom nauwelijks nog te onderscheiden van natuurlijke heuvels. Toch heeft men bij een inventarisatie in de jaren tachtig van de twintigste eeuw bijna negentig locaties in Nederland kunnen aanwijzen, waarvan men zo goed als zeker weet dat er ooit een motteversterking stond. Daarnaast zijn er ook nog vele tientallen heuvels waarvan men dat vermoeden heeft, maar het niet zeker genoeg weet.
Motteheuvel
Een kunstmatige heuvel waarop ooit een motteversterking (of een mottekasteel) heeft gestaan noemt men doorgaans een 'motteheuvel'. Puur taalkundig is dat eigenlijk een merkwaardige term, aangezien het woord motte van oorsprong een synoniem van 'heuvel' is. Puur letterlijk gezien betekent 'motteheuvel' dus eigenlijk 'heuvelheuvel'.
De mysteries van de motteheuvels
Het Montferland is de grootste motteheuvel die men in Nederland heeft gevonden. Het is ook één van de grootste kunstmatige kasteelheuvels die men in het noordwesten van Europa heeft aangetroffen. Eén van de fascinerende kanten van het fenomeen 'mottekastelen' is, dat deze grotendeels stammen uit een periode waarover in Nederland relatief gezien weinig geschreven bronnen zijn (vergeleken met de eeuwen die daarna volgden). Over het overgrote deel van de mottekastelen bestaan daarom geen of heel weinig geschreven bronnen, waardoor er relatief veel ruimte voor speculatie is over deze kastelen.
Ouderdom van de motte van het Montferland?
Romeins?
Hoe oud is de motte (kunstmatige heuvel) van het Montferland? Daarover is door onderzoekers veel gespeculeerd. In 1833 werd er op het Montferland een Romeinse dakpan gevonden. Mede op basis van die vondst is er lang gedacht dat het Montferland mogelijk veel ouder was dan alle hierboven besproken Middeleeuwse mottekastelen: men dacht dat het Montferland uit de Romeinse tijd stamde. Dit werd nog versterkt doordat men ook Romeinse turfstenen op het Montferland vond.
Die theorie was op zich zeker niet absurd. De Romeinen bouwden vaker kunstmatige heuvels op strategische plekken nabij de grens van hun rijk. Een bekend voorbeeld daarvan is de Mergelp op de Duivelsberg in de Gelderse gemeente Berg en Dal.
Oorzaak Romeinse vondsten?
Nader archeologisch onderzoek heeft echter uitgewezen dat de motteheuvel van het Montferland toch duidelijk minder oud is dan die Romeinse bouwwerken. Waarschijnlijk werd deze motte aan het einde van de tiende eeuw gebouwd. Hoe konden daar dan toch bouwmaterialen uit de Romeinse tijd worden aangetroffen? Zoals vaak het geval was, met name in de vroege Middeleeuwen, heeft men waarschijnlijk eeuwenoude Romeinse bouwmaterialen van een andere locatie gebruikt voor de bouw van een kasteel op het Montferland.
Kasteel Opladen?
Door veel historici is in de loop der tijd het vermoeden uitgesproken dat op de heuvel van het Montferland rond het jaar duizend het kasteel heeft gestaan dat 'Burcht Opladen' of 'Kasteel Opladen' werd genoemd. Andere schrijfwijzen van deze kasteelnaam zijn Upladen, Uplade en Uplathe. Dit is een legendarisch kasteel dat voorkomt in een beroemde Middeleeuwse kroniek die geschreven werd door de monnik Alpertus van Metz.
Het kasteel Opladen was het bezit van gravin Adela (of: Aleida van Hamaland), die een nicht was van de keizer Otto II. Zij zou haar eigen zus hebben vergiftigd om zo een grote erfenis te verkrijgen. Toen dit verhaal uitkwam, wekte dit vanzelfsprekend grote woede. Onder leiding van de bisschop van Utrecht zouden toen de vijanden van Adela als wraak een grootschalige militaire aanval op het kasteel Opladen zijn begonnen. Dit zou in het jaar 1016 hebben plaatsgevonden. Het kasteel werd daarbij geheel met de grond gelijk gemaakt. Enige tijd later zou er op die heuvel, door een andere adellijke familie, een nieuw kasteel zijn gebouwd.
