Verschil in waardering tussen authenticiteit en vervalsing
Han van Meegeren schokte de kunstwereld toen bekend werd dat diverse schilderijen die toegeschreven waren aan Vermeer, in feite van zijn hand waren. Deze schilderijen zijn tot de dag van vandaag nog steeds in bezit van diverse musea. Er is echter een verschil in de waardering van deze werken. Kunstkenners schaamden zich voor het werk van van Meegeren. Dit in tegenstelling tot het publiek, dat graag zijn werk zou willen aanschouwen. Wat maakt het verschil in waardering van authenticiteit voor kunstkenners en leken?
Is er verschil in waardering tussen kunstkenners en leken over authentieke schilderijen?
Wat maakt het verschil in waardering van authenticiteit voor kunstkenners en leken? Hierbij wil ik benadrukken dat kunstkenners en leken geen twee groeperingen vormen die in hokjes te plaatsen zijn. Mensen hebben hun eigen mening en voorkeur. Desondanks is uit literatuuronderzoek naar voren gekomen dat over het algemeen een bepaald beeld bestaat die de kunstkenners en leken beschrijven. Indien een origineel object niet voorhanden is kunnen mensen mijns inziens het makkelijker accepteren om een kopie van het desbetreffende object tentoon te stellen. Hierdoor kan men zich voorstellen hoe het in feite geweest zou zijn. De geschiedenis komt tot leven. Maar wanneer dit originele object wel bestaat maar niet tentoongesteld wordt betekent dit dan dat mensen minder waarde hechten aan de kopie? Het is immers niet hét origineel. Is dat wat we zien, onze waarneming dan minder waard en waar ligt dit verschil in waardering?
Onderzoek naar de inzet van kopieën in musea
In de scriptie ‘’Zo goed als echt? Erfgoedwaarden en kopieën van kunst” is onderzocht of tentoonstellingen in verschillende specialistische kunstcentra beschouwd kunnen worden als voorbeeld van een succesvolle inzet van kopieën in kunst museale context. Reacties tijdens deze tentoonstellingen zijn met elkaar vergeleken. Uit onderzoek is gebleken dat door het inzetten van kopieën de bezoeker het werk optimaal kan bewonderen. In feite kun je er met je neus bovenop staan waardoor je meer details kunt zien, iets wat in een museum met originele werken natuurlijk niet te verwezenlijken is. Daarnaast bleek dat niet alle bezoekers de inauthenticiteit van de tentoonstellingen konden accepteren. De ‘leken’ daarentegen lijken eerder enthousiast te reageren dan de ‘kunstkenner’• Deze resultaten sluiten aan bij het onderzoek van Pommerehne en Granica(1995), waaruit blijkt dat mensen uit de kunstwereld eerder hun neus ophalen dan ‘het gewone volk’ . In totaal namen 166 mensen deel aan het onderzoek en dan vooral mensen die geïnteresseerd waren in kunst. In totaal werden er 41 criteria beschreven. Deze zijn onder te verdelen in 3 subgroepen: esthetisch, financieel en historisch. Is het van belang dat mensen het werk mooi vinden, waarde hechten aan de prijs of vooral de historische waarde bepalend laten zijn ten opzichte van schilderkunst?
Uit de resultaten is gebleken dat de esthetische aspecten belangrijker worden geacht dan de financiële en historische aspecten. Dit geldt zowel voor origineel werk als voor reproducties. Naast deze resultaten is een apart onderzoek uitgevoerd waarbij gekeken werd naar ‘willingness to pay’’.
Hieruit is gebleken dat mensen minder bereid zijn om veel te betalen voor een reproductie als het origineel niet meer bestaat of onvindbaar blijkt te zijn. Indien het originele werk bestaat betalen mensen meer voor een reproductie. Het werkelijke bestaan van het origineel koppelt men aan de historische waarde. Hieruit kunnen we mogelijk concluderen dat er toch waarde wordt gehecht aan de historische aspecten van een schilderij. Dit maakt het niet gemakkelijk om de esthetische en historische aspecten volledig los te zien van elkaar. Ze vullen elkaar immers aan en maken een schilderij meer kostbaar. Verder onderzoek naar de relatie tussen esthetische aspecten en historische aspecten zijn gewenst. Het onderzoek toonde ook aan dat kunstkenners meer belang hechten aan de historische en financiële aspecten dan leken. Zij staan niet achter de esthetisch verhoogde waarde van reproducties. Het mooier maken van reproducties tast de historie aan.
Het aura van een kunstwerk
Ook de ideeën van Tollebeek en Verschaffel sluiten hierbij aan die er vanuit gaan dat voorkennis ook een grote rol speelt bij de waardering van een object. Een feit dat we allemaal wel zullen herkennen op een bepaald gebied waar je eigen interesse ligt. Zodra men zich meer verdiept in bepaalde materie voegt het een intrinsieke motivatie toe om deze materie nog meer te waarderen. De Russische kunstenaar Gennady Goushchin is van mening dat reproducties een eigen leven gaan leiden naast het origineel. Ze ondermijnen het aura van het originele werk. Desondanks worden ze met dezelfde criteria beschreven, roepen esthetische ervaringen op, en worden vaak ook ingelijst als een schilderij. Maar wat is het aura van een kunstwerk waar Gennady Goushchin over schrijft?
Sommige critici, waaronder de Duitse filosoof Walter Benjamin, menen dat het kunstwerk de ervaring van nabijheid biedt, de fysieke nabijheid van het verleden, van de kunstenaar in zijn tijd die dit heeft aangeraakt. Volgens Alex Rüger, directeur van het Van Gogh-museum, is in het gereproduceerde schilderij het handschrift van de meester, zijn ziel en zaligheid weggevaagd. Ook hier is sprake van een combinatie tussen esthetische en historische waarde.
De cultuur van kopieën en reproducties heeft gevolgen voor onze beleving van kunst. Veel mensen kennen de teleurstellende ervaring als ze de Mona Lisa van Da Vinci of het Meisje met de parel van Vermeer voor het eerst in het museum bezichtigen. Ze hebben al zo veel afdrukken van zulke beroemde beelden gezien in boeken, films, op mokken, en andere verkoopartikelen, daar kan het origineel nauwelijks meer tegenop. Het aura kan alleen beleefd worden als er moeite voor wordt gedaan; als de beschouwer alle tijd neemt om de materialiteit van het schilderij te ervaren, zoals die vaak verloren gaat in de reproductie.