De Slag bij Colombey-Nouilly (1870)

De Slag bij Colombey-Nouilly (1870) Toen de Frans-Pruisische Oorlog uitbrak begon de Pruisische veldmaarschalk Moltke in augustus 1870 zijn veldtocht met een drietal veldslagen in het grensgebied in de Elzas: de Slag bij Wissembourg, de Slag bij Wörth en de Slag bij Spicheren. Na de Slag bij Wörth had de Franse MacMahon de restanten van zijn leger teruggetrokken naar Châlons om zich daar te hergroeperen. Hier werden tevens nieuwe legerkorpsen verzameld en samen zouden zij op 22 augustus een nieuw leger vormen. Het Franse Rijnleger, verslagen in de Slag bij Spicheren, had zich ondertussen teruggetrokken naar Metz. Ten oosten van Metz, in de omgeving van Colombey zou op 14 augustus 1870 opnieuw een veldslag worden uitgevochten.

Moltke's opmars richting Metz

De Pruisen waren nog in de veronderstelling dat het leger van MacMahon verder de Vogezen in was getrokken en zich daar zou hergroeperen om de verdediging te kunnen voortzetten. Daarom besloot Moltke dat het Pruisische Derde Leger zich beter bij de andere twee legers kon voegen om de opmars naar het westen te versterken.

Moltke wist niet precies waar de Fransen zich bevonden. Hij vermoedde dat de Fransen zich na hun nederlagen in de Elzas westwaarts hadden teruggetrokken en dus moest ook hij de Moezel oversteken. Daarom stuurde hij het Eerste Leger naar Metz. Het Tweede en het Derde Leger zouden oprukken naar de Moezel, ten zuiden van Metz, waarbij het Derde Leger de Pruisische linkerflank zou vormen. Het Eerste Leger moest de rechterflank van het Tweede Leger dekken, zodat deze veilig de Moezel over kon steken.

Het begin van de Slag bij Colombey-Nouilly

Toen generaal-majoor von der Goltz, commandant van de 26ste brigade die de voorhoede van het VIIe Korps (Eerste Leger) vormde, in de namiddag van 14 augustus zag dat de Franse troepen zich terugtrokken, wilde hij deze terugtocht vertragen of zelfs voorkomen. Hij beval de 26ste brigade en een deel van de 13e divisie op te rukken tussen Colombey en La Planchette en vroeg de voorhoede van het Iste Korps om ondersteuning. De commandant van het Iste Legerkorps, generaal von Manteuffel, stuurde hierop de 1ste en de 2e infanteriedivisie ter ondersteuning.

De Franse uitgangspositie

De Franse achterhoede besloot echter niet om haar terugtocht voort te zetten, maar juist om zich om te draaien en de confrontatie aan te gaan. Hierdoor was de situatie voor de Pruisen bijzonder ongunstig geworden. De Franse veldmaarschalk Bazaine had namelijk het IIIe Corps, het IVe Corps en het Gardecorps opgesteld op de heuvelrug langs de linie Grigy-Borny-Mey, ten noordwesten van Colombey. Zij dienden als achterhoede en moesten de terugtocht van het Franse Rijnleger veiligstellen.Het IIe Corps en het VIe Corps waren ondertussen al begonnen aan de terugtocht en waren verder naar het westen getrokken. De Pruisen wisten Colombey en La Planchette binnen één uur in te nemen, maar door de Franse overmacht op de heuvelrug lukte het ze niet om verder op te rukken. Sterker nog: het kostte ze grote moeite om de posities te behouden.

Pruisische versterkingen en de Franse tegenaanval

In de tussentijd waren de versterkingen van het Iste legerkorps, de 2e en 3e infanteriebrigade, gearriveerd. Vanuit Les Étangs rukten zij op in de richting van Nouilly en Mey, waarmee zij het front verlengden en de nieuwe Pruisische rechterflank vormden. Ondanks deze versterkingen wisten de Pruisen hun posities echter amper te behouden. De Franse generaal Castagny, commandant van de 2e infanteriedivisie van het IIIe Corps, had namelijk gezien dat de Pruisische positie in Colombey zwak was en beval zijn divisie de tegenaanval in te zetten.

De situatie werd voor de Pruisen nog gevaarlijker toen maar liefst drie divisies van het Franse IVe Corps vanuit Mey in noordoostelijke richting oprukten. Met deze omtrekkende beweging trachtte generaal de Ladmirault, commandant van het Franse IVe Corps, achter de Pruisische rechterflank te komen om ze vervolgens in de rug aan te vallen. Om deze aanval af te slaan, trok de Pruisische rechterflank zich terug uit Mey in de richting van Nouilly. Tevens openden vier batterijen het vuur op de naderende troepen van IVe Corps om hun opmars te vertragen.

Rond zeven uur in de avond kwam de 14e infanteriedivisie van het VIIe Korps aan in Ars Laquenexy. Daar kreeg de 27ste brigade het bevel om de Pruisische positie in Colombey te versterken. De 28ste brigade moest vanuit oostelijke richting de Franse positie in Grigy aanvallen. De Fransen wisten deze aanval echter af te slaan.