Twijfels: is Montferland echt Opladen?
Toch zijn zeker niet alle wetenschappers het erover eens of Montferland inderdaad de locatie van Kasteel Opladen was. Volgens een beschrijving in de Middeleeuwse kroniek torende Kasteel Opladen met z'n heuvel namelijk duidelijk uit boven de (blijkbaar relatief vlakke) omgeving. In werkelijkheid ligt de motte Montferland echter in een streek die van oudsher (zeker voor Nederlandse begrippen) nogal heuvelachtig is. In de omgeving liggen ook diverse heuvels die hoger zijn dan het Montferland, zoals de Hettenheuvel (bij het dorp Braamt) en de Eltenberg (vlak over de Duitse grens).
IJzerwinning Hamaland
Het is niet zeker wie oorspronkelijk (in de tiende eeuw?) opdracht gaf om de kunstmatige kasteelheuvel te bouwen die later het Montferland werd, maar er zijn wel vermoedens over. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er in de Middeleeuwen rondom het Montferland op serieuze schaal mijnbouw heeft plaatsgevonden. Er werd ijzer gewonnen. Waarschijnlijk was deze ijzerwinning één van de belangrijke bronnen van rijkdom van het Hamaland, waartoe het Montferland in die periode behoorde. Mogelijk is de militaire bescherming van dit belangrijke mijnbouwgebied oorspronkelijk ook één van de redenen geweest om juist op die plek een motteheuvel met een burcht te bouwen.
Uit archeologisch onderzoek is nog niet exact gebleken wanneer de mijnbouw daar plaatsvond. Men vermoedt dat dit tussen de negende en de elfde eeuw gebeurde. Dat zou dus overeenstemmen met de theorie dat hier in de tiende eeuw een militaire vesting (mottekasteel) werd gebouwd om die succesvolle mijnbouw goed te kunnen verdedigen.
Herkomst naam Montferland
Sage over de reus
Er bestaan verschillende volksverhalen waarin men de herkomst van de naam Montferland tracht te verklaren. Een bekend voorbeeld is een absurdistisch verhaal over een gigantische reus die ooit in deze streek rondliep. Hij was in Duitsland een grote heuvel aan het bouwen (in veel versies gaat het om de Elterberg). De reus vervoerde hiervoor zand met z'n enorme mond. Op een bepaalde plek liet hij echter per ongeluk een 'mond vol zand' vallen. Hij liet dat zand daar toen liggen. Die bult zand noemde men in de streek daarom oorspronkelijk 'mond vol zand' of 'mond vol land'. Op den duur zou dat verbasterd zijn tot 'Montferland'.
Montferrand
Ook is er wel het vermoeden uitgesproken dat de naam Montferland een verwijzing was naar de Franse plaats Montferrand. In werkelijkheid is Montferland echter waarschijnlijk vernoemd naar Kasteel Montferrand. Dat was in de Middeleeuwen een beroemde vesting van kruisvaarders, op een heuvel in Syrië. Waarschijnlijk was Constantinus van Melegarde verantwoordelijk voor de keuze voor deze naam.
Huis Bergh
De hierboven genoemde Contantinus is de oudste persoon die historici van naam kennen, van het adellijke geslacht dat later het 'Huis van Bergh' zou gaan vormen. Hij wordt daarom ook wel de ‘stamvader van Huis Bergh’ genoemd. Deze familie vestigde zich waarschijnlijk aan het begin van de twaalfde eeuw in deze streek (het zuidoosten van Gelderland). De ‘motteheuvel’ bestond toen dus al vele jaren. Mogelijk was hij op dat moment echter onbewoond en kozen Constantinus en consorten die heuvel toen als nieuwe uitvalsbasis. Vervolgens bouwden zij toen mogelijk een nieuwe burcht op de plek waar een ruïne van een oud kasteel stond (dat dus mogelijk Burcht Opladen had geheten).
