De Bataafse Republiek (1795-1801) en Frans-Bataafse tijd
Met het uitbreken van de Bataafse Revolutie in het jaar 1794 en het uitroepen van de Bataafse Republiek een jaar later, werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden officieel een vazalstaat van Frankrijk. Om ervoor te zorgen dat beide landen dezelfde koers zouden varen kreeg de Bataafse Republiek een geheel nieuwe regering, gevormd naar Frans model, en er werden diverse nieuwe wetten en regels ingevoerd. De Frans-Bataafse tijd in de Nederlanden duurde uiteindelijk tot het jaar 1813 en gedurende de jaren kreeg de Bataafse Republiek een aantal keer een nieuwe naam.
Inhoud
De Bataafse Revolutie
Tegen het einde van de achttiende eeuw nam de onvrede over het functioneren van toenmalig stadhouder Willem V van Oranje-Nassau (1748-1806) onder een deel van de bevolking in hoog tempo toe en zijn tegenstanders besloten zich te verzamelen onder de naam patriotten. De patriotten hadden niet alleen het doel om de macht van de stadhouder in te perken, maar waren tevens van mening dat iedereen het recht had op een gelijke behandeling ongeacht afkomst of geloof en streden daarnaast ook voor het democratisch verkiezen van regenten (bestuurders). Aangespoord door de vele revoluties die elders in Europa plaatsvonden besloten de Nederlandse patriotten hun eigen revolutie te ontketenen, maar helaas zonder succes.
Leden van het eerste exercitiegenootschap De Vrijheid, opgericht in Dordrecht in 1783 /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD) Strijd om de macht
Stadhouder Willem V bleek uiteindelijk sterker te zijn dan de patriotten en nadat hij de beginnende revolutie de kop had weten in te drukken, opende hij de jacht op de opstandelingen. Aangezien vele van hen hun leven niet langer meer zeker waren vluchtten ze naar Frankrijk, waar ze door de Franse patriotten met open armen werden ontvangen én meevochten in de Franse Revolutie die in 1789 uitbrak. Nadat de Franse patriotten de strijd om de macht in Frankrijk hadden weten te winnen besloten ze de Nederlandse patriotten te helpen door stadhouder Willem V op 1 februari 1793 de oorlog te verklaren.
Overgave
Enkele dagen later marcheerden de eerste Franse troepen de Nederlanden binnen, hierbij geholpen door de leden van het Bataafse Legioen (bestaande uit Nederlandse patriotten die hadden gevochten in Frankrijk) en wisten ze in hoog tempo diverse Nederlandse steden in handen te krijgen. Ondanks het feit dat stadhouder Willem V kon rekenen op de hulp van een aantal bondgenoten was hij niet in staat de Franse opmars een halt toe te roepen en op 19 januari 1795 namen zij dan ook de stad Amsterdam in. Na de val van Amsterdam werd het Willem V duidelijk dat hij de strijd had verloren en hij vluchtte naar Engeland. De Fransen riepen op hun beurt de Bataafse Republiek in het leven en zouden in de jaren die volgden hun handen vol hebben aan het vormgeven van hun nieuwe vazalstaat.
De Bataafse Republiek
Het omvormen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden naar de Bataafse Republiek omvatte veel meer dan alleen het veranderen van de naam. Politiek gezien was de Bataafse Republiek een vazalstaat van de Franse Republiek, maar had wel het recht haar eigen regering te vormen en besluiten te nemen. Financieel gezien waren de beide landen onafhankelijk maar Frankrijk profiteerde op schandalige wijze van de rijkdommen van haar nieuwe vazal door de Bataafse Republiek een schadevergoeding van vele miljoenen guldens te laten betalen voor haar 'bevrijding' en haar de haven van Vlissingen te laten openstellen voor Franse schepen. Geografisch gezien werden de grenzen van de Bataafse Republiek opnieuw vastgesteld in het Verdrag van Den Haag (1795) wat betekende dat Vlaanderen, Maastricht, Gelre (inclusief Venlo) en de Overmaas officieel een onderdeel van Frankrijk werden. Naast de voornoemde veranderingen waren de Fransen ook verantwoordelijk voor het invoeren van een gezamenlijke munteenheid en voor het invoeren van standaard eenheden voor maten en gewichten.
Politieke omwenteling
Nu de basis van de nieuwe Bataafse Republiek was gelegd, werd het tijd om het land verder vorm te geven. Aangezien de Nederlanders hun eigen regering mochten vormen en de patriotten de democratie hoog in het vaandel hadden staan werden er op democratische wijze 126 regenten gekozen die afkomstig waren uit de verschillende departementen van de Republiek. Deze 126 regenten vormden samen een interim-regering welke de Eerste Nationale Vergadering werd genoemd en de taak had een permanente regering te vormen en een nieuwe grondwet op te stellen, beide naar Frans-model. De Eerste Nationale Vergadering, ook wel de Vergadering genoemd, werd aangesteld voor een periode van anderhalf jaar, maar wist geen van haar twee doelen in deze periode te behalen.
