Het Groninger kustgebied: de Noordpolder

Nog altijd is het Groninger kustgebied een gebied waar de landbouw en alles wat er mee in verband staat de belangrijkste economische sector vormt en zodoende ook verder de samenleving voor een groot deel bepaalt. Vroeger was dat nog sterker. Daardoor is de cultuur-geschiedenis van Groningen er sterk door bepaald. Opvallend daarbij is, dat erin de 19e eeuw een boeren-elite ontstond; een voor Nederland unieke situatie. Met name in het Oldambt en op het Hogeland inclusief de Westpolder. En ook in de Noordpolder, waar onder meer Marten Douwes Teenstra (zie foto) ging boeren.

Inhoud


Invloedrijke boeren in voor- en tegenspoed

In ‘Boeren en arbeiders’ komt naar voren dat er in de regio een boerenbovenlaag ontstond die onder meer van zich deed spreken omdat leden ervan belangrijke maatschappelijke en politieke functies bekleedden, ook op landelijk en Europees niveau. We hebben echter ook gezien dat er een keerzijde was: er ontstond een sterke tegenstelling tussen die bovenlaag en de arbeidersklasse. Bovendien was er ook een keerzijde in de vorm van grote boeren die het niet redden en die ten onder gingen. Een interessant verhaal over die boeren-elite zou verteld kunnen worden aan de hand van de geschiedenis van boeren in Usquert (vanwege de vele grote boeren eens een van de rijkste gemeenten van ons land), in de Westpolder of het Oldambt. Over deze regio's is evenwel al het nodige geschreven. Wij willen daarom hier de schijwerpers eens richten op een andere polder in de kuststreek, namelijk de Noordpolder, ten noorden van Warffum. Deze polder en zijn bewoners hebben hebben blijkbaar wat minder tot de verbeelding der publicisten gesproken, maar daarom is zijn geschiedenis niet minder interessant. Neem bijvoorbeeld boerderijen Groot Zeewijk en Arion.

Groot Zeewijk; de familie Reinders

De Noordpolder ontstond in de periode 1811-1813. Echter, vóór die tijd stond er al een boerderij op de plek waar nu Groot Zeewijk gelegen is – dus dat was toen buitendijks. Dat kon, omdat die plek zodanig hoog was, dat ze voldoende bescherming bood tegen het zeewater. De naam Zeewijk was dus goed gekozen.

In de tijd voor de inpoldering hadden de toenmalige eigenaren het grondbezit al fors uitgebreid met nieuw kwelderland. In 1815 kocht landbouwer Geert Reinders uit Warffum het bezit (voor ƒ 46.875,-). Het geheel omvatte toen al 172 ha land, kwelderlanden, een woonhuis, schuren (nieuw gebouwd in 1812) en arbeidersbehuizing. Onder het bewind van Geert Reinders vonden er verbouwingen en nieuwbouw plaats, er werden woningen op de landerijen gebouwd voor arbeidersgezinnen (12 in totaal) en verschillende landerijen, vaak met boerderijen, werden bijgekocht.

Geert Reinders; grootvader en kleinzoon

Geert Reinders (1790-1869) was dus echt wat je noemt een grote boer – op z'n Gronings: ain haile dikk'n. Meestal had hij wel een 40-tal arbeiders in dienst, en die hadden voor het werk de beschikking over een 20-tal paarden voor de nodige trekkracht.

Hij dient niet verward te worden met Geert Reinders, de befaamde bestrijder van de veepest, die leefde van 1737-1815 en onder meer in Winsum heeft gewoond. Dat was zijn grootvader.
Geert II maakte zich ook verdienstelijk voor de landbouw, zij het op cultuurtechnisch gebied. Zo was hij de eerste in Groningen die, in 1851, drainage met aarden buizen toepaste. Hij voerde bovendien al werkzaamheden uit die we een honderdtal jaren later tegenkomen als ruilverkavelings-werkzaamheden: vergroten van percelen, dempen en rechttrekken van sloten en egaliseren van land. Al daarvoor, in 1841, was de eerste dorsmachine op de boerderij verschenen. Vanaf 1869 werd dat werktuig aangedreven door een stoomlocomobiel.