De Pruisische redding

De 18e divisie van het Tweede Leger zou de Pruisen uiteindelijk uit hun penibele situatie te verlossen. Zij stond opgesteld in Buchy en toen rond vijf uur ’s middags bericht kwam van de veldslag in Colombey, gaf de commandant het bevel om in noordelijke richting op te rukken. Via Peltre kwam de 18e infanteriedivisie aan ten zuiden van Grigy. De Franse troepen aldaar zagen zich gedwongen om terug te trekken en zodoende kwam de Franse rechterflank in gevaar. Nadat de 18e divisie deze plaats had ingenomen waren zij achter de Franse linie terechtgekomen. Dit was een dusdanige bedreiging voor de Fransen dat zij besloten zich terug te trekken naar de bescherming van de vesting in Metz. Door het vallen van de nacht en de aanwezigheid van de vesting waren de Pruisen niet in staat om de achtervolging in te zetten en kwam de veldslag tot een einde.

Nasleep

De Slag bij Colombey-Nouilly was niet direct een Franse nederlaag, maar eerder een tactische terugtocht naar de veiligheid die de vesting van Metz bood. Aan Pruisische zijde waren ca. 4900 soldaten gesneuveld. De Fransen verloren ongeveer 3800 soldaten.
Door de Slag bij Colombey-Nouilly kreeg Moltke door dat het Rijnleger nog steeds in de buurt van Metz stond. Dit gaf hem de kans om een zogenaamde 'Kesselschlacht' voor te bereiden. Daarvoor moest het Tweede Leger noordwaarts marcheren om het Rijnleger de pas af te snijden en zo te voorkomen dat het naar het westen kon marcheren. Bazaine had dan nog slechts twee opties: opgesloten worden in de ‘Kessel’ van Metz of naar het noorden oprukken om aan een omsingeling te ontsnappen. Maar vanwege de neutraliteit van Luxemburg en België konden de Fransen ook niet oneindig in noordelijke richting marcheren, waardoor zij alsnog opgesloten zouden worden. Zo vonden er vlak na de Slag bij Colombey nog twee veldslagen plaats in de omgeving van Metz, die de oorlog definitief in het voordeel van de Pruisen zouden doen uitvallen: de Slag bij Mars-La-Tour en de Slag bij Gravelotte.
© 2020 - 2024 Thiwoslari, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Slag bij Mars-La-Tour (1870)De Slag bij Mars-La-Tour (1870)Op 16 augustus 1870 vond de Slag bij Mars-La-Tour plaats, in de omgeving van Metz. De veldslag was een onderdeel van de…
De Slag bij Wörth (1870)De Slag bij Wörth (1870)De Slag bij Wörth was de eerste grote veldslag in de Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871). De slag vond plaats in de Elza…
De Slag bij Spicheren (1870)De Slag bij Spicheren (1870)De Slag bij Spicheren was een van de eerste veldslagen in de Frans-Pruisische Oorlog. De slag vond plaats op Pruisisch i…
De Slag bij Wissembourg (1870)De Slag bij Wissembourg (1870)De Slag bij Wissembourg was de eerste veldslag in de Frans-Pruisische Oorlog. De slag vond plaats op 4 augustus 1870 in…

De Sint-Louis, de boot die 937 Joden naar Cuba zou brengenDe Sint-Louis, de boot die 937 Joden naar Cuba zou brengenHet is de vooravond van Wereldoorlog II. Op 13 mei 1939 vertrekt de Sint-Louis vanuit het Duitse Hamburg met aan boord z…
Maria Swanenburg, Goede Mie - De Leidse GifmengsterMaria Swanenburg, Goede Mie - De Leidse GifmengsterGoede Mie, de Leidse Gifmengster of gewoon onder haar eigen naam Maria Catharina Swanenburg. Geboren in 1839 in Leiden,…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Geoffrey Wawro, The Franco-Prussian War: The German Conquest of France in 1870-1871 (Cambridge: Cambridge University Press, 2003)
  • Generalstab, Kriegsgeschichtliche Abteilung II, The Franco-German War 1870-1871: First Part - History of the War to the Downfall of the Empire. First volume: From the Outbreak of Hostilities to the Battle of Gravelotte, trans. F. Clarke (Nashville: The Battery Press Inc, 1995)
  • Helmuth von Moltke, The Franco-German War of 1870-71 (London: Lionel Leventhal Limited, 1992)
  • Groβer Generalstab, Kriegsgeschichtliche Abteilung I, Moltke's Militärische Werke I, Militärische Korrespondenz Dritter Theil: Aus den Dienstschriften des Krieges 1870 / 1871 (Berlin: Ernst Siegfried Mittler und Sohn, 1896)
  • Arden Bucholz, Moltke and the German Wars 1864-1871 (Hampshire: Palgrave, 2001)
Thiwoslari (10 artikelen)
Laatste update: 20-05-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 6
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.