Politieke Partijen
Nadat de eerste bijeenkomst van de Vergadering had plaatsgevonden bleken de meningen van de 126 leden mijlenver uiteen te liggen en in de maanden die volgden trokken de gelijkgestemde binnen de Vergadering steeds meer naar elkaar toe. Toen de gelijkgestemde besloten om te gaan samenwerken ontstonden de eerste drie politieke partijen van de Nederlanden en deelde de Vergadering zich op in unitariërs, federalisten en moderaten. De meest fanatieke patriotten sloten zich aan bij de unitariërs en streefden naar het behoud van een eenheidsstaat; één wet, één gezamenlijke munt en één gezamenlijk belastingstelsel. Lijnrecht tegenover de unitariërs stonden de federalisten die juist streden voor het toekennen van de bevoegdheden aan de departementen en tussen de strijdende partijen in stonden de moderaten: de gematigde leden die vooral bezig waren om de gemoederen tussen de andere twee partijen tot bedaren te brengen.
De Tweede Nationale Vergadering
In 1797 eindigde de aanstelling van de Eerste Nationale Vergadering en ondanks dat ze een paar kleine succesjes hadden weten te boeken, waren ze er niet in geslaagd een regering te vormen en een grondwet op te stellen. De leden van de Eerste Vergadering droegen deze moeilijke taak over aan de 126 nieuwe leden van de Tweede Nationale Vergadering, maar ook zij liepen al snel tegen dezelfde problemen aan als hun voorgangers. Door de meningsverschillen tussen de politieke partijen werden alle concepten van een nieuwe grondwet verworpen en bij het naderen van het jaar 1798 had men nog altijd geen regering samengesteld. Voor een aantal radicale unitariërs was op dat moment de maat vol en ze pleegden een staatsgreep, die wonder boven wonder lukte. Ze gaven de overige leden van de Vergadering de keuze om zich bij hen aan te sluiten en wie weigerden werd per direct gevangen genomen. Het merendeel van de leden van de Vergadering ondertekende de akte die was opgesteld door de unitariërs en verklaarde daarmee tegen het stadhouderlijk bestuur, het federalisme, de aristocratie en de heersende anarchie te zijn en de Tweede Nationale Vergadering kwam hiermee officieel ten val.
Officieel kostuum van een lid van het Intermediair Uitvoerend Bewind van de Bataafse Republiek /
Bron: Rijksmuseum Amsterdam, Wikimedia Commons (CC0) De Constituerende Vergadering
Na de val van de Tweede Nationale Vergadering richtten de unitariërs op 17 maart 1798 de Constituerende Vergadering op en deze Vergadering was een stuk daadkrachtiger dan de voorgaande twee Vergaderingen tezamen. Mede doordat de unitariërs de overige leden hadden gedwongen zich bij hen aan te sluiten ging het nemen van besluiten aanzienlijk makkelijker en enkele dagen na oprichting werd er al een zogenaamd Uitvoerend Bewind gevormd naar Frans voorbeeld. Het Uitvoerend Bewind kreeg de leiding over de Bataafse Republiek en presenteerde op 23 april van dat jaar een concept voor de nieuwe grondwet. Door alleen de mensen te laten stemmen die hadden verklaard tegen het federalisme te zijn, lukte het de unitariërs de nieuwe grondwet erdoorheen te krijgen, maar het invoeren hiervan nam enige tijd in beslag. Met het verstrijken van de tijd was een tweedeling ontstaan binnen de partij van de unitariërs waarbij de radicale unitariërs lijnrecht tegenover de meer gematigde unitariërs waren komen te staan.
Aangezien de radicalen niet voor rede vatbaar waren pleegden de gematigde unitariërs opnieuw een staatsgreep en namen de radicale leden van hun partij gevangen. Door deze staatsgreep kwam ook de Constituerende Vergadering ten val en deze werd vervangen door het zogenaamde Intermediair Uitvoerend Bewind. De leden van het Bewind stelden al eerste weer een nieuw Uitvoerend Bewind samen (bestaande uit vijf leden) en richtten daarnaast ook het Vertegenwoordigend Lichaam (de voorloper van ons huidige Parlement) op. Na een democratische verkiezing besloot het Uitvoerend Bewind het Vertegenwoordigend Lichaam vervolgens op te splitsen in een tweetal kamers waarbij de Eerste Kamer het recht had om wetsvoorstellen in te dienen en de Tweede Kamer het recht had deze goed of af te keuren. Tussen het vormen van de vele besturen door lukte het het Uitvoerend bewind ook nog om de nieuwe grondwet in juni 1798 in te voeren.
