Sacajawea, een moedige indianenvrouw
Sacajawea was een basislid van de expeditie die wegen ontdekte die leidden van het noordwesten van Amerika naar de Stille Oceaan. In de notitieboekjes van de Lewis en Clark Expeditie wordt naar haar belangrijke bijdrage verwezen.
De vogelvrouw
Sacajawea (Sacagawea/Sakakawea/Sacajewea), wat ‘Vogelvrouw’ betekent in de indianentaal
Hidatsa, werd in 1788 geboren in de indianenstam
Shostone in Idaho. Ze werd op 12-jarige leeftijd geschaakt door de Hidatsa, een rivaliserende stam en als slavin verkocht. Ze werd verplicht te trouwen met de Frans-Canadese trapper (pelsjager)
Toussaint Charbonneau die ook een ander Shostone vrouw als vrouw opeiste.
Een gevaarlijke expeditie
In 1804 wierven
Meriwether Lewis en
William Clark Charbonneau aan als gids in de wildernis voor hun beroemde expeditie die in St. Louis, Missouri, begon. Nauwelijks 18 en reeds zwanger vergezelde Sacajawea haar man. Ze was de enige vrouw op de expeditie. Volgens Clarks dagboeken was ze een van de meest waardevolle expeditieleden. Ze sprak zowel Shostone als Hidatsa en was nuttig als tolk van de blanke mannen die geregeld op verzet stootten van de oorspronkelijke Amerikaanse stammen. Toen deze merkten dat de groep met een vrouw en een kind reisde, waren ze ervan overtuigd dat het om een vreedzame missie ging omdat vrouwen niet beschouwd werden als strijders.
Hoewel haar man aangeworven was voor zijn kennis van het woeste westen, was Sacajawea van het meeste nut omdat ze bekend was met het vinden van voedsel en thuis was in het gebied van de
Yellowstonerivier.
Tijdens de reis werd ze opnieuw verenigd met haar Shostone broer en met zijn hulp konden ze de winter overleven en paarden bemachtigen. Hoewel ze de hele reis met een kind op de rug maakte, werd ze door Clark erkend als een van de moedigste expeditieleden. Toen haar boot door een rukwind omsloeg slaagde ze erin om in woelig water de kaarten en het materiaal die uit de boot waren gevallen te recupereren en tegelijkertijd zichzelf en haar zoon van de verdrinkingsdood te redden.
Haar verdere leven
In tegenstelling tot de mannen werd Sacajawea niet betaald voor haar bijdrage aan de expeditie die in 1806 beëindigd werd, niettegenstaande zij een belangrijk aandeel had in de veilige terugkeer van de groep. In 1809 nodige William Clark Sacajawea en haar gezin uit om in St. Louis te leven. Hij adopteerde haar zoon Jean-Baptiste en haar dochter Lisette. Weinig is geweten van haar leven nadat ze van haar ruwe man scheidde. De oorspronkelijke inwoners geloven dat ze in 1812 in Fort Mandan gestorven is en ergens in een Siouxreservaat in Noord-Dakota begraven ligt niettegenstaande er bewijsmateriaal voorhanden is dat ze nog jaren bij de Shostones leefde.
De omstandigheden die haar leven bepaalden brachten een verhalenstroom op gang die geschiedkundigen, schrijvers en filmregisseurs inspireerden. In een tijd dat vrouwen, en meer in het bijzonder leden van de inheemse bevolking, als zwak en hulpeloos werden beschouwd, bewees Sacajawea met haar moed en doorzettingsvermogen dat vrouwen zich staande konden houden tussen mannen met dezelfde eigenschappen. Sacajawea is heden ten dage een van de meest bekende en gerespecteerde indianenvrouwen in de Noord-Amerikaanse geschiedenis. Ze staat niet enkel symbool voor haar kracht maar is ook het embleem van de doorzetting en wilskracht van alle vrouwen.
Sacajawea in het kunstwerk Dinner Party van Judy Chicago
Omdat ze de enige vrouw van het oorspronkelijke Amerikaanse volk is op de Dinner Party, koos Judith Chicago ervoor haar te eren met behulp van de verfijnd artistieke en culturele tradities van de stam der Shostonen. Zo is haar plaats opgesmukt met lijnenpatronen aangezien de Shostonevrouwen ervan hielden met geometrische kunstvormen te werken, terwijl de mannen meer het pictografische werk op zich namen. Het creëert de sfeer van een authentieke inheemse kunst die zowel de vlinder als de driekhoek omvatten die gebruikt werden in de inheemse iconografie. Een wieg met kralen en een kap zijn aan het bord gehecht om de rol aan te geven die Sacajawea heeft gespeeld in de expeditie met haar zoon op de rug.
De kleuren die op het bord gebruikt worden -geel, oker, blauw en lavendel- referen aan de uit groenten getrokken kleurstoffen der Shostonen.
De tafellegger die ontworpen werd volgens de indianentraditie, werd vervaardigd uit met de hand gelooide hertenhuid. De randen zijn afgezet met parels die gemaakt werden uit 40 000 opalen zaadkralen. Het zijn typische Shostone motieven die gebruikt werden om kleding te versieren.
Sacajawea’s naam werd geborduurd op de stof onder de hertenhuid. Hij werd zichtbaar gemaakt door een assymetrische uitsnijding. De minitieus uitgewerkte parelrand rond de verluchte letter ‘S’ van haar naam verwijst naar de betekenis van haar naam in het Hidatsa, ‘Vogelvrouw’.