Lid van de Tweede kamer

Geheel in lijn met zijn progressieve ideeën ten aanzien van de bedrijfsvoering in de landbouw, was hij op politiek gebied een aanhanger van de liberale voorman Thorbecke. Hij zette zich in de provincie Groningen in voor diens grondwetsherziening van 1848. Geert Reinders werd vervolgens gekozen als lid van de nieuwe Tweede Kamer. (Hij behoorde toen dat de top drie van de provincie Groningen wat betreft de hoogstaangeslagenen in de directe belastingen -waarbij o.a. de grondbelasting hoorde)

Bezit verdeeld en verdere gang van zaken

Toen Geert Reinders overleed, werd zijn bezit verdeeld onder de vier kinderen (zijn vrouw, Anje Cornelis Doornbosch, was in 1834 overleden). Cornelis Reinders kreeg Groot Zeewijk met 143 ha grond erbij. Hij hield zich ook, net als z'n vader, bezig met technische vernieuwingen op het gebied van de landbouw. Ook hij werd politiek actief: wethouder van de gemeente Warffum en lid der Provinciale Staten van Groningen. Zijn nakomelingen boerden ook op Groot Zeewijk. In 1939 was de boerderij bijna 200 ha groot, inclusief kwelderland en dijken. In de loop der jaren hadden verschillende verbouwingen plaatsgevonden, zowel van schuren als woonhuis.

In 1969 kwam we een einde aan de combinatie Groot Zeewijk – Reinders: het bedrijf werd verkocht aan de familie Westers.
Wie nu door de Noordpolder rijdt, kan op flinke afstand van de doorgaande weg – niet zover van Noorpolderzijl -, Groot Zeewijk (Noordpolder 9) zien liggen. De schuren (oorspronkelijk drie stuks) dateren uit ongeveer het midden van de 19e eeuw. In 1939 werden ze samengevoegd tot een zogenaamde driekaps-schuur, met een lengte van 65 meter en een totale breedte van 45 meter. Het huidige voorhuis is nieuw gebouwd in 1971.

Familie Teenstra

Geert Reinders II was als landbouwer opgeleid op het bedrijf van Douwe Martens Teenstra op het Ruigezand, niet ver van Lauwerzijl. De Teenstra's behoorden net als de familie Reinders tot de boeren-elite van Groningen.

Marten Aedsges en zonen

De familie Teenstra was van Friese afkomst. De stamvader Marten Aedsges had zich bij Zuurdijk in het Groninger Marnegebied gevestigd en zich opgewerkt van eenvoudige, kleine boer tot een van de meest welgestelde en invloedrijke boeren in zijn regio. Hij was de eerste die op grote schaal weidegronden omzette in akkerland. Zo profiteerde hij volop van sterk gestegen vraag naar (en de hoge prijzen van) akkerbouwproducten, eind 18e eeuw. Hij durfde het aan om dwars tegen alle tradities in, nieuwe landbouwmethoden te gebruiken.

Ruigezand

In 1793 kocht hij voor zijn twee zoons, Douwe en Aedsge, aan de zuidkant van het Reitdiep (niet ver van Oldehove) een flink stuk van het grotendeels onbedijkte Ruigezand. De twee jongens waren uit hetzelfde hout gesneden als vader: zij kregen het voor elkaar om een stuk van 377 hectare, in eigen beheer, in te polderen en vervolgens in cultuur te brengen. Er werden twee – voor die tijd – zeer grote, moderne boerderijen gebouwd. Douwe kwam in de meest westelijke; Aedsge in de andere. (De twee staan er nog steeds: aan de Teenstraweg tussen Lauwerzijl en Electra; beide zijn nog altijd zeer de moeite waard. De westelijke is een mooi gerestaureerd monument.)