Agentschappen
Naast de splitsing van het Vertegenwoordigend Lichaam riep het Uitvoerend Bewind ook nog een achttal agentschappen (ministeries) in het leven die hen ondersteunden bij het uitvoeren van hun vele taken. Aan het hoofd van ieder agentschap stond een agent (minister) die verantwoordelijk was voor het reilen en zeilen binnen zijn agentschap en tevens verantwoording diende af te leggen aan de leden van het Uitvoerend Bewind. De acht agentschappen die in het leven werden geroepen waren:
- Buitenlandse Zaken
- Financiën
- Inwendige Politiek
- Justitie
- Marine
- Oorlog
- Nationale Economie
- Nationale Opvoeding
Indeling van de departementen van de Bataafse Republiek /
Bron: Joostik, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Departementen
De grondwet van 1798 werd officieel het Staatsbestel genoemd en omschreef niet alleen de burgerlijke en staatskundige grondregels van de Republiek, maar ook haar grenzen en indeling. Waar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden altijd een zevental gewesten had gekend - Friesland, Gelre, Holland, Overijssel, Stad en Lande, Utrecht en Zeeland - werd de Bataafse Republiek opgedeeld in een achttal departementen.
Het Eerste Departement: departement van den Eems
Dit departement werd gevormd door het voormalig gewest Stad en Lande (Groningen), het noordelijke deel van gewest Friesland en het eiland Vlieland, dat voorheen onderdeel was van gewest Holland. De hoofdstad van het Eerste Departement was de Friese stad Leeuwarden.
Het Tweede Departement: departement van den Ouden IJssel
Dit departement werd gevormd door het voormalig gewest Overijssel, het landschap Drenthe, het zuidelijke deel van gewest Friesland, het noordelijke deel (de Veluwe) van gewest Gelre en de eilanden Urk en Schokland. De hoofdstad van het Tweede Departement was de Overijsselse stad Zwolle.
Het Derde Departement: departement van den Rhijn
Dit departement werd gevormd door de van kwartieren Zutphen en Nijmegen, het zuidelijke deel van Gelre, het oostelijke deel van gewest Utrecht en een klein deel van gewest Holland; namelijk de Alblasserwaard, Vijfheerenlanden en een klein deel van de Biesbosch. Het Derde Departement werd aan de zuidkant begrensd door de rivier de Waal en haar hoofdstad was Gelre's stad Arnhem.
Het Vierde Departement: departement van den Amstel
Dit departement werd gevormd door de Hollandse stad Amsterdam en haar omliggende gebieden, waarbij Amsterdam ook de hoofdstad van het departement was.
Het Vijfde Departement: departement van Texel
Dit departement werd gevormd door het noordelijke deel van gewest Holland - zonder Amsterdam en omgeving - en het westelijke deel van gewest Utrecht. De hoofdstad van het Vijfde Departement was de Hollandse stad Alkmaar.
Het Zesde Departement: departement van de Delf
Dit departement werd gevormd door het middendeel van gewest Holland en een klein deel van gewest Utrecht en werd aan de noordkant begrensd door de rivier de Oude Rijn en aan de zuidkant door de Lek en de Nieuwe Maas. De hoofdstad van het Zesde Departement was de Hollandse stad Delft.
Het Zevende Departement: departement van de Dommel
Dit departement werd gevormd door het zuidelijke deel van gewest Bataafs-Brabant, zonder de Baronie van Breda, het deel van gewest Gelre dat was gelegen ten zuiden van de Waal en een klein deel van voormalig gewest Holland. De hoofdstad van het Zevende Departement was de Bataafs-Brabantse stad 's-Hertogenbosch.
Het Achtste Departement: departement van de Schelde en Maas
Dit departement werd gevormd door gewest Zeeland, het deel van gewest Holland wat ten zuiden van de Maas was gelegen en het westelijke deel van Bataafs-Brabant. De hoofdstad van het Achtste Departement was de Zeeuwse stad Middelburg.
Het achtste departement kende - om onbekende redenen - naast de reguliere dorps- en stadsbesturen ook nog een zevental 'ringen', waarbij een ring kon worden gezien als een bestuurslaag tussen het gemeentelijk- en provinciaal bestuur. De zeven ringen van het Achtste Departement werden gevormd door de steden Middelburg, Goes, Zierikzee, Steenbergen, Breda, Dordrecht en Brielle.
Het Bataafse Gemenbest
Waar de unitariërs en het Uitvoerend Bewind er van overtuigd waren op de goede weg te zijn, waren de Fransen een geheel andere mening toegedaan en besloten in 1801 dan ook om in te grijpen. Aangezien de Bataven te 'Nederlands' bleven kreeg het Uitvoerend Bewind de opdracht om een nieuwe grondwet op te stellen, die al grotendeels door de Fransen was ingevuld, en ze brachten deze vervolgens in stemming. Aangezien de nieuwe (Franse) grondwet een te kort aan stemmen kreeg om te worden goedgekeurd dwongen de Fransen het Uitvoerend Bewind alle stemmen van de thuisblijvers mee te tellen als positieve stem. Ondanks de hevige protesten van het Vertegenwoordigend Lichaam stond het Uitvoerend Bewind met haar rug tegen de muur en keurde ze de nieuwe grondwet op 16 oktober 1801 goed. Met de goedkeuring van de nieuwe grondwet kwam er een einde aan het tijdperk van de Bataafse Republiek en het land ging haar toekomst tegemoet als het Bataafse Gemenebest.