Katsushika Hokusai: van arm naar wereldberoemd
Wie kent de prent van 'De Grote Golf van Kanagawa' (1823-1829) niet? Het is een van de wereldberoemde houtsneden van de Japanse kunstenaar Katsushika Hokusai, het eerste en bekendste werk uit de serie '36 gezichten op de berg Fuji'. Een gevecht tussen de golven en de roeiers in de bootjes dat al eeuwenlang wordt bewonderd. Hoe is Hokusai beroemd geworden en wat maakt zijn houtsneden zo bijzonder dat ze vandaag nog steeds worden afgedrukt en bekeken? Hoe groeide deze arme jongen uit tot wereldberoemd kunstenaar?
Armoedige jeugd
Katsushika Hokusai werd op 23 september 1760 geboren in Tokio en overleed 89 jaar later in 1849. Hokusai was een Japanse kunstenaar die onder andere prenten, schilderijen en tekeningen maakte. Het bekendst is hij geworden om zijn houtsnedes, in de stijl die in het Japans ukiyo-e worden genoemd. Pas op zijn 46e nam hij de naam Hokusai aan, daarvoor heeft hij meer dan 30 verschillende namen gebruikt.
Over Hokusai’s jeugd is weinig bekend, behalve dat het waarschijnlijk is dat hij opgroeide bij de familie Nakajima als Nakajima Tokitaro, waar hij mee moest helpen de kost te verdienen omdat de familie niet veel geld had. Hokusai toonde al vanaf jonge leeftijd erg veel belangstelling voor het maken van prenten en van zijn 14e tot zijn 18e is hij in de leer gegaan bij een graveur die hem de kunst van het houtsnijden leerde. Op zijn 19e ging Hokusai werken in het atelier van de bekende houtsnijkunstenaar Katsugawa Shunso, onder wiens naam hij veel prenten heeft gemaakt. Nadat Hokusai in 1785 werd weggestuurd vanwege meningsverschillen met Shunso op artistiek gebied, heeft Hokusai een tijd in armoede geleefd.
Privéleven
Hokusai is twee keer getrouwd geweest en heeft bij elkaar vijf kinderen gekregen. Zijn eerste zoon en zijn kleinzoon zorgden ervoor dat hij door geldschulden op de vlucht moest gaan. In totaal heeft Hokusai 93 huizen gehad, waarvan bij veel de huur te duur werd waardoor hij weer moest verhuizen.
Ziekte en overlijden
In zijn 68e levensjaar genas Hokusai van een beroerte door middel van traditionele geneeskunde. Tien jaar later, in 1839, zijn veel van zijn aantekeningen en schetsen verloren gegaan nadat zijn huis afbrandde. Nadat hij in 1834 met pensioen was gegaan, verhuisde Hokusai naar Uruga, waar hij zijn naam weer veranderde. Zijn dochter heeft hem in zijn laatste jaren verzorgd, ook zij was een getalenteerd kunstenaar, maar ze richtte zich voornamelijk op schilderen. Toen Hokusai overleed in 1849 werd zijn lichaam begraven in de Seikyo-ji-tempel in Tokio.
Beeldaspecten
Er zijn meerdere beeldaspecten van groot belang voor de werken van Hokusai. Zo is de vorm van de prenten, de gestileerde realiteit die wordt afgebeeld, een essentieel aspect in zijn kunst. Ook het kleurgebruik is erg kenmerkend, er worden in de houtsnede prenten precies genoeg kleuren gebruikt om duidelijk te maken wat er is afgebeeld. Door het gebruik van weinig kleuren is aan de kleuren die wel in de prenten zijn verwerkt gelijk te zien wat voor een sfeer het werk heeft, zoals de rustgevende en warme uitstraling van de prent hiernaast. Naast de vorm en de kleur is ook de lijnvoering opvallend, zo laten de rechte of kromme lijnen in Hokusai’s werk precies zien welk reliëf het landschap heeft of met welke snelheid het water stroomt. Door het gebruik van houtsneden staan alle vormen strak naast elkaar en tegelijkertijd toch van elkaar gescheiden, er zijn vrijwel geen vloeiende overgangen. Hierdoor zijn de prenten niet geheel realistisch te noemen maar ze proberen wel de werkelijkheid weer te geven. De details zoals de krullen aan de golven of de witte stipjes die waterdruppeltjes voorstellen op elke prent zorgen ervoor dat Hokusai’s werken afbeeldingen zijn van de gestileerde realiteit.
Het verhaal achter de werken
Hokusai wil zoveel mogelijk laten zien hoe sterk de natuur is. Dat de mens ook deel is van de natuur is goed terug te zien in onder andere
De Grote Golf van Kanagawa, waar zowel de kracht van het water als de kracht van de roeiers in de bootjes is afgebeeld. Ook de kracht van de liefde werd door Hokusai afgebeeld in een vorm uit de natuur, bijvoorbeeld als karpers die tegen de stroming inzwemmen. In Japan staat het woord ‘’koi’’ voor karper, maar ook voor liefde. De koi karper kan tegen de stroming in zwemmen, liefde is dus onoverwinnelijk. Hokusai wil dus vooral laten zien wat de kracht van emotie is, de kracht van de natuur en de kracht van de mens. In veel van Hokusai’s kunst is keer op keer te zien hoe de puurheid van de natuur enorm veel kracht uitstraalt.
Hokusai en ukiyo-e
In de 8e eeuw werd de houtsnijkunst in Japan geïntroduceerd vanuit China, maar deze werd lange tijd eigenlijk alleen gebruikt om boeddhistische teksten te illustreren. Pas vanaf de 17e eeuw werd de houtsnijkunst gebruikt voor het maken van prenten bij onder andere boeken en gedichten. De stijl ukiyo-e ontstond rond deze tijd. Hokusai werd geboren in Tokio in de 18e eeuw, een van de gebieden waar ukiyo-e enorm populair was. Alhoewel Hokusai niet een van de eerste kunstenaars was die de houtsnijkunst gebruikte voor het maken van prenten is zijn werk ‘’De Grote Golf van Kanagawa’’ wel vrijwel het bekendste werk uit de Japanse kunst. Hokusai heeft binnen alle verschillende genres van ukiyo-e kunst gemaakt, maar hij is uiteindelijk het bekendst geworden om de houtsnede prenten van landschappen en de natuur.
Toen is nu
Hokusai was een kunstenaar die bekend is geworden om zijn houtsnede prenten waarop de natuur is afgebeeld. Hij wil vooral de kracht van de natuur zo veel mogelijk benadrukken in zijn werken en dat doet hij onder andere door het gebruik van vloeiende lijnen en strak ingekleurde vlakken. Hoewel Hokusai enkele eeuwen gelden leefde zijn zijn werken nog steeds erg populair
en staan ze tentoongesteld in veel grote musea.