De macht van Augustus
Augustus is een bekende persoon in de geschiedenis van Rome, maar waarom ook alweer? Hij was geen logische opvolger na Caesar en kon direct na zijn aantreden al hard aan het werk met alle problemen die het Romeinse Rijk bezig hielden. Hoe verging hem dat en wat waren de problemen die keizer Augustus tegenkwam tijdens zijn regime?
Vlak voor het begin van de Westerse jaartelling heeft het Romeinse rijk de omschakeling gemaakt van een republiek naar een keizerrijk. Deze omschakeling was mogelijk door de politiek die Gaius Octavius, beter bekend als keizer Augustus, voerde en had grote gevolgen voor de manier waarop het rijk bestuurd werd. Daarnaast had Octavianus grote interne problemen zoals burgeroorlogen en onvrede in Italië. Toch wilde hij het ideaal van zijn vader (Caesar) verwezenlijken en zag hij alleenheerschappij voor zichzelf weggelegd.
Hoe kon Augustus de Republiek ten onder laten gaan en een keizerrijk er voor in de plaats stichten? Of anders gezegd; wat waren de machtspijlers van Augustus die hem gedurende de 41 jaar van zijn bewind in het zadel hebben gehouden? Door verscheidene bronnen raad te plegen heb ik getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen met als doel een volledig antwoord op de vraagstelling te formuleren.
De erfenis van Caesar
Caesar werd vermoord in het jaar 44 voor Christus. Zijn openlijke zucht naar alleenheerschappij viel niet in goede aarde bij de senatorenstand en het volk. Bij een coupe liet Caesar het leven en viel het Romeinse Rijk in een machtsvacuüm met alle gevolgen vandien. Zo waren de legers van Caesar radeloos en moedeloos toen hun leider overleed en er geen plaatsvervanger voor handen was. In deze tijd krijgen zij ook geen soldij en sloegen ze aan het roven en plunderen. Een waar gedemotiveerd leger was wat er over bleef van het eens zo krachtige strijdimperium. Echter toen zij hoorden dat de adoptiefzoon van Caesar in aantocht was, kwamen zij hem tegemoet en begroetten in hem hun nieuwe leider.
Het was waar, Gaius Julius Caesar Octavianus (zijn volle naam) was in aantocht en hij was inderdaad de adoptiefzoon van de vermoorde Caesar die kinderloos was gestorven. Met de belofte aan de Senaat de moordenaars van Caesar te vermoorden, baarde hij direct opzien. Toen het hem vervolgens ook nog lukte de bloedwraak op Caesar’s dood te voltooien, bewees dit voor velen de slagvaardigheid van deze nieuwkomer. Daarnaast had Octavianus nog iets van Caesar recht te zetten: de res republica die Caesar wilde vormen, had al wel de naam maar nog geen lichaam of gestalte. Octavianus had grote plannen met het Romeinse Rijk; hij wilde garant staan voor een werkelijke republiek waarin alle burgers deel zouden nemen aan de staatszaken. Zo verengde hij de banden met de bondstaten en andere staten met een speciale band tot Rome, want wat hij ook geërfd had van de vorige keizer was de wens tot wereldheerschappij. Daartoe trad hij naar buiten toe op als vertegenwoordiger van het Romeinse Rijk zowel in bouwwerken als in buitenlandse politiek.
Wat Octavianus ook goed begrepen had van Caesar, was dat hij goede banden moest onderhouden met bevriende regenten uit nabijgelegen gebieden en Indië. Door ambtschenking en geldoverdrachten bond hij ze aan zich. Dit was op dezelfde wijze die Caesar had gehanteerd en zo bleven de vreemde vorsten trouw aan Rome. In feite konden ze ook niet anders, ze hadden het merendeel van hun inkomen en tevens bijbaantjes (of hoofdfunctie!) te danken aan de Romeinse keizer.
Het Oosten en zijn problemen
In het jaar 42 voor Christus sloot Octavianus een verdrag met zijn rivaal Marcus Antonius. Augustus kreeg zeggenschap over het westelijk deel en Antonius nam het oostelijk deel voor zijn rekening. In 31 v. Chr. kwam een einde aan het langslepende conflict tussen beiden. Hoe was dit conflict ontstaan en hoe kon het dat Octavianus zo gemakkelijk kon winnen ondanks het feit dat Antonius en Egypte bondgenoten waren?
