Han van Meegeren en zijn schilderij de Emmausgangers
Het vervalsen van kunst is een criminele activiteit die altijd al heeft plaatsgevonden en is daarbij niet anders dan andere misdrijven: Het aantal niet ontmaskerde daders is groot. Meestervervalser Han van Meegeren (1889-1947) maakt een belangrijk deel uit van deze geschiedenis. Zowel in het binnenland als het buitenland is er veel over van Meegeren geschreven. In 1947 gaf van Meegeren voor de rechter aan schuldig te zijn van het maken van kunstvervalsingen en werd veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Deze zaak blijkt, binnen de geschiedenis van kunstvervalsing, een van de meest bekende te zijn. Er ontstond een golf van publiciteit en was wekenlang voorpagina nieuws. Het publiek genoot van de blunders die de kunstexperts hadden gemaakt. Dit leedvermaak ging gepaard met bewondering voor van Meegeren die op eigen hand een vermogen bij elkaar had geschilderd. Van de een op de andere dag werd hij gezien als beroemdheid en gewaardeerd kunstenaar.
Wat is de waarde van de schilderijen van Van Meegeren
De grote vraag die ontstaat naar aanleiding van zijn succes bij het publiek is wat zijn schilderijen nu waard zijn. Natuurlijk was het een enorme prestatie om zo te schilderen dat de experts zijn werken konden toeschrijven aan oude meesters, maar bij schilderijen draait het niet alleen maar om de voorstelling. Toch is ook het verhaal achter zijn werken wellicht even interessant of misschien wel interessanter dan dat van de oude meesters. Zijn de schilderijen van Van Meegeren, na bekendmaking dat het een vervalsing betreft, minder waard dan wanneer ze werden toegeschreven aan Vermeer?
De Emmausgangers van Van Meegeren
Met name het schilderij genaamd ‘De Emmausgangers’ heeft binnen de kunstgeschiedenis voor veel opschudding gezorgd. In 1936 verscheen er een boek, geschreven door de toenmalige directeur Hannema van Museum Boymans van Beuningen, met als onderwerp; de Noord – en Zuid Nederlandse schilderkunst. In dit boek merkte Hannema op dat er slechts één werk van de kunstenaar Vermeer bekend was waarop een Bijbelse voorstelling stond afgebeeld. Het betreft het werk ‘’Christus in het huis van Martha en Maria’’ en vertoonde invloeden van de Italiaanse kunstenaar Caravaggio. Volgens Hannema zouden naast dit schilderij ook nog andere Bijbelse voorstellingen van Vermeer bestaan die ook beïnvloed zijn door Caravaggio. Deze waren echter nog niet ontdekt. Meestervervalser Han van Meegeren had tijdens zijn bezoek aan Italië een dergelijk schilderij van Caravaggio gezien genaamd de Emmausgangers en lag het volgens hem voor de hand om dit schilderij als inspiratiebron te gebruiken en een vervalsing te maken die uiteindelijk toegeschreven zou worden aan Vermeer. Hij ontwikkelde een methode om craquele in zijn nieuwe werk te gebruiken.
De experts de Emmausgangers van Van Meegeren
Dr. Bredius, van 1889 tot 1909 directeur van het Mauritshuis, en kunstkenner bij uitstek kreeg het werk onder ogen, sloeg één blik op het werk en verklaarde dat dit een van de mooiste werken van Vermeer betrof die hij ooit heeft mogen aanschouwen. Bredius schreef een enthousiaste brief naar museum directeur Hannema. Hannema zou het werk in Parijs aanschouwen aangezien deze zich daar in een kluis bevond. Het was door een restaurator schoongemaakt zodat de kleuren beter tot zijn recht zouden komen, hiermee heeft deze restaurator onbewust een indruk van historische authenticiteit aan het werk meegegeven. Hannema sprak na het bezichtigen van het werk als volgt;
‘De kleuren zijn ook hier karakteristiek voor den kunstenaar. Het diepe, stralende gewaad van Christus trekt dadelijk de aandacht, mede als contrast met het citroen-geel van de pij van de rechtsche figuur. De discipel links is gekleed in het fijnste parel-grijs, dat men zich denken kan. De dienstmaagd tenslotte is in zwart-grijs met een vlek bruinrood. Het is een kleurengamma dat geen andere kunstenaar weet te openbaren’.
Zo een uniek stuk mocht niet in buitenlandse handen vallen. Het werk werd aan de collectie van museum Boymans toegevoegd. Het had weinig gescheeld of het werk was eigendom van het Rijksmuseum. Het Rijksmuseum was namelijk bereid om twee van zijn belangrijkste werken in langdurig bruikleen aan Museum Boymans af te staan, het betrof de Liefdesbrief van Vermeer en de Kelderkamer van Pieter de Hoogh.
Meestervervalser Han van Meegeren
Er is veel gezegd en geschreven over meestervervalser Han van Meegeren. ‘’Iemand die vervalste, kon geen kunstenaar zijn, en zeker geen kunstenaar met eigen inbreng’’. Aan het werk van van Meegeren werd daarom geen artistieke waarde toe gekend en zijn werk werd niet hoog aangeslagen. Zij het, dat deze visie vooral ontstond ná de bekendmaking dat het geen Vermeer maar een van Meegeren betrof. Het rijksmuseum werd onwillig bezitter van maar liefs 5 werken van van Meegeren, deze bevinden zich tot op de dag van vandaag in depots van het museum. Een conservator sprak als volgt:
‘’Ze horen hier niet thuis. We hebben hier zoveel moois in huis, wat moeten we hier nou mee?’’
Net als museum Boymans schaamt men zich voor wat er gebeurd is. Zo werden de Emmausgangers uiteraard aan het museum Boymans teruggegeven en werd het werk eveneens in het depot verborgen. Het publiek protesteerde en eiste dat het werk tentoongesteld zou worden. In het jaar 1971 werd het werk, naar wens van het publiek, tentoongesteld. Echter kreeg het plaats in een afgelegen hoek, ver van de collectie van het museum. Het werk kreeg enkele malen een andere plaats toegewezen maar niet meer in originele staat; de signatuur van van Meegeren ontbrak door overschildering, óf verwijdering. Niemand die het weet.