Sport, spel en speelgoed in de middeleeuwen

Sport, spel en speelgoed in de middeleeuwen De middeleeuwen hadden een echte speelcultuur, zoals de bekende Franse historicus Jacques Le Goff het noemt. Vaak wordt gedacht dat er destijds niet veel te beleven was op het gebied van sport en spel en dat er maar weinig speelgoed beschikbaar was. Het tegendeel is eerder waar. Ook hoefden kinderen zich niet al van jongsaf aan te gedragen als een soort volwassenen en mochten ze volop spelen. Er was kortom van alles te doen, zowel voor de jongere als de oudere middeleeuwer. Sport en spel gingen er alleen een stuk vrijblijvender en ongeorganiseerder aan toe dan wij gewend zijn. Artikelindeling (interne links)

NB: De afbeeldingen in dit artikel zijn details van het schilderij 'Kinderspelen' uit 1560 van Pieter Brueghel de oude.

De middeleeuwse speelcultuur

Het middeleeuwse leven was hard en onzeker en voor velen ook uitzichtsloos. Oorlog was schering en inslag. Met het groeien van de steden groeide ook het aantal nare, epidemische ziektes. Natuurrampen sloegen nog veel harder toe dan bij ons al vaak het geval is. De meeste mensen waren arm tot zeer arm; rijk was slechts een miniem kleine toplaag. Kansen om op de sociale ladder omhoog te klimmen waren, afhankelijk van tijd plaats, klein tot niet bestaand.

Haasje over / Bron: Pieter Brueghel the Elder (1526 1530–1569), Wikimedia Commons (Publiek domein)Haasje over / Bron: Pieter Brueghel the Elder (1526 1530–1569), Wikimedia Commons (Publiek domein)
Dat wilde echter niet zeggen dat de middeleeuwer als een mokkende sombermans door het leven ploeterde. Integendeel, om de zware kanten van het bestaan te compenseren, deed men zich ruimschoots de moeite zichzelf te vermaken. Dat gold voor alle sociale klassen, van puissant rijk tot straatarm. Feest, theater en spel waren daarbij de belangrijkste middelen. Dat gold voor volwassenen net zo goed als voor kinderen.

De grote interesse die men had voor het opvoeren van allerlei soorten voorstellingen (soms professioneel, maar meestal geïmproviseerd en amateuristisch) en het regelmatig organiseren van groots opgezette feesten (kerkelijk danwel privé), blijft hier verder buiten beschouwing. Dit artikel concentreert zich op de mogelijkheden die er waren voor sport en spel en gaat wat dieper in op het speelgoed dat er beschikbaar was voor kinderen.

Riddertoernooien

Het riddertoernooi stond centraal in de middeleeuwse aandacht. Het was het favoriete tijdverdrijf van ridders en andere edelen. Het sprak echter ook tot de verbeelding van de rest van de bevolking en trok menig toeschouwer. De meest favoriete onderdelen waren het zwaardgevecht en het steekspel.

De populariteit van het riddergevecht was echter niet de hele middeleeuwen (van ongeveer 500-1500 n. Chr.) gelijk. Gedurende de tweede helft van het tijdperk stond het meer in de belangstelling dan tijdens de eerste helft, met als vermoedelijk hoogtepunt de hoofse periode rond de 12de eeuw. Toen waren ridders buitengwoon geliefde figuren in de maatschappij.

In vergelijking met andere wedstrijden die werden gehouden waren riddertoernooien waarschijnlijk nog het meest georganiseerd. Ridders kwamen niet zelden van heinde en ver om mee te doen, terwijl alle andere wedstrijden in de middeleeuwen van zeer lokaal niveau waren.

Sport en spel in wedstrijdverband

Sport in de middeleeuwen was lang niet wat het nu is, maar toch waren er al wel wat bezigheden die iedereen in wedstrijdverband kon doen. De bekendste daarvan waren:

Schaken

Dit werd in de 11de eeuw in Europa geïntroduceerd vanuit het Midden-Oosten. Daarbij werden de spelregels wel aangepast, zodat de koning minder macht kreeg op het bord dan aanvankelijk het geval was. De feodale, middeleeuwse Europeanen hadden het niet zo op al te machtige koningen.
In de 13de eeuw werd het schaken verder gepopulariseerd door de monnik Jakob van Cessoles, die er een moraliserende lading aan meegaf.

