Breitner, schilder en fotograaf

Jonge jaren
Breitner werd geboren in Rotterdam als zoon van Johann Wilhelm Heinrich Breitner en Marie Anne Henriëtte Gortmans, beiden van Duitse afkomst. Zijn vader was werkzaam voor de graanhandelaren Van Stolk en werd later commissionair in granen. Breitner ging tot zijn veertiende naar school. Daarna ging hij, eerst bij het kantoor van zijn vader en later elders, werken in de graanhandel. In zijn vrije tijd tekende hij en volgde hij tekenles bij Neurdenberg. De schilder Rochussen adviseerde Breitner om tekenles aan de Academie te gaan volgen. Hij volgde dit advies op en kreeg vier jaar lang tekenles aan de Academie, tot hij om redenen van zijn gedrag verwijderd werd.In die tijd kreeg Breitner veel steun van Rochussen en Van Stolk die werk van hem kochten. Hij deed tevergeefs een poging om schilderles te krijgen van bekende schilders uit die tijd: Rochussen, Sadée en Blommers. Hij volgde kunstlessen aan diverse instellingen en vond een betrekking als leraar handtekenen aan de Leidsche schilder- en tekenacademie Ars Aemula Naturae. Op voordracht van de schilder Weele werd hij in 1879 buitengewoon lid van Pulchri Studio in Den Haag om een jaar later volwaardig lid te worden.
Hij woonde inmiddels in Den Haag en maakte ook uitstapjes naar Dordrecht, Delft, Schiedam en Rotterdam. Het is nu haast ondenkbaar maar de later zo beroemd geworden schilder Breitner verkocht in zijn eerste jaren als schilder zo weinig dat hij honger leed en daardoor zelfs in het ziekenhuis terechtkwam. Breitner werkte samen met Van Gogh en werd door Willem Mesdag gevraagd om mee te werken aan zijn, inmiddels beroemde, panorama. Hij had inmiddels naam verworven met zijn werken van paarden en militaire taferelen. In 1884 ging hij naar Parijs waar hij in aanraking kwam met het impressionisme. Deze schilderstroming heeft veel invloed op zijn werk gehad.
Amsterdam
In 1886 vertrok Breitner van Parijs naar Amsterdam. In deze stad zou hij de rest van zijn leven blijven werken. Hij schreef zich in voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten onder directeur August Allebé. Deze droeg hem voor als lid van Arti. Hij werd aangenomen, eerst als kunstlievend en later als stemhebbend lid van deze prestigieuze kunstenaarsvereniging. In die tijd kwam Breitner in aanraking met vele jonge kunstenaars die uit het hele land naar Amsterdam kwamen. Zo kwam hij ook in contact met De Tachtigers, een groep kunstenaars rond het tijdschrift De Nieuwe Gids, met een vernieuwende blik op de kunstwereld. Amsterdam is het decor van veel van Breitners werken. Menig straattafereeltje is hier door hem vastgelegd. Het werk dat Breitner in Amsterdam maakte laat de belangrijkste thema's uit zijn indrukwekkende oeuvre zien.Thema's
Thema's die de tekeningen, aquarellen en schilderijen van Breitner kenmerken zijn (zelf)portretten, stillevens, landschappen, paarden, de stad (Amsterdam), het naakt en exotisme. Het voert te ver om al deze thema's te behandelen, daarom een kleine greep.Zijn zelfportretten laten een man zien die erg tevreden over zichzelf was. Ze stralen uit dat de maker niet van plan was zich te conformeren aan zijn omgeving. De zelfportretten waren in eerste instantie bedoeld voor de schilder zelf en zijn vrienden. Niettemin zijn ze ook veel geëxposeerd. Opvallend is een zelfportret uit - waarschijnlijk - 1888 waarop het lijkt alsof Breitner vanaf de zijkant van het olieverfschilderij het beeld inloopt.
Net als Van Gogh had Breitner belangstelling voor exotische kunst. Van Gogh liet zich inspireren door Japan. Ook Breitner werd hierdoor beïnvloed, wat wel aangeeft hoever de invloed van Japan al in die tijd reikte. Van Breitner zijn vooral zijn werken van 'meisje in kimono' bekend. Model voor deze schilderijen in olieverf in diverse formaten stond Geesje Kwak. Zij was een hoedenverkoopster uit Zaandam die met haar zuster naar Amsterdam kwam. De zussen kwamen in contact met Breitner die beiden heeft geschilderd maar vooral Geesje. Bijna elk van deze werken is gebaseerd op een foto. Deze dienden echter meer als houvast dan dat hij ze slaafs naschilderde. Geesje poseerde wel degelijk tijdens het schilderen. Het Japonisme werd gedurende een relatief korte periode door Breitner beoefend. Geesje vertrok na deze korte periode naar Zuid-Afrika waar zij op 22-jarige leeftijd overleed aan tuberculose.
Van 20 februari tot en met 22 mei 2016 vindt in het Rijksmuseum in Amsterdam een expositie plaats met de titel 'Breitner: Meisje in Kimono'. Tijdens deze expositie is voor de eerste keer de volledige serie van veertien schilderijen van Geesje Kwak te zien, zoals die tot nu toe bekend zijn. Er bevindt zich voor het eerst ook een exemplaar bij uit een particuliere collectie waarop Geesje in een rode kimono is te zien. Ook worden er tekeningen, schetsen en foto's getoond die Breitner in de voorbereiding gebruikte.
Breitner heeft de meeste faam verworven met zijn stadsgezichten van Amsterdam. De industriële revolutie was volop in gang, wat terug te zien is in de werken van Breitner. Hij hield van grijs weer en de vallende avond. Op een regenachtige dag wordt de term 'Breitnerweer' nog steeds gebruikt. Terugkerende onderwerpen zijn de paardentram, bouwwerkzaamheden, dienstmeisjes op straat en de stad bij nacht. Vooral van de Dam heeft hij prachtige avondgezichten geschilderd. Breitner heeft op verschillende plekken in de stad gewoond. Op zijn schilderijen neemt hij het niet altijd even nauw met de werkelijkheid. Hij laat soms hele gebouwen weg. Het gaat meer om een impressie van het stadse leven dat hij fascinerend vond. Hij trok met zijn schetsboeken en fototoestel door Amsterdam en legde het leven van alledag vast. Hij zag zichzelf dan ook als schilder van het volk. Als het volk beschouwde hij de Jordaanse Amsterdammers. Zijn schilderijen zijn onder andere te zien in het Rijksmuseum en het Stadsarchief in Amsterdam en het Gemeentemuseum in Den Haag.