Marcus Antonius was gedurende Caesar’s bewind diens rechterhand en had al bij Caesar’s leven veel macht naar zich toe weten te trekken. Dit wekte de afgunst en wantrouwen van de Senaat; zij verhinderden dan ook dat Antonius aan de macht kwam na de dood van Caesar. Met de komst van Octavianus besloot de Senaat dan ook vlug dat Antonius het oostelijk deel zou regeren, een deel met weinig problemen en weinig weerstand, ver van Rome en de Senaat. Augustus kreeg Italië onder zich, een gebied gebukt onder interne spanningen en burgeroorlogen (zie volgende hoofdstuk). Maar Antonius maakte het zichzelf moeilijk door grote legers mee te nemen die hij wilde onderhouden door hoge belastingen te innen in zijn deel. De weerstand tegen Antonius groeide al spoedig en toen hij een bondgenootschap aanging met Kleopatra van Egypte was de maat vol voor de bevolking. Egypte was een land van barbaren en krokodillen, geen land om gelijk te stellen aan het edele Griekenland! Octavianus maakte handig gebruik van de situatie door juist nu een oorlog aan te spannen tegen Antonius, wat nu geen oorlog meer was tussen twee Romeinen, maar een oorlog van een Romein tegen een schoft die bondgenoot werd met een barbaars land.
De oorlog was kort en hevig. In 31 voor Christus won Octavianus de oorlog in de zeeslag bij Actium, waarnaar Kleopatra en Antonius vluchtten naar Egypte. Zij pleegden zelfmoord toen Antonius hen op de hielen zat en werden naast elkaar begraven in Alexandrië.
Onder het bewind van Octavianus kreeg het oosten weer wat meer lucht. Zo onthief Octavianus de bevolking aanvankelijk van hun belastingplicht (hij bezat zelf voldoende middelen) en sprak zijn bewondering voor het oosten meermalen hardop uit. Hij liet de beelden herbouwen die Antonius had vernietigd. Tegelijkertijd hield Octavianus Griekenland en omstreken zeer goed in het oog, zij waren immers ingelijfd door het Romeinse rijk als verslagen gebied en daarom kon er nog wel eens weerstand opkomen op den duur. Dat bleef echter uit en achteraf gezien was de angst irreëel. De Griekse kunstenaars beschouwden Octavianus namelijk als ‘de persoon die het barbaarse Egypte’ versloeg. Daarnaast was Octavianus de bevrijder die zorgde voor vrede en stabiliteit!
De interne politiek
In 27 voor Christus werd Octavianus benoemd tot overwinnaar uit de burgeroorlogen. Hij kreeg al spoedig de Senaat achter zich door het beloven van goedkoop voedsel, vrede, voorspoed en meer macht voor Rome op het wereldtoneel. Maar ook de soldaten win Octavianus voor zich; hij verdeelde de oorlogsbuit en veteranen kregen land als pensioen.
Octavianus’ zucht naar wereldheerschappij sloot naadloos aan bij het idealisme onder het Romeinse volk, dat zichzelf als meest beschaafde volk zag dat uitermate geschikt was voor het wereldtoneel. Om dit te bewerkstelligen begon Octavianus met het verenigen van het rijk: Alle bondstaten en ‘verwante’ landen noemde hij het Romeinse rijk.
Een belangrijk aspect van Octavianus’ politiek zijn de beelden en afbeeldingen die hij liet vervaardigen door heel het rijk. Geen enkele inwoner kon eromheen en zo was de keizer ‘alom vertegenwoordigd.’ Deze bouwpolitiek lag in handen van de meest loyale werknemer van Octavianus, Agrippa. Aanvankelijk betaalde deze Agrippa alles uit eigen zak omdat de staatskas leeg was, maar naarmate de bloei van het rijk doorzette, kwam er steeds meer geld vrij voor overvloedige propaganda.