Marten Douwes Teenstra

De zoon uit het eerste huwelijk van Douwe Martens (met Jantje Luies Dijkhuis), Marten Douwes Teenstra, leek eerst voorbestemd voor de studie, maar hij werd toch ook boer. Zoals Geert Reinders was opgeleid bij Douwe Martens, zo volgde ook Marten Douwes z'n opleiding bij een andere boer - waar ook voor een zoon van Teenstra nog wel wat te leren viel (namelijk bij zijn oom Bronno Dijkhuis op boerderij Onrust, niet ver van de dijk bij Hornhuizen). Marten Douwes trouwde met de dochter van de dominee van Baflo, Theodorus Johannes van der Ley - die ook van boerenafkomst en vermogend was.

Naar de Noordpolder

Toen het op trouwen aankwam, werd er voor de jongelui in 1819 een boerenplaats gekocht in de buurt van de net ingepolderde Noordpolder. De boerderij stelde niet veel voor – er zou een nieuwe moeten komen - maar er hoorde 100 hectare land bij in de nieuwe polder. Dit land was nog 'woest en ledig'; het zou eerst in cultuur gebracht moeten worden, voor het geschikt was voor de landbouw.

Het was een tijd van voorspoed voor de boeren, en er werd een fors bedrag betaald voor het geheel: ƒ 60.100,- Bovendien zou de nieuw te bouwen boerderij met een complete inrichting nog eens ruim ƒ 40.000,-kosten. Al met al ruim een ton! Dat was, zeker voor die tijd, een enorm vermogen; sowieso veel te veel geld voor wat de koper er voor kreeg, maar de vooruitzichten waren prima, dus men waagde het erop. De jongelui konden zelf een vierde deel betalen, de rest werd geleend, waarbij de familie zich borg stelde.

Arion

De nieuwe boerderij kreeg de naam "Arion", naar een figuur uit de mythologie.
Marten Douwes was een ondernemend man en onderlegd bovendien. Als de hoogconjunctuur nog een aantal jaren was blijven voortbestaan, had hij het ongetwijfeld gered. Maar het liep anders. Geheel onverwacht kelderden de landbouwprijzen. De inkomsten vielen dus zwaar tegen. En juist de landbouwers die nog net in de goede tijd veel hadden geïnvesteerd, moesten, toen ze door de prijsontwikkeling weinig inkomsten hadden, de zware schuldenlast aflossen. Dat lukte dus slecht of helemaal niet. Marten Douwes en z'n vrouw hoorden bij die groep. Ze redden het niet.

Marten besloot in 1824 de boerderij te verpachten en zelf z'n geluk te beproeven in Nederlands Oost-Indië (vrouw en kinderen liet hij achter in Nederland). Hij werkte er een jaartje als opzichter, maar het ging niet naar wens en genoeg geld verdienen om de boerderij thuis te kunnen redden, dat lukte al helemaal niet. Ontgoocheld keerde Marten Douwes terug en verkocht noodgedwongen z'n bezit in de Noordpolder aan de vorige eigenaar (die de belangrijkste schuldeiser was), voor minder dan de helft waar hij het voor gekocht had (!).

P.H. Meekhoff Doornbosch

Al een jaar later werd de boerderij weer verkocht. Zo kwam het bedrijf in handen van P.H. Meekhoff Doornbosch. Deze hield het langer vol: in 1905 vierde Meekhoff Doornbosch, op 90-jarige leeftijd, het bijzonder jubileum dat hij zeventig jaar boer was. De kranten maakten daar toen melding van en er werden foto's gemaakt. (Onder meer de vaak gepubliceerde foto van Meekhof Doornbosch met al z'n medewerkers voor de achtergevel van "Arion". Na zijn dood werd de boerderij gekocht door P. Welt en diens zuster G. W. Welt. Bij een boedelscheiding in latere tijd werd een dochter van T.E. Welt, een landbouwer uit Usquert, de eigenaresse. Zij was gehuwd met J. E. Hekma. landbouwer te Ranum (bij Winsum). In 1970 kocht W.T.Hekma Wierda "Arion". Vanaf die tijd vond de bedrijfsvoering plaats vanuit Ranum.

