Jheronimus Bosch: Van invloed tot schilderijen
Jeroen Bosch is één van de meest intrigerende kunstenaars uit de late middeleeuwen. Zijn helse taferelen en vreemde beelden waarin religie en dood steeds voorkwamen reflecteren de zorgen van de doorsnee middeleeuwer. Zijn mysterieuze schilderijen zijn complex en bevatten heel wat verborgen boodschappen. Hij probeerde vooral de mensen op de vingers te tikken en te tonen wat fout was. 'De tuin der lusten' illustreert dit gegeven maar al te goed. Maar misschien is het grootste mysterie Jeroen Bosch zelf. Er is maar weinig geweten over zijn leven. Hij leefde wellicht zijn hele leven in 's-Hertogenbosch, een stad nabij de Belgisch-Nederlandse grens en werd ontzettend bewonderd. Er zijn heel wat theorieën over zijn geloof en het al dan niet deel uitmaken van een sekte of broederschappen. Wat beïnvloedde hem? Wie was hij?
De meester van 's-Hertogenbosch
Geboorte en herkomst van Jheronimus Bosch
Jheronimus Anthonissen van Aken of Hiëronymus Bosch, de naam die hij gebruikte om zijn schilderijen te handtekenen, werd geboren in 1450 in 's-Hertogenbosch. Deze stad, in Noord-Brabant, was welvarend. Het lag dicht bij de Belgische grens en was in de periode van Bosch onder het bewind van de Bourgondiërs. De oorspronkelijke naam van Jeroen Bosch wijst erop dat zijn voorouders wellicht afkomstig waren van Aken, een stad in Noord-Duitsland. Ze moeten echter wel al in het begin van de 15e eeuw in Nederland hebben gewoond.
Familie en naamsverandering
De vader van Jeroen Bosch, Anthonius van Aken, was een schilder, net als zijn vier ooms, zijn zus en één van zijn twee broers. Ook zijn grootvader, Jan, was een schilder. Het schildersvak zat dus wel degelijk in de familie. Hij veranderde zijn naam echter in Bosch. Die naam is duidelijk afgeleid van 's-Hertogenbosch. De reden waarom hij zijn naam veranderde, werd nooit achterhaald. Wou hij aan andere naam om zich te onderscheiden binnen zijn schildersfamilie? Of zou het kunnen dat hij die naam gebruikte wanneer hij naar andere steden trok om zo duidelijk te maken waar hij vandaan kwam?
Zicht op de stad 's-Hertogenbosch /
Bron: D-vorm, Wikimedia Commons (Publiek domein) 's-Hertogenbosch
Ook al is er niet zo heel veel geweten over de jeugd van Jeroen Bosch, kan er toch wel worden aangenomen dat hij behoorde tot de middenklasse. Godsdienst en cultuur waren van groot belang in deze middenklasse.
Zijn familie werd dan ook in verband gebracht met de Sint-Janskathedraal. Zo schilderde de grootvader van Jeroen Bosch er een fresco, die de kruisiging van Jezus voorstelde. Hij zou dit gedaan hebben in 1444.
Zijn vader zou dan weer geld ontvangen hebben om het meubilair en de beelden van de kerk te decoreren of te schilderen. Deze opdrachten zorgden niet enkel voor een inkomen waardoor de familie in 1462 in een groot huis op de Grote Markt konden wonen, het bepaalde ook hun plaats en aanzien binnen de stad. Zo woonden ze dicht bij alle belangrijke en welgestelde families waardoor ze nieuwe opdrachten konden krijgen.
Wat beïnvloedde Jeroen Bosch?
Zijn stad, zijn biotoop
's-Hertogenbosch was tijdens de middeleeuwen een plek waar cultuur en godsdienst hoog in het vaandel stonden. Er was misschien wel geen universiteit of rechtbank maar men had wel een prachtige gotische kathedraal en een beroemde Latijnse school. Bovendien verbleven er tal van gildes en vond men er kloosters en abdijen.
Tijdens de 15e eeuw speelde godsdienst een belangrijke rol in het dagelijks leven. Zo hadden de gilden hun eigen patroonheilige en organiseerde het stadsbestuur samen met de kerkleiders jaarlijkse processies. Er waren bovendien heel wat huizen van broederschappen te vinden in de stad. Zo ook religieuze broederschappen zoals de Adamieten.
Adamieten liepen graag naakt, zoals Adam deed /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD) De Adamieten, Broeders en Zusters van de Vrije Geest
De Adamieten geloofden enkel in Adam aangezien die volgens hen de enige zondeloze persoon was. Er werd dan ook door sommige historici beweerd dat Jeroen Bosch deel uitmaakte van deze sekte. Het toetreden tot de sekte ging gepaard met seksuele rituelen en dit zou Jeroen dan weer de inspiratie gegeven hebben voor zijn beroemdste schilderij 'De tuin der lusten' waarop een aantal leden van de Adamieten zouden zijn afgebeeld terwijl ze dit ritueel uitvoerden. Het is echter nooit bewezen dat Jeroen Bosch deel uitmaakte van de Adamieten.
