Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau (1666-1726)
Henriëtte Amalia, prinses van Anhalt-Dessau, was via haar moeder een achterkleinkind van de 'Vader des Vaderlands' Willem I van Oranje. Gezien haar afkomst was het haar ouders er alles aan gelegen om een goed huwelijk voor haar te sluiten en in 1683 gaf ze haar jawoord aan haar neef, Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz. Ondanks dat het huwelijk was gearrangeerd was het gelukkig te noemen, maar Henriëtte Amalia overleefde uiteindelijk haar beide zoons en man. In haar functie als regentes van haar oudste zoon wist ze zich weinig geliefd te maken in de noordelijke Nederlanden en vele regenten zagen haar dan ook liever gaan dan komen.
Inhoud
Amalia's vader, Johan George II /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Familie van Anhalt-Dessau
Henriëtte Amalia, prinses van Anhalt-Dessau, kwam op 16 augustus 1666 ter wereld in de Duitse stad Kleef. Ze was de tweede dochter en het vijfde kind van Johan George II (1627-1693), keurvorst van Anhalt-Dessau, en zijn vrouw, Henriëtte Catharina (1637-1708), prinses van Oranje. Via haar moeder was Henriëtte Amalia een rechtstreekse nakomeling van de 'Vaders des Vaderlands' Willem I van Oranje (1533-1584), die zij haar overgrootvader mocht noemen. Gedurende het huwelijk tussen Johan George en Henriëtte Catharina werden er tien kinderen geboren, waarvan de eerste drie kinderen tijdens of vlak na hun geboorte overleden. In 1665 werd hun oudste dochter, Elisabeth Albertine (1665-1706), geboren om een jaar later te worden gevolgd door de geboorte van Henriëtte Amalia. In de jaren daarna werden er nog drie dochters - Marie Eleonore (1671-1756), Henriëtte Agnes (1676-1729) en Johanna Charlotte (1682-1750) - en één zoon, genaamd Leopold (1676-1747), geboren.
Jeugd (Henriëtte) Amalia
Henriëtte Amalia werd vernoemd naar haar moeder en oma van vaderskant, Amalia van Solms (1602-1675), en werd voor het gemak kortweg Amalia genoemd. Haar jeugd bracht Amalia door op het familieslot in de Duitse plaats Dessau en ze kreeg onder andere les in geschiedenis en taalwetenschappen. Aangezien haar familie protestants was werd er veel tijd besteed aan het (leren) begrijpen van de beginselen van het gereformeerde geloof en de daarbij behorende leer van goed en kwaad (ethiek). Volgens diverse bronnen stond Amalia bekend als een intelligente jonge vrouw met een doortastend karakter, maar was helaas geen verschijning die de mannen het hoofd op hol deed slaan. Gezien haar afkomst was het voor haar ouders van groot belang om een goed huwelijk voor hun dochter te sluiten en met name Amalia's moeder nam hierbij een belangrijke rol op zich.
Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz
Aangezien huwelijk in de zestiende en zeventiende eeuw vooral bedoeld waren om verbonden te sluiten en macht te vergroten had Amalia's moeder het op een akkoordje gegooid met haar zus, Albertine Agnes van Nassau-Dietz (1634-1696). In 1683 arriveerde Albertine's zoon, Hendrik Casimir II (1657-1696), vorst van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, in de Duitse stad Dessau. Na een eerste kennismaking met zijn nicht Amalia bleek het tweetal het goed met elkaar te kunnen vinden en de plannen voor het aanstaande huwelijk werden gemaakt. Nog hetzelfde jaar traden Hendrik Casimir II en Henriëtte Amalia met elkaar in het huwelijk in Dessau waarna Hendrik Casimir direct terugkeerde naar de Nederlanden. Na alle voorbereiding voor haar eigen vertrek te hebben getroffen reisde Amalia in 1684 op achttienjarige leeftijd haar man achterna. Na aankomst in de Nederlanden werd ze in augustus 1684 feestelijk onthaald in de Friese stad stad Leeuwarden.
