Paul Gauguin – Post-impressionist

De carrière van Paul Gauguin was een zeer ongebruikelijke. Aanvankelijk was hij een effectenmakelaar, maar zijn passie voor de schilderkunst zette zijn leven volledig op de kop. Zijn kleurenspel was van invloed op de Fauvisten en zijn modelering had invloed op de Noorse schilder Edvard Munch en de latere expressionisten.

Jeugd

Gauguin werd geboren in Parijs op 7 juni 1848. De jeugd van Gauguin was een voorproefje voor de rest van zijn leven en werd gekenmerkt door reizen. Hij was de zoon van een Franse vader en een Peruviaanse moeder. Vanwege politieke redenen moest de familie Frankrijk verlaten en vertrok het gezin naar Peru. Tijdens de zeereis overleed zijn vader en na zes jaar keerde moeder, zoon en dochter terug in Frankrijk. Op zijn zeventiende ging hij werken bij een handelsvloot en reisde opnieuw naar Zuid-Amerika, maar ook naar Polynesië.

Effectenmakelaar en hobby-schilder

In 1872 ging hij werken als effectenmakelaar en hij begon uit hobby te schilderen. Al snel groeide zijn interesse voor de schilderkunst en in 1874 maakte hij kennis met Pissarro en hij nam deel aan de tentoonstellingen van de Impressionisten. In 1873 trouwde hij met een Deense en ze kregen vijf kinderen samen. Dankzij zijn goede inkomen kon hij het zich veroorloven om impressionistische schilderijen te kopen. Het leven van Gauguin veranderde dramatisch in 1883, hij gaf zijn baan als effectenmakelaar op, daarbij geholpen door de financiële problemen op de beurs. In 1884 verhuisde de familie naar Denemarken en in 1885 keerde Gauguin terug naar Frankrijk om fulltime te gaan schilderen.

Exotisme

Gauguin werd gefascineerd door het exotische en in 1887 ging hij op reis naar Panama en Martinique. Hij zocht steeds meer inspiratie bij primitieve culturen. In 1888 keerde hij terug naar Frankrijk waar hij ging werken in Pont Aven, waar hij al eerder schilderde. Hier zette hij definitief een punt achter zijn impressionistische manier van werken. Hij begon vormen te vereenvoudigen, liet details achterwege zodat alleen het essentiële overbleef. Later vertrok hij naar Arles, waar hij enige tijd werkte met Vincent van Gogh. Van Gogh maakte hem bekend met de Japanse schilderkunst, die in de negentiende eeuw erg populair was. Deze stijl beïnvloedde het werk van Gauguin, in sommige werken is duidelijk de typisch tweedimensionale stijl te herkennen.

Primitieve stijl

In 1891 begon Gauguin veel werken te verkopen om zo een reis naar Tahiti te bekostigen. Dankzij Degas, die een schilderij van hem kocht, was hij daadwerkelijk in staat om op reis te gaan. In Tahiti aangekomen werd hij sterk aangetrokken door de lokale vrouwen en hij schilderde een paradijselijk Oceanië. Hij brak volledig met de Westerse schilderstijl en begon op een total nieuwe manier te schilderen, gebruik makend van felle kleuren.

Vanwege ziekte keerde hij terug naar Frankrijk 1894, maar zijn schilderijen werden er niet gunstig ontvangen. Gauguin was teleurgesteld door de kritiek. In 1895 keerde hij definitief terug naar Tahiti. In 1897 schilderde hij zijn meesterwerk, een monumentaal werk "Waar komen we vandaan? Wat zijn we? En waar gaan we naar toe?" Vlak na dat hij dit werk schilderde probeerde hij zelfmoord te plegen.

Schrijven

In deze periode begon Gauguin ook te schrijven. Hij begon aan een boek over zijn ervaringen in Tahiti, 'Noa Noa', maar het boek kwam helaas niet af. Ook begon hij houtsnedes te maken, waarvan hij ere en aantal wilde gebruiken voor zijn boek. Ook zette hij zijn eigen tijdschrift op 'Le sourire' en een politiek tijdschrift 'Les Guepes'. Daarnaast schreef hij nog een aantal andere autobiografische werken.

Marquesas Eilanden

In 1901 verhuisde hij naar een van de Marquesas Eilanden, Hiva Oa, waar hij in 1903 overleed.