Broeders van het Gemene Leven
Eén van de meest invloedrijke broederschappen in 's-Hertogenbosch was 'Broeders van het Gemene Leven'. Het was een extreem religieus genootschap uit de 14e eeuw. Het is veel aannemelijker dat Jeroen Bosch behoorde tot dit genootschap. Het genootschap, geïnspireerd door Jan van Ruysbroeck, klaagde de corruptie en andere onhebbelijkheden binnen de kerk aan. Ze streefden naar een pure kerk. De leden van het genootschap deelden dan ook al hun bezittingen en waren erg toegewijd aan God. Deze toewijding wierp zijn vruchten af. Zo hielpen ze religieuze wetten en regels ontwerpen. Het is in dit soort milieu dat het denken van Jeroen Bosch werd gevormd.
Gearrangeerd huwelijk?
Bruidsschat, erfenis en sociale contacten
Tussen 1479 en 1481 huwde Bosch met Aleyt Goyaerts van den Meervenne. Ze was enkele jaren ouder dan hem en kwam uit een rijke en adellijke familie. Haar bruidsschat en haar vele belangrijke contacten zullen zeker een rol hebben gespeeld in de keuze van Bosch om met haar te huwen.
Tijdens het huwelijk erfde hij een landgoed in Oorschot en tal van andere bezittingen. De erfenissen verliepen niet altijd vlekkeloos aangezien hij in 1481 in de rechtbank een ruzie hierover moest oplossen met zijn schoonbroer.
Mevr. Bosch, Aleyt Goyaerts van den Meervenne
Aleyt was sinds haar 16de een lid van de Lieve Vrouwe Broederschap. Ook de vader en de grootvader van Bosch waren er lid van. Deze broederschap was een rijk genootschap die alleen voor rijke burgers was. Geloof verbond de leden met elkaar en ze voerden dan ook tal van religieuze activiteiten uit. Sommigen regelden de muziek voor de vieringen, anderen maakten kunstwerken om de kerk het nodige elan te geven. Het is dankzij documenten van dit broederschap dat we een betere inkijk hebben in het leven van Bosch.
Werken voor Lieve Vrouwe Broederschap
Toen zijn vader stierf, kocht Bosch twee panelen van het broederschap. De panelen waren nog niet af en wellicht wou Bosch het werk van zijn vader afmaken. Later schilderde Bosch de luiken van een houten altaarstuk met Maria als thema. Hij werd hiervoor zeer gewaardeerd en werd dan ook in 1486 een Gezworen Broeder. In 1493 vroeg het broederschap Bosch om een glasraam te ontwerpen voor de kapel. Het ontwerp werd gemaakt op oude lakens en effectief uitgevoerd.
Van 1499 tot 1503 is er echter geen sprake meer van Bosch in de documenten van het broederschap. Misschien was hij toen op reis naar Italië?
In 1504 was Bosch een gerenommeerd en alom gekend kunstenaar. Hij mocht dan ook in 1504 een altaarstuk maken voor Filips de Goede, de hertog van Bourgondië. Het altaarstuk moest het laatste oordeel voorstellen waarin de hemel en de hel aan elke zijde moesten worden afgebeeld. Dit stuk is echter nooit gevonden.
Op het einde van zijn leven werkte hij hoofdzakelijk nog voor het broederschap waarbij hij advies gaf over bepaalde werken. Hij stierf in 1516. Nog geen tien jaar later zou zijn opvolger in stijl, Pieter Bruegel, geboren worden.
Zijn werken
Algemene kenmerken
Jeroen Bosch maakte in zijn werken vaak gebruik van fantastische figuren en reptielachtige gedrochten. Ze stonden symbool voor zonden, folterstraffen en ontaarding van de psyche. Die fantasie kwam voort uit zijn onderbewuste waaruit een obsessie kwam voor de duivel en de hel. Deze obsessie was trouwens typisch voor de tijd waarin hij leefde.
De compositie in zijn werken straalt steeds onrust uit. Dit komt omdat hij heel wat taferelen schilderde in één schilderij waardoor het nogal druk oogt. Hij maakte ook vaak gebruik van een hoge horizon waardoor de achtergrond en de voorgrond even belangrijk werden.
Stijl
De schilderijen van Bosch kunnen we laat-gotisch noemen. Tijdens de laat-gotische periode stonden drama en dood centraal in de schilderkunst. Ook was fantasie heel belangrijk tijdens die periode en hier had Bosch geen gebrek aan. De strijd tussen goed en kwaad komt vaak als thema voor in laat-gotische schilderijen waarbij de zonde de mens steeds bedreigt. Door deze zaken te tonen moest het de mens ervan weerhouden deze zonden te plegen.
Het is duidelijk dat geestelijke inhoud voorrang had op natuurlijke schoonheid. De figuren van Bosch zijn vaak sober getekend en hebben weinig plastische vorm. Hij beschikte echter over een enorme technische vaardigheid en maakte vaak gebruik van een rijk afwisselend kleurenpalet.
Omwille van zijn uitgesproken fantasie wordt hij vaak gezien als een surrealist 'avant la lettre'.
Beroemde werken
Bosch maakte tal van schilderijen en tekeningen. Hij noteerde echter nooit de productiedatum op zijn werken waardoor het moeilijker