Kolf of Colf

Kolf was een balspel dat geliefd was bij zowel volwassenen als kinderen. Het werd gespeeld met kolfstokken en een zware bal. Aan de stok zat een slof, een omhulsel van lood dat het slaggedeelte van de stok zwaarder maakte. De slagkant van de slof was vlak, de achtekant rond. Opvallend is dat er ook speciale stokken voor linkshandigen bestonden. Kinderen kregen een aangepaste, kleinere stok.

Er waren twee spelmogelijkheden:
  • De bal moest in een vastgesteld aantal slagen zover mogelijk worden weggeslaan.
  • Men moest in zo weinig mogelijk slagen een bepaald doel zien te raken, bijvoorbeeld een paaltje of een boom.
Kolf is daarmee duidelijk een voorloper van golf.

In de zomer speelde men kolf op straat, in de winter op het ijs. Vaak werd het naar terreinen buiten de stadsmuren verbannen. Het was maar moeilijk richten met een kolfstok en dat was niet goed voor de ramen in de stad, vooral niet voor de dure glas-in-lood ramen van de kerk.

Kaatsen

Kaatsen is een verzamelnaam voor balsporten waarbij de spelers de bal met de handpalm of vuist zo proberen te slaan dat de tegenstander deze niet op een geldige manier kan retourneren. Het spel werd (en wordt) in tal van landen gespeeld in allerlei verschillende varianten.

Er is een verschil tussen veld- of pleinkaatsen en muurkaatsen. Bij deze laatste versie moet de bal via één of meerdere muren in het speelveld worden gehouden.

Het Friese kaatsen is een vorm van veldkaatsen, maar werd als zodanig pas in de 16de eeuw geïntroduceerd. Het telt dus niet als middeleeuwse variant.

Atletiek

Aangezien atletiekwedstrijden al bekend waren bij de oude Grieken, is het niet vreemd dat er ook in de middeleeuwen atletiekwedstrijdjes werden gehouden. Het meest actief daarin waren echter de Engelsen en Vikingen. Die kende naast hardloopwedstrijden rond het dorpsplein ook atletiektoernooien. Behalve hardlopen deed men veel aan steenstoten, springnummers, speerwerpen en worstelen.

steltlopen / Bron: Pieter Brueghel the Elder (1526 1530–1569), Wikimedia Commons (Publiek domein)steltlopen / Bron: Pieter Brueghel the Elder (1526 1530–1569), Wikimedia Commons (Publiek domein)

Boogschieten

Ook het boogschieten kreeg als sport voor het eerst vorm in het middeleeuwse Engeland. Daar werden met name in vredestijd toernooien gehouden opdat de soldaten hun vaardigheden op peil konden houden.

Sportieve activiteiten

Afgezien van deze sporten kende men ook sportieve activiteiten die niet in wedstrijdverband werden gedaan. Daar onder vielen voornamelijk activiteiten die wij nu nog kennen, zoals schaatsen, sleeën en vliegeren, maar bijvoorbeeld ook steltlopen.

Spelen in de middeleeuwen voor kinderen

Het moge duidelijk zijn dat kinderen volop binnen de middeleeuwse cultuur van spel en uitgelatenheid pasten. Dat had niet alleen te maken met hun natuur, maar ook met het feit dat ze het meest kwestbare gedeelte van de bevolking waren. Ze waren niet bepaald vrijgesteld van alle rampen. Slechts de helft van alle borelingen zou een volwassen leeftijd bereiken.

Dat maakte dat ouders vrij los omgingen met jonge kinderen. Men ging pas aan de toekomst van een kind denken als het erop begon te lijken dat er ook een toekomst zou komen. Dat was zo rond het 7de jaar. Dan werden de zaken serieuzer en moest het kind ook dingen gaan leren. Tot die tijd mocht het echter vrijuit spelen, zoals jonge welpen dat nu eenmaal doen. Daartoe was een ruime keus aan speelgoed en spelletjes beschikbaar.

