De Slag bij Spicheren (1870)
De Slag bij Spicheren was een van de eerste veldslagen in de Frans-Pruisische Oorlog. De slag vond plaats op Pruisisch initiatief op 6 augustus 1870 in het grensgebied tussen Frankrijk en Duitsland, in de directe omgeving van Spicheren en Forbach. Aan Pruisische zijde vochten het Eerste en het Tweede Leger, aangevoerd door veldmaarschalk Helmuth von Moltke. Aan Franse zijde vocht het Rijnleger onder leiding van maarschalk Bazaine.
Het oorspronkelijke Pruisische plan
Terwijl het Derde Leger de grens zou oversteken, zouden het Eerste en het Tweede Leger in respectievelijk zuidwestelijke en zuidelijke richting, dus in de richting van het Spicheren en Forbach, optrekken. Het Rijnleger van Napoleon III zou dan worden ingesloten door een frontale aanval van Tweede Leger vanuit Saarbrücken en door het Eerste Leger dat vanuit het noorden in de flank had moeten komen.
Die omvatting zou echter niet gerealiseerd worden. Dat is vooral te wijten aan het zelfstandig optreden van twee officieren: generaal Steinmetz en generaal von Kameke. Beide officieren speelden een cruciale rol in het ontstaan van de Slag bij Spicheren. In deze veldslag zou niet het Tweede Leger, maar juist het Eerste Leger de frontale aanval op het Rijnleger leiden.
Steinmetz
Generaal Steinmetz had namelijk andere plannen. Onder zijn leiding was het Eerste Leger al verder naar het zuiden geleid dan bevolen was, waardoor hij de route doorkruiste die eigenlijk voor het Tweede Leger bedoeld was. Moltke probeerde hem op 5 augustus te corrigeren door hem te vragen de betreffende straat te ruimen en hem te herinneren aan het eigenlijke plan: "Am 7. d. Mts. dagegen würde sich die Erste Armee [...] auf den Straβen Lebach-Saarlouis und Illingen-Völklingen, ohne unnötiges Aufsehen zu erregen, der Saar so weit zu nähern zu haben, daβ sie bereit ist, vom 9. d. Mts. ab auf der Strecke Saarlouis-Völklingen, die Saar überschreitend, zur Offensive event. gegen die feindliche linke Flanke geführt zu werden, während die Zweite Armee gleichzeitig in der Front vorrückt."
Steinmetz, die eerder al was teruggefloten omdat hij zijn troepen te ver zuidelijk had opgesteld in de hoop op een confrontatie met de Fransen in Saarbrücken, was naar eigen zeggen echter niet in staat om de weg vrij te maken met behulp van de gewenste beweging naar het westen. Om die reden zag hij zich gedwongen om zijn troepen nog verder zuidelijk op te stellen. Niet alleen vertraagde hij hiermee de opmars van het Tweede Leger, ook stuitte hij op het Franse IIe Corps onder leiding van generaal Frossard.
Het begin van de Slag bij Spicheren
De 14e divisie van het Eerste Leger werd als voorhoede in de richting van Saarbrücken gestuurd. Daar aangekomen bleek dat de plaats leeg was en het leek erop dat de Fransen zich hadden teruggetrokken van de heuvelrug tussen Spicheren en Forbach, ten zuiden van Saarbrücken. Toen de commandant van de 14e divisie, generaal von Kameke, zijn voorposten naar deze schijnbaar lege heuvelrug verplaatste, kwamen zij onder artillerievuur te liggen.
Een hele divisie van het Franse IIe Corps had zich namelijk ingegraven op deze heuvelrug ter hoogte van de Rote Berg. De Franse linkerflank werd verdedigd door een tweede divisie, die was opgesteld in Stiring Wendel. Vanaf de heuvelrug vuurde de Franse artillerie op de Pruisische voorposten. In de veronderstelling dat dit slechts Frossard's achterhoede was, die de terugtocht moest dekken, beval Kameke de 27ste Brigade om de Rote Berg te bestormen. Generaal Francois, die deze aanval moest leiden, liet twee bataljons een frontale aanval op de helling uitvoeren en probeerde met de twee overgebleven bataljons de beide flanken aan te vallen. De Franse linkerflank werd aangevallen via Stiring Wendel en de rechterflank via het Gifert Bos.
De Pruisische aanvallen kwamen echter dusdanig onder vuur te liggen dat zij hun opmars moesten staken en noodgedwongen in dekking moesten blijven. In het Gifert Bos, waar de Pruisen veel verliezen leden aan de hand van de Franse mitrailleuse, slaagden de Fransen er zelfs in om de Pruisen tot een terugtocht te dwingen. De situatie was onhoudbaar geworden en de Pruisen hadden dringend versterking nodig.
Broodnodige versterkingen
Die versterkingen zouden komen van de 16e en de 5e divisie. Net als generaal Alvensleven waren zij ondertussen aangekomen in Saarbrücken. Alvensleven had het hoogste bevel op zich genomen en stuurde acht bataljons, afkomstig uit beide divisies, naar het Gifert Bos om de aanval te hervatten. De rest van de bataljons werd naar Stiring Wendel gestuurd om de aanval aldaar weer te kunnen inzetten.
Gedurende de middag was ook het aantal Pruisische artilleriebatterijen geleidelijk aan toegenomen. Deze waren ver naar voren geplaatst en bleken van onschatbare waarde, omdat zij menig Franse tegenaanval wisten af te slaan en de Franse artillerie dwongen om zich op ongunstiger terrein op te stellen. Deze versterkingen gaven uiteindelijk de doorslag: de Fransen werden verdreven uit Stiring Wendel en toen deze flank het begaf, zag Frossard zich gedwongen om de aftocht te blazen. Negen uur na aanvang van de Slag bij Spicheren gaf Frossard zich gewonnen.
Nasleep
De Slag bij Spicheren was weliswaar een Pruisische overwinning, maar het was niet de overwinning waar Moltke op had gehoopt. Een paar jaar later schreef hij enigszins eufemistisch dat de Slag bij Spicheren op een 'wat ongelukkig terrein' had plaatsgevonden en dat het belangrijker plannen had doorkruist. Moltke was echter van mening dat niets gepubliceerd mocht worden dat het vertrouwen van de natie in het leger of het vertrouwen van het leger in haar leiding zou ondermijnen. Dat hij deze veldslag niet geanticipeerd had, is dan ook naar alle waarschijnlijkheid een behoorlijke understatement.
Overige betrokkenen trokken dan ook andere conclusies. Zo vond prins Friedrich Karl dat Steinmetz 'zijn mooie plan' had verpest en volgens het dagboek van majoor Waldersee, werkzaam op het hoofdkwartier, begon men aldaar spijt te krijgen van de aanstelling van Steinmetz. Het oordeel van historici is doorgaans nog harder. Wawro spreekt van "brutal, wholly avoidable casualties" en Bucholz noemt de Slag bij Spicheren een regelrechte ramp. Aan Pruisische zijde waren tenslotte 4871 slachtoffers gevallen. Aan Franse zijde waren dat er 4078. Frossard zou zich terugtrekken naar Verdun, vlakbij de Moezel. Hij zou uiteindelijk halt houden bij Metz, waar de volgende veldslagen zouden plaatsvinden.