Constantinus de Monte
Nadat Contantinus van Melegarde zich op die grote kasteelheuvel had gevestigd, nam hij een nieuwe achternaam aan. Voortaan noemde hij zichzelf Constantinus de Monte, wat Frans was voor ‘Constantinus van de Berg’. De berg waarnaar hij in zijn naam verwees was vanzelfsprekend de grote motteheuvel was waarop z’n kasteel stond.
Verhuizing
Bovenop een hoge heuvel wonen was in de Middeleeuwen puur militair-strategisch wel een voordeel, maar in het dagelijks leven was het natuurlijk niet erg praktisch om altijd weer die heuvel op en af te moeten. In het midden van de dertiende verhuisde men het hoofdkwartier van deze adellijke familie naar een andere locatie, die wat zuidelijker lag en niet op de top van een grote heuvel. Op die nieuwe locatie bouwden zij het beroemde kasteel dat later Huis Bergh zou gaan heten. Daar omheen zou de stad 's Heerenbergh ontstaan. Het adellijke 'Huis Bergh' zou op den duur uitgroeien tot één van de belangrijkste adellijke geslachten van Nederland.
Dierentuin
Ook nadat zij naar het nieuwe kasteel waren verhuisd, zouden de leden van deze adellijke familie toch nog eeuwenlang de oude locatie op het Montferland voor diverse doeleinden blijven gebruiken. Zo zou deze familie in de Middeleeuwen enige tijd op het Montferland zelfs een soort dierentuin hebben gehad, een 'verzameling exotische dieren'.
Jachthuis, herberg, hotel en restaurant
Enkele eeuwen later, aan het einde van de zeventiende eeuw, bouwde de familie op de heuvel een 'jachthuis'. Oorspronkelijk was dit jachthuis, zoals de naam al doet vermoeden, een plek die men gebruikte bij jachtpartijen in deze streek, voor de familie Bergh en hun vrienden, om te pauzeren of om er 's nachts te verblijven. In latere eeuwen werd dat jachthuis in gebruik genomen als herberg. Nog weer later werden er bij die locatie ook nieuwe gebouwen neergezet, waaronder een Hotel-Restaurant genaamd 'het Montferland'.
Heuvel, gemeente en streek
Feiten heuvel
De top van het Montferland ligt op 66,8 meter boven het NAP. Het grootste deel is een natuurlijke heuvel, maar de bovenkant is kunstmatig aangelegd in de tiende eeuw. Die extra 'motteheuvel' heeft een hoogte van circa zeven meter. In de basis meet die motteheuvel 150 bij 135 meter. Daar omheen liggen twee aarden wallen en een gracht. Bovenop ligt het plateau. Dat plateau meet ongeveer 90 bij 60 meter.
Streek
Het gebied rondom de motteheuvel Montferland wordt van oudsher ook 'het Montferland' genoemd. Grofweg rekent men hiertoe het heuvelachtige en beboste gebied in Gelderland dat ten zuiden van Doetinchem en Didam ligt. Hiertoe behoren onder meer de heuvels Galgenberg, Hulzenberg, Keurvorstenheuvel, Hettenheuvel en natuurlijk Montferland.
Vaak beschouwt men de Duitse grens als de grens van deze streek, maar soms rekent men ook enkele Duitse heuvels die net over de grens liggen nog tot het Montferland, zoals de Eltenberg. Het heuvelgebied is zeer populair bij fietsers (zowel wielrenners als mountainbikers). Ook is het een geliefd wandelgebied.
Gemeente
Sinds 2005 bestaat er ook een gemeente die officieel de naam Montferland draagt. Deze gemeente ontstond uit een fusie tussen de gemeentes Bergh en Didam. De gemeente Montferland telt anno 2020 ruim 35.000 inwoners. De hoofdplaats van deze gemeente is Didam. Daar bevindt zich het gemeentehuis van Montferland en daarnaast is het qua inwoneraantal ook de grootste plaats: Didam heeft anno 2020 ruim 13.500 inwoners. De op één na grootste plaats in deze gemeente is ’s-Heerenbergh, met circa 8.000 inwoners. In vroeger eeuwen was nochtans altijd ’s-Heerenbergh veruit de belangrijkste plaats in de streek het Montferland, mede vanwege de aanwezigheid van het Huis Bergh in die plaats.
Lees verder