Spelen op straat

Een belangrijk gedeelte van het middeleeuwse spelen gebeurde buitenshuis, op straat, het erf of, als de kinderen wat ouder waren, op het schoolplein. Dat is niet verwonderlijk. De meeste huizen waren maar klein en boden geen plaats aan ravottende kinderen.

Tegelijkertijd valt het op dat veel middeleeuwse spelletjes om fysieke behendigheid vragen en minder gericht zijn op geestelijke of creatieve ontwikkeling dan tegenwoordig. Het spelend leren is iets dat pas bij de 18de eeuwse opvoeding op het programma kwam te staan. Voor middeleeuwse kinderen kwam spelen, afgezien van de reeds genoemde sportieve activiteiten, veelal neer op zaken als ballen, hoepelen en tollen. Afgezien daarvan kende men ook toen al veel typische kinderspelletjes als verstoppertje spelen, zakdoekje leggen en bokje springen. Het is logisch dat dit voornamelijk buiten diende te gebeuren.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er helemaal niet binnen werd gespeeld of dat het middeleeuwse kind met de handen in het haar zat als het regende. Met tinnen figuurtjes, poppen, zelfgemaakte molentjes of een blokkendoos zullen kinderen zich zeker ook binnenshuis hebben vermaakt. De verhoudingen tussen binnen en buiten spelen lagen echter heel anders dan tegenwoordig.

Speelgoed voor op straat

Gezien de grote hoeveelheid tijd die kinderen buitenspelend doorbrachten, was er ook veel speelgoed te krijgen voor op straat. Dat bestond onder meer uit het volgende:

Speelgoed voor het behendige kind

Het valt op er veel spelletjes waren die om een jongleerachtige vaardigheid vroegen. Daarnaast werden er ook andere vormen van behendigheid gestimuleerd. De belangrijkste soorten speelgoed in deze categorie waren:
  • Bikkels. Bikkels zijn rechthoekige botjes die vier veschillende kanten hebben. Bij het spelen met bikkels werd ook een bal gebruikt. Deze werd dan hoog opgegooid, waarna het kind een opdracht moest uitvoeren met de bikkels voordat de bal de grond raakte. De bikkels één voor één op de bovenkant van je hand laten wippen kon bijvoorbeeld zo'n opdracht zijn. Vaak werden er aftelversjes of liedjes gebruikt om de opdracht te onthouden. Het was meer iets voor meisjes dan voor jongens.
  • haktol (in handen van kind) / Bron: Pieter Brueghel, Wikimedia Commons (Publiek domein)haktol (in handen van kind) / Bron: Pieter Brueghel, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Jojo's en diabolo's. De jojo is al bekend sinds de Griekse oudheid. Zoals dat nog steeds is, waren jojo's en diabolo's erg onderhevig aan mode. Soms waren ze in dan weer uit. In de 14de eeuw was de jojo in ieder geval erg populair. Zowel de jojo als diabolo waren gemaakt van hout en meestal ook beschilderd.
  • Hoepels. Ook de hoepel was van hout. Het was niet de bedoeling dat meisjes hem om hun middel lieten draaien. De hoepel werd met of zonder stokje zo lang mogelijk als een wiel rondgedraaid voor hij omviel. Een handig kind kon zijn hoepel zo een aardige afstand laten afleggen.
  • Tollen. De tol moest draaiende gehouden worden door er met een zweep tegenaan te slaan. Ook de tol was van hout en eventueel beschilderd. Er bestonden ook zogeheten haktollen. Dat waren speciale tollen die er niet op waren gemaakt om rond te draaien maar om weg te schieten. Er werd een jeu-de-boules-achtige spel mee gespeeld, waarbij je de tol van een ander uit een cirkel moest zien te stoten. Tollen vroeg een vlakke ondergrond waardoor kinderen vaak de kerk kozen als favotiete speelplaats. De grafstenen in de kerkvloer waren namelijk mooi glad. Dat was natuurlijk een doorn in het oog van volwassenen die dan ook hebben geprobeerd het tollen in de kerk met wetten en regels in te dammen. Op basis van aanhoudend geklaag in diverse bronnen, lijkt dit niet echt te zijn gelukt.
  • Knikkeren. Door de eeuwen heen zijn knikkers van verschillende materialen gemaakt. In de middeleeuwen zullen ze merendeels van aardewerk zijn geweest. De spelletjes die er met knikkers mogelijk zijn zullen niet veel anders zijn geweest dan tegenwoordig al zal ook hier de heersende mode van belang zijn geweest.