Het regime van Octavianus werd gesierd door ideologische idealen zoals vrede, welstand, zekerheid en rechtspraakverbetering. In feite wilde hij terug naar alle oude waarden van het Romeinse rijk. Hij verhulde zijn alleenheerschappij echter opzichtig, maar geheel volgens de wetten; zo hield hij de Senaat achter zich en vroeg hij constant om goedkeuring.
In 27 voor Christus kreeg Octavianus de naam ‘Augustus’, wat betekent de verhevene. Vanaf nu zal ik dan ook die naam gebruiken.
Augustus deed het wat betreft hofdichten een stuk beter dan Cicero en Alexander de Grote. Cicero maakte zichzelf belachelijk door een gedicht aan zichzelf te wijden en Alexander had de meest beroerde dichter tegen de hoogste prijs ingehuurd. Augustus had echter een aantal sublieme dichters gevonden die hij erg vrij liet, ondanks dat hij hun patronus was. Voorbeelden van deze dichters die zeer belangrijk waren in het kader van propaganda zijn Vergilius en Horatius.
Nog belangrijker voor de binnenlandse politiek, waren de twee bevoegdheden die Augustus toegewezen kreeg; die van tribunicia potestas en imperium proconsulare maius. De eerste is de bevoegdheden van volkstribuun, zoals het vetorecht, interventierecht en het recht om als eerste te mogen spreken. De tweede houdt zeggenschap in over alle legers van het Romeinse imperium. Hij werd dus legeraanvoerder. Toen in 23 voor Christus stemmen opgingen dat het onmogelijk was dat Augustus voor de elfde maal werd verkozen tot consul (Augustus had de illusie van een republiek opgeworpen immers), legde Augustus zijn functies neer en bood zijn ontslag aan. Daarop kreeg hij nog meer eretitels van de Senaat, die overigens allemaal vrij en ongedwongen kwamen.
Graan
Als voorlaatste punt moet de graanvoorziening van Augustus genoemd worden. De verstrekking van goedkoop voedsel aan ongeveer één miljoen arme mensen maakte hem zeer geliefd. Die mogelijkheid had hij omdat hij Egypte verslagen had en dus in feite de graanschuur van Europa beheerde. Dit, samen met de rijkdommen uit de erfenis van Caesar, maakte een constante aanvoer van graan tegen een lage prijs mogelijk.
Leeftijd?
En tot slot: Het feit dat het regime van Augustus 41 jaar standhield, zorgde ervoor dat de laatste generatie alleen nog de nieuwe versie van de Republiek kende. Doordat Augustus maar liefst 77 (!) jaar oud werd, kende iedereen hem alleen als de ‘hersteller van de republiek’ door de slinks opgezette propaganda.
Conclusie
Wat zorgde er nou werkelijk voor dat Augustus een alleenheerschappij kon stichten en zolang aan de macht kon blijven?
Zoals we hebben kunnen lezen is Augustus zeer oud geworden en was de laatste generatie alleen bekend met zijn versie van een republiek. Wat we ook hebben gezien, is dat Augustus een façade optrok (het herstel van de republiek) waarachter hij zijn politiek bedreef. Doordat hij de Senaat achter zich hield en eretitels bescheiden aannam, hield hij zowel het volk als de Senaat te vriend.
De oorlog tegen Antonius liet zien dat Augustus slagvaardig was en met het winnen van de oorlog, won hij ook de graanschuren waarmee hij een goedkope graanvoorziening op touw kon zetten. Tevens gaf het aan dat de legers van Caesar trouw waren aan diens opvolgers, mede dankzij zijn imperium proconsulare maius. Zijn andere bevoegdheid, tribunicia potestas, zorgde ervoor dat hij de bevoegdheden van de volkstribuun kreeg.
Gesteund door de Caesariani had Augustus de vrijheid en de verworvenheden om zich te profileren als de nieuwe leider. Door snelle en vakkundige propaganda zorgde Augustus ervoor dat hij overal in het rijk aanwezig was. En ter afsluiting: Hij voerde de oorlogen die gevoerd moesten worden, maar zorgde vervolgens voor stabiliteit en rust waaronder handel kon floreren.