Amalia's man, Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Huwelijks geluk
Het feit dat Hendrik Casimir en Amalia het goed met elkaar konden vinden was vermoedelijk de reden dat hun huwelijk rijk aan kinderen was. Een jaar na haar aankomst in de Nederlanden schonk Amalia het leven aan een zoon, Willem George Friso (1685-1686), die helaas enkele maanden na zijn geboorte al overleed. Twee jaar later mochten Hendrik Casimir en Amalia echter hun zoon Johan Willem Friso (1687-1711) in hun leven verwelkomen, gevolgd door zes dochters:
- Henriëtte Albertine (1686-1754)
- Maria Amalia (1689-1771)
- Sophia Hedwig (1690-1734)
- Isabella Charlotte (1692-1757)
- Johanna Agnes (1693-1765)
- Louise Leopoldina (1695-1758)
- Henriëtte Casimira (1696-1738)
Familievete
Door de zwakke gezondheid van Hendrik Casimir had hij in de loop der jaren ruzie gekregen met zijn neef, prins Willem III van Oranje (1650-1702), stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre, Zutphen en Overijssel. Hendrik Casimir nam het Willem III namelijk niet in dank af dat deze had duidelijk gemaakt dat hij aanspraak zou maken op de bezittingen en titels van Hendrik Casimir in het geval deze - kinderloos - zou komen te overlijden. Gezien de macht die Willem III als prins van Oranje en als matriarch van de dynastie Oranje-Nassau had, had de moeder van Hendrik Casimir in het verleden al diverse keren geprobeerd om de neven hun ruzie te laten bijleggen, maar helaas zonder resultaat. Nu Johan Willem Friso de enige mannelijke erfgenaam van Hendrik Casimir was vreesde zijn moeder Amalia voor zijn toekomst als zijn vader zijn ruzie met Willem III niet zou bijleggen. Samen met haar schoonmoeder lukte het Amalia om Willem III en Hendrik Casimir in 1694 vrede te laten sluiten en om te laten zien dat de vrede hem menens was benoemde de (kinderloze) Willem III zijn achterneef Johan Willem Friso tot zijn enig universeel erfgenaam.
Overlijden Hendrik Casimir
Op 25 maart 1696 kwam het leven van de familie Nassau-Dietz plotseling tot stilstand toen Hendrik Casimir II op negenendertig jarige leeftijd volledig onverwachts overleed. Op het moment van zijn overlijden was Amalia hoogzwanger en in juli van dat jaar schonk ze het leven aan dochter Henriëtte Casimira, uiteraard vernoemd naar haar overleden vader. Het overlijden van Hendrik Casimir betekende niet alleen dat dat Amalia achterbleef met de zorg voor acht kleine kinderen, maar ook dat haar oudste zoon, Johan Willem Friso, officieel in de voetsporen van zijn vader trad. Ondanks dat Johan Willem Friso pas negen jaar oud was werd hij niet alleen vorst van Nassau-Dietz, maar tevens stadhouder van Friesland en Groningen. Het gewest Drenthe was toegekend aan zijn vaders neef, Willem III van Oranje. Aangezien Johan Willem Friso nog veel te jong was om de taken die hoorden bij zijn titels op zich te nemen werd bepaald dat zijn moeder zou optreden als zijn regentes.
Amalia's zoon, Johan Willem Friso van Nassau-Dietz /
Bron: Louis Volders, Wikimedia Commons (Publiek domein)Regentes Amalia
Amalia werd na het overlijden van haar man benoemd als regentes van het graafschap Nassau-Dietz en trad tevens op als regentes voor de Staten van Friesland en Groningen. Op het gebied van de militaire opvoeding van haar zoon besloot ze niemand minder dan Willem III te vragen om haar te helpen en op deze manier werd de kleine Johan Willem Friso in alle rust op zijn toekomstige taken voorbereid. Aangezien het bedrijven van politiek volledig nieuw was voor Amalia kreeg ze het advies om zich open op te stellen en compromissen te sluiten, twee dingen die voor Amalia erg moeilijk bleken te zijn. Ze bouwde al snel een haat/liefde verhouding op met de regenten van haar Staten en na het overlijden van prins Willem III van Oranje kreeg ze er ook nog een harde dobber aan om de erfenis van haar zoon te verdedigen. Aangezien Willem III de Nederlandse Staten-Generaal had benoemd tot zijn executeurs-testamentair moest Amalia bij alle regenten van de zeven gewesten van de Nederlanden lobbyen om haar zin te krijgen.
Mislukking
Naast Johan Willem Friso had ook de toenmalige koning van Pruisen zich in de strijd om Willems nalatenschap gemengd en aangezien hij een neef van Willem III was, had hij genoeg rechten om de titel van prins van Oranje te claimen. Dat Amalia de subtiliteit miste om het politieke spel te spelen bleek wel toen zowel de koning van Pruisen als haar zoon de titel van prins van Oranje mocht gaan voeren en het merendeel van de Nederlandse regenten haar liever zag gaan dan komen. Ze gedroeg zich hooghartig en was bovendien onvriendelijk tegen de mensen die ze juist ter vriend moest houden. Terwijl haar regentschap in de Nederlanden misschien wel als een mislukking getypeerd mocht worden werd ze in de stad Dietz juist op handen gedragen door de vele verbeteringen die ze daar wist door te voeren. Amalia's regentschap voor de Nederlandse gewesten eindigde in het jaar 1707 toen Johan Willem Friso meerderjarig werd en na vele jaren het politieke belang te hebben gediend had ze nu weer tijd voor andere dingen.