stokpaardje / Bron: Pieter Brueghel the Elder, Wikimedia Commons (Publiek domein)stokpaardje / Bron: Pieter Brueghel the Elder, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Stokpaardjes en zwaarden: ridders in het klein

Dat ridders en hun toernooien erg tot de verbeelding spraken, blijkt ook uit het feit dat kinderen het riddergevecht graag mochten naspelen. Daartoe bezaten ze een stokpaardje om op te rijden en houten kinderzwaarden of botte lansen om mee te vechten.

Stokpaardjes konden erg verschillen in uitvoering. Sommige kinderen reden op niet meer dan een gewone stok die ze aanvuurden met een tak. Aan de andere kant van het spectrum stond het kind dat gezegend was met een stok waarop een prachtig afgewerkt paardenhoofd zat, inclusief manen, een bit en echte teugels. De meeste stokpaardjes bevonden zich ergens tussen deze twee uitersten in.

Het stokpaardje kon natuurlijk ook bereden worden zonder dat er een schijngevecht behoefde plaats te vinden. Ook had men geen stokpaardje nodig om met de houten zwaarden aan de slag te gaan. Afgezien van zwaarden en lansen kon de jonge ridder ook wel beschikken over pijl en boog.

Uit oude afbeeldingen blijkt dat meisjes net zo graag 'riddertje' speelden als jongens.

Poppen in de middeleeuwen

Poppen behoren tot de alleroudsten soorten speelgoed, zij het bijna altijd specifiek bedoeld voor meisjes. Ze zijn in ieder geval teruggevonden tot in Egyptische graven. In de middeleeuwen waren poppen alom aanwezig. De meeste meisjes zullen er één of meerdere hebben gehad. Er waren verschillende soorten poppen populair:
  • Houten poppen. Hier zijn veruit de meesten van teruggevonden, waarschijnlijk ook omdat ze zo goed waren gemaakt. Ze hadden armen en benen die konden bewegen als je aan een touwtje trok. Het hoofd en de handen waren meestal beschilderd. De pop droeg, zoals eigenlijk door alle eeuwen heen gebruikelijk is, kleertjes naar de laatste mode.
  • Lappenpoppen. De lappenpop is de ideale pop om zelf te maken uit restjes stof en vulmateriaal zoals zaagsel of stro. Alles wat er maar aanwezig was en er geschikt voor was kon een lappenpop al tot een succes maken. Omdat kinderen graag zachte dingen vasthouden, was en is de lappenpop geliefd speelgoed en beschikbaar voor alle sociale klassen.
  • Hand- of poppenkastpoppen. Kinderen speelden zelf ook veel met deze poppen. Ze zaten meestal simpel in elkaar met een houten hoofdje en een kleedje eronder. Ook deze poppen kon men gemakkelijk zelf maken.

Poppen brengen ook andere spullen met zich mee, zoals meubeltjes en servies. In de middeleeuwen had de pop nog een grotendeels volwassen uiterlijk en fungeerde deze kennelijk vooral als rolmodel.

Miniaturen van tin

Wij ervaren dat anders, maar in de middeleeuwen telden figuurtjes van tin als 'poppengoed'. Vaak waren het dan ook miniaturen van ridders, soldaten, andere mensen of dieren. Wat dat betreft is er dus iets voor te zeggen.

Eigenlijk waren de miniaturen niet van zuiver tin, maar van een legering van tin en lood. De meeste figuurtjes waren ook beschilderd. In de late middeleeuwen had men daar speciale methodes voor ontwikkeld. Gezien de grote productie van deze figuurtjes kan men alleen maar aannemen dat er toen veel mee is gespeeld.

Bootjes

Vervoersmiddelen in minivorm hebben het altijd goed gedaan bij kinderen. Zeker wanneer het origineel erg tot de verbeelding spreekt. Tegenwoordig dromen kinderen weg bij treinen, brandweerauto's en zweefvliegtuigjes. Het middeleeuwse kind had dit met boten. Veel kinderen woonden ook in havensteden waar grote zeilboten in de havens lagen of in riviersteden waar de binnenschippers met boten vol koopwaar langsgleden. Gedurende sommige periodes heeft ook het vikingschip met zijn drakenkop goede tijden gekend.

