Kloosterburen - een katholieke enclave in NW-Groningen
Kloosterburen, een rooms dorp in een protestantse streek. Dat is een fenomeen dat aparte aandacht verdient. Zeker in een regio waar bovendien protestanten van gereformeerde huize vele jaren in de praktijk de 'volkskerk' vormden. Een fenomeen dat het speciale karakter van het dorp benadrukt, is het jaarlijkse carnaval. Naar waarheid het 'noordelijkste carnaval van Nederland' genoemd. Ook de RK-kerk, een schepping van de beroemde architect P.J.H. Kuypers, maakt het dorp extra aantrekkelijk.
Inhoud
De grootste kerk in het dorp is de rooms-katholieke; die kerk stempelt er sinds de komst van het christendom het dorpsleven. De muziekvereniging heet er "St. Cecilia", het café "Willibrord" en elk jaar wordt er het noordelijkste carnaval van Nederland gevierd.
Het middelpunt van dit rijke roomse leven is de fraaie neo-gotische kerk aan de Hoofdstraat die in de 19e eeuw werd gebouwd door de befaamde bouwmeester P.J.H. Cuypers (die ook onder andere het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam bouwde). De andere kerk (Nederlands hervormd), aan de Kerkstraat, is heel wat minder indrukwekkend. Zij is gebouwd op de fundamenten van de oude kloosterkerk.
Geschiedenis van Kloosterburen tot en met 16e eeuw
Kloosterburen is gebouwd op het terrein waar tot eind 16e eeuw het Oldenklooster stond. Het klooster was plm. 1175 gesticht door de Premonstratenzers (ook wel Norbertijnen of Witheren genoemd). Begin 13e eeuw kwam er een splitsing: een paar kilometer verder op in oostelijke richting werd een apart klooster voor de nonnen gebouwd, het Nijenklooster.
In de 16e eeuw, de tijd van de kerkhervorming en van politieke en godsdienstige strijd om de macht, sneuvelden ook in Groningen heel wat mensen en gebouwen. Uiteindelijk (in 1594) kwam Groningen in Staatse handen; rooms-katholieke activiteiten werden niet meer getolereerd. Wat er nog restte van het Olden- en het Nijenklooster verdween, alleen de kloosterkerk van Oldenklooster bleef bestaan en werd de kerk voor de gereformeerden (sinds de 19e eeuw 'hervormden' genoemd) in Kloosterburen; de kloosterbezittingen werden geconfisceerd en kwamen in handen van de Provincie Groningen.
Geschiedenis van Kloosterburen vanaf de 17e eeuw
De voormalige kloosterkerk werd in het midden van de 17e eeuw vervangen door nieuwbouw; deze kerk stortte in in 1815. Pas in 1843 kwam er nieuwbouw voor in de plaats: de huidige NH-kerk, die sindsdien ook al weer enige malen gerestaureerd is. De hervormde gemeente van Kloosterburen is voor het overgrote deel van haar bestaan altijd gecombineerd geweest met Hornhuizen. Later behoorde ook hervormd Pieterburen bij die combinatie. De enkele gereformeerden in het dorp en directe omgeving gingen naar het naastgelegen dorp Kruisweg, dat wel bij de voormalige burgerlijke gemeente Kloosterburen hoorde, maar altijd een uitgesproken gereformeerd dorp is geweest. Begin 21e eeuw gingen hervormden en gereformeerden samen in de pkn-gemeente Kruisweg-Dijksterburen.
Katholiek gebleven
Maar ondanks dat alles bleef dus Kloosterburen een katholiek dorp te midden van een overwegend gereformeerde regio (waar
de bakermat van de gereformeerde kerken, Ulrum, op slechts enige kilometers afstand van de katholieke enclave is gelegen…).
Waarom juist Kloosterburen katholiek bleef, daarover zijn de geleerden het niet eens. Een voor de handliggende gedachte is, dat de eeuwenlange nabijheid van de kloosters op de mensen daar - blijkbaar - een onuitwisbare invloed heeft gehad. Van belang is ongetwijfeld ook geweest, dat enige borgheren in de buurt katholiek bleven.
In ieder geval hebben de heersende gereformeerde kerk en de wereldlijke overheid in de 16e eeuw er alles aangedaan om (ook) in Kloosterburen het rooms-katholicisme te laten verdwijnen. Openbare uitoefening van de roomse godsdienst was verboden. Rondtrekkende paters moesten in het geheim, vaak in boerenschuren, de mis opdragen. En met de zielszorg onder de gelovigen was het in zo'n situatie ook behelpen.
Vrij en verdeeld
Deze situatie duurde evenwel niet heel lang; in ieder geval in de 18e eeuw werd de uitoefening van de roomse godsdienst weer oogluikend toegestaan door de overheid. In 1733 werd in het naburige Den Hoorn door pater Ignatius Martens S.J. (een Jezuïet dus) een parochie gesticht en een bijbehorend kerkje gebouwd. De roomskatolieke inwoners van Kloosterburen dienden daar ook naar de kerk te gaan. Nog in diezelfde eeuw ontstond er onenigheid in het katholieke kamp: De gelovigen die in Kloosterburen woonden, en waarvan het aantal sterk was gegroeid (onder meer door vestiging van R.K.-families uit andere streken, waaronder Duitsland), wilden niet meer naar Den Hoorn reizen voor het bijwonen van de mis en wensten een eigen parochie en kerk te stichten. Dit leidde tot een onverkwikkelijke situatie van onderlinge twisten, vooral omdat die van Kloosterburen weigerden mee te betalen aan de kerk in Den Hoorn. Uiteindelijk kwam er in Kloosterburen een aparte parochie met (in 1842) een eigen kerk. Nogal wat RK boeren in en rond Kloosterburen behoorden tot de stand der welgestelde herenboeren en dit zal er mede toe geleid hebben dat de parochianen het zich na ruim 20 jaar al konden veroorloven om een nieuwe, neo-gotische kruiskerk te laten bouwen naar ontwerp van P.J.H. Cuypers, die in die tijd een van de top-architecten van Nederland was.
Hotel “Het Klooster”
Een echt klooster heeft Kloosterburen niet meer. Wel is er tegenwoordig een hotel dat "Het Klooster" heet. Het is gevestigd in het voormalige klooster aan de Damsterweg, dat in 1927 werd gebouwd - eigenlijk een zusterhuis (van de zusters van het Heilige Hart).
Lees verder