Het huidige voorhuis van Arion (M.D. Teenstraweg 2) is niet gebouwd door Teenstra, maar door Meekhoff Doornbosch in 1862.

En hoe ging het verder met Marten Douwes Teenstra?

Na de verkoop van de boerderij ging het gezin in Baflo wonen. Niet voor lang, want in 1828 vertrok Marten naar Suriname om daar z'n geluk te beproeven. Vrouw en kinderen – het gezin telde vijf kinderen – vestigden zich in Ulrum in een villa op Louten die de schoonmoeder van Teenstra in 1820 had laten bouwen (het stond op de plaats waar nu de bibliotheek en het Groene Kruisgebouw zijn).

Ulrum

M.D. Teenstra bleef in Suriname tot 1834. Naar aanleiding van zijn verblijf daar schreef hij een aantal boeken over het land die hem een zekere naam als publicist bezorgden.
Terug in Nederland voegde hij zich bij z'n gezin in Ulrum, in het huis van z'n schoonmoeder. In dat jaar vond in Ulrum de Afscheiding plaats onder leiding van ds. Hendrik de Cock. (De Afscheiding bracht een uittocht van orthodoxe leden uit de hervormde kerk opgang, waardoor uiteindelijk de kerken ontstonden, die tegenwoordig - in al hun verscheidenheid - "gereformeerd" heten.). De van afkomst doopsgezinde Teenstra was een verklaard tegenstander van de orthodoxe opvattingen van De Cock en diens medestanders, en bestreed die in een fel –anoniem uitgegeven – pamflet.

Eindstation: Snakkeburen

Lang is Teenstra niet in Ulrum gebleven: na een verblijf in het dorp van een paar jaar vertrok hij (alleen) naar Texel voor een leidinggevende functie in een nieuwe polder op dat eiland. Ook die baan werd geen succes, en in 1837 was Teenstra weer terug in Ulrum. Daar wijdde hij zich nu geheel aan publicistische werkzaamheden. Hij overleed er in 1864 op 69-jarige leeftijd en werd begraven op het (thans oude, maar goed onderhouden) kerkhof op Snakkeburen, waar zijn graf nog altijd opvallend aanwezig en dus makkelijk te vinden is

Lees verder

© 2009 - 2024 Petervandenburg, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wandelroute Lauwersoog - Pieterburen langs de WaddendijkWandelen van Lauwersoog naar Pieterburen is wandelen van de ene naar de andere topattractie in de regio, en dat via de d…
Een tocht van twee heren door Noord-Groningen in 1823In 1823 maakten Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp, een reis te voet, per trekschuit en per diligence door Nederland…
Walvisvaarder en commandeur Marten Jansen van AmelandWalvisvaarder en commandeur Marten Jansen van AmelandMarten Jansen en Hidde Dirks Kat zijn tijdgenoten. Ze zijn alle twee commandeur op een walvisvaarder. Kat op de Juffrouw…
Delfgauw, het dorp toen en nuDelfgauw, een dorp onder de rook van Delft, Pijnacker en Den haag. De geschiedenis gaat, voor zover er officiële stukken…

Het Groninger kustgebied: Zoutkamp-Lauwersoog-LauwersmeerOok de visserij hoort bij de Groninger kust. Lauwersoog komt dan in beeld. Maar wie over de geschiedenis van Lauwersoog…
Fabeldieren:dondervogel, feniks,draken en de eenhoornFabeldieren:dondervogel, feniks,draken en de eenhoornFabeldieren; de dondervogel, feniks, de draken en de unieke eenhoorn. Fabeldieren zijn ontsproten aan de menselijke fant…
Petervandenburg (184 artikelen)
Laatste update: 27-04-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.