Er was hierdoor altijd een ruime hoeveelheid speelgoedbootjes beschikbaar. Deze waren bijvoorbeeld gemaakt van kurkeik, wat natuurlijk goed blijft drijven.

Geluid maken

De fascinatie met het vieren van feesten maakte dat de middeleeuwers ook veel op hadden met muziek en dans. Muziek was alom aanwezig in de maatschappij. Dat was echter niet alleen vanwege de vrolijkheid. Het maken van geluid was ook expliciet bedoeld om boze geesten mee te verjagen. Van dit alles was speelgoed zeker niet uitgesloten. Ook het kind maakte graag een hoop geluid.

Voor oudere kinderen waren er in dit kader aangepaste muziekinstrumenten beschikbaar als fluitjes, trommels en ratels.

Opmerkelijk is echter het grote aantal rammelaars dat er beschikbaar was voor baby's en kleine kinderen. Rammelaars zijn op grote schaal geproduceerd en verhandeld. Vaak waren ze van aardewerk en hadden ze een bolle vorm waar steentjes in zaten. De steel was kort en paste goed in een kinderhandje.
Deze rammelaars waren, net als die van been en hout, voor de meeste mensen wel betaalbaar. Al hadden rijke kinderen vanzelfsprekend extra chique uitvoeringen, gemaakt van zilver of goud en niet zelden afgezet met edelstenen.

Opvallend is dat alle hier genoemde instrumenten of afgeleiden daarvan nog steeds veelgebruikt zijn tijdens het carnaval. Typisch een feest waarop boze geesten worden uitgedreven.

tollen / Bron: Pieter Brueghel the Elder (1526 1530–1569), Wikimedia Commons (Publiek domein)tollen / Bron: Pieter Brueghel the Elder (1526 1530–1569), Wikimedia Commons (Publiek domein)

De fabricage van middeleeuws speelgoed

Een gedeelte van het speelgoed werd gemaakt door ambachtslieden. Dat waren echter zelden gespecialiseerde vakmannen, want speelgoedmakers waren er nog niet. De meeste spullen werden vervaardigd door algemene ambachtslieden, voor wie dat een onderdeel van hun totale assortiment was. Pottenbakkers maakten kleine potten en pannen en rammelaars, meubelmakers en houtdraaiers maakten poppenmeubels, stokpaarden, tollen en hoepels en wagenmakers kwamen met vervoersmiddelen voor de kleine mens zoals trekwagentjes of sleeën.

De enige specialisatie die waarschijnlijk wél voorkwam was de poppenmaker. Er zijn zoveel fraai uitgevoerde, houten poppen gevonden, dat dit wel een apart ambacht moet zijn geweest. Het valt echter aan te nemen dat de markt voor dergelijke luxe poppen vrij klein was en het aantal professionele poppenmakers dus ook.
Wel lijkt het erop dat er in de late middeleeuwen in Duitsland al een soort van poppenindustrie bestond met een onderlinge werkverdeling. Voor het uitsnijden, beschilderen en aankleden van de pop werden steeds andere vaklieden aangezocht.

Een ander soort speelgoed dat zich al vroeg liet lenen voor serieproductie waren de tinnen figuurtjes. Het gieten van dergelijke spulletjes gebeurde met mallen, welke bovendien snel konden worden geleegd en hergebruikt. Er was dus een redelijke grote productie mogelijk.
Ook in Nederland kwam het gieten van miniaturen voor.

De kwaliteit van al dit speelgoed was hoog. De meeste ambachtsmannen waren ook echte vaklieden die de beste materialen kozen en hun producten secuur afwerkten.

Zeker in de late middeleeuwen was professioneel vervaardigd speelgoed niet alleen bestemd voor de rijke bovenlaag. Dat blijkt o.a. uit het feit dat er bewijs is gevonden dat ook weeshuizen speelgoed hadden.