Verhuizing
Nu haar zoon officieel stadhouder was van Friesland en Groningen werd het tijd om een goed huwelijk voor hem te sluiten en Amalia liet haar oog vallen op Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), een kleindochter (via moederskant) van 'Vader des Vaderlands' Willem I van Oranje. Na een eerste kennismaking in 1707 bleken Johan Willem Friso en Maria Louise het goed met elkaar te kunnen vinden en in 1709 traden ze in het huwelijk in de Duitse stad Kassel. Nu ook haar oudste zoon onder de pannen was zat Amalia's taak in de Nederlanden erop en ze besloot met haar zes ongehuwde dochters te verhuizen naar de Duitse stad Dietz. Ze nam haar intrek in slot Oraniënstein, een familiebezit van de familie Nassau-Dietz, en bouwde het slot in de jaren 1707 tot en met 1709 om tot een barok paleis. Mede door de komst van Amalia en haar dochters naar Dietz kwam er leven in de brouwerij en de economie begon gestaag te groeien. Iets waar de bevolking van de stad hun regentes Amalia zeer dankbaar voor was.
Amalia's kleinzoon, Willem IV van Oranje-Nassau /
Bron: Unidentified, Wikimedia Commons (Publiek domein)Laatste jaren
In juli 1711 ontving Amalia het schokkende bericht dat haar zoon, Johan Willem Friso, was verdronken in het Hollands Diep en ze besloot direct terug te keren naar Leeuwarden. Johan Willem Friso liet bij zijn overlijden niet alleen een één jaar oude dochter, Anna Charlotte Amalie (1710-1777), achter maar ook een vrouw die ruim zeven maanden zwanger was. In september 1711 schonk weduwe Maria Louise het leven aan een gezonde zoon én wettelijk opvolger die de naam, Willem Carel Hendrik Friso (1711-1751), kortweg Willem IV, kreeg en direct na zijn geboorte werd benoemd tot stadhouder van Friesland en Groningen en vorst van Nassau-Dietz. Aangezien Willem IV, net als zijn vader in het verleden, te jong was om de bijbehorende taken uit te voeren besloten de Staten van Friesland om een regent aan te wijzen en oma Amalia bood zich vrijwillig aan.
Overlijden
Helaas waren de Staten van Friesland het gedrag van Amalia in het verleden nog niet vergeten en omdat ze op veel betere voet stonden met Maria Louise, kregen zij en haar vader de voogdij over Willem IV. Voor Amalia betekende dit dat ze niet langer meer regentes was van Nassau-Dietz en ze besloot terug te keren naar de Nederlanden. Ze nam haar intrek in Huize Oranjestein, gelegen op het Friese landgoed Oranjewoud, dat ze via haar schoonmoeder, Albertine Agens, had geërfd. Hoe Amalia haar dagen doorbracht nu haar rol op politiek gebied was uitgespeeld was niet duidelijk, maar op 18 april 1726 blies ze op een leeftijd van 59 jaar haar laatste adem uit. Gezien het feit dat ze weinig geliefd was geweest in de Nederlanden werd Henriëtte Amalia in een marmeren sarcofaag begraven in de Stiftskerk te Dietz.
Nagedachtenis
Henriëtte Amalia's nagedachtenis was in de Nederlandse geschiedenisboeken niet al te rooskleurig. Een beeld dat ze mede door haar gedrag over zich zelf had afgeroepen. Zoals eerder gezegd stond Amalia bekend als een zeer intelligente vrouw, iets dat vele mannen beangstigden in de zeventiende eeuw, maar ook als hooghartig en onvriendelijk. In plaats van vriendschappen te sluiten met haar regenten wist ze het merendeel van hen tegen zich in het harnas te jagen door haar doortastende en (soms zelfs) botte karakter. Na haar dood bleek ook dat Amalia een enorm gat in haar hand had gehad. Zo waren veel kosten voor de verbouwing van het slot in Dietz maar deels of helemaal niet betaald en ook haar administratie was een enorm puinhoop. Nadat men de balans had opgemaakt bleek ze haar kinderen niets anders dan een berg schulden te hebben nagelaten.