Zelfgemaakt

Dat neemt echter niet weg dat veel speelgoed in de middeleeuwen zelfgemaakt was of dat er inventief werd omgegaan met afvalproducten, zoals bijvoorbeeld de botjes van de slager.
Het overgrote deel van de bevolking had maar weinig te besteden en dat in een tijd dat haast alles zwaarder op het huishoudbudget drukte dan tegenwoordig. Binnen dat kader was speelgoed toch een luxe product. Lappenpoppen, zelfgemaakte houten speeltjes en primitieve ballen zullen dan ook veel zijn voorgekomen.
Dat kon dan zowel door de volwassenen binnen een gezin als door de kinderen zelf zijn gefabriceerd.

Het moge echter duidelijk zijn dat de hoogwaardig afgewerkte spullen van meester ambachtslieden de tand des tijds doorgaans beter hebben doorstaan dan hun geïmproviseerde evenknieën. Dus hoe de verhoudingen tussen het ene en het andere speelgoed precies lagen, zullen we waarschijnlijk nooit weten.

Wel is het bekend dat zelfgemaakt speelgoed van dezelfde typen was als het professioneel vervaardigde. Het kende alleen een eenvoudigere uitvoering. Slechts een enkel speeltje, zoals bijvoorbeeld nootmolentjes, werden haast altijd door de kinderen zelf gemaakt. Maar dan hoorde dat ook bij het speelplezier.

Middeleeuwse speelgoedhandel

Er was beslist sprake van een levendige internationale handel in speelgoed. Dat gebeurde grotendeels door marskramers en andere rondtrekkende handelslieden die hun kramen opsloegen op lokale markten. Dat is niet van dezelfde orde als hedendaagse handel, maar veel speelgoed legde wel degelijk een lange reis af voor het zijn definitieve eigenaar bereikte.
Binnen dit kader stonden bepaalde gebieden bekend om hun productie van een bepaald type speelgoed. Zo zijn aardewerken rammelaars die in de 10de en 11de eeuw in België werden gemaakt tot in Noorwegen teruggevonden.

Lees verder

© 2011 - 2024 Varenna, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het spelende kind in Middeleeuws EuropaHet spelende kind in Middeleeuws EuropaIn de Middeleeuwen konden kinderen maar kort kind zijn. Vanaf dat ze een jaar of zeven waren moesten zij zich gaan voorb…
Viking Museum in stad Ribe - Museet Ribes VikingerViking Museum in stad Ribe - Museet Ribes VikingerRibe, de oudste stad in Denemarken, was eens een nederzetting van Vikingen en in de stad zijn restanten van het Vikingle…
Uit in Utrecht: het CatharijneconventHet Catharijneconvent is een voormalig klooster in het hartje van Utrecht op een steenworp afstand van de Dom. Door midd…
Egyptische kunst 13: Overeenkomst met Middeleeuwse kunstEgyptische kunst 13: Overeenkomst met Middeleeuwse kunstDe Egyptische kunst en de kunst van de Middeleeuwen zijn beide dienend. Ze staan in het teken van het heilige, het godde…

Mongolië in de tijdVandaag de dag ligt Mongolië geklemd tussen twee titanen: Rusland en China. Ooit was het echter anders. Ooit reden de Mo…
Belgische steden en hun bijnamen (locofaulisme)Belgische steden en hun bijnamen (locofaulisme)In België heeft zowat elke gemeente, elk dorp of elke stad een bijnaam of locofaulisme. Is de bijklank negatief, dan is…
Bronnen en referenties
Reactie

Roos Boum, 11-06-2011
Alweer een erg leuk artikel van Varenna's hand. Grappig dat kaatseballen via de muren, doet me veel aan squash denken! Reactie infoteur, 13-06-2011
Beste Roos,

Blij te horen dat je het een leuk artikel vindt. In Schotland zag ik trouwens de oudste tennisbaan ter wereld, waarbij ook nog gebruik werd gemaakt van de muren. De tennisrackets die werden gebruikt, waren grofweg gemaakt naar de vorm van een handpalm. Het is duidelijk dat zowel tennis als squash afstammen van het kaatsen.

Vriendelijke groeten,
Varenna

Varenna (113 artikelen)
Laatste update: 07-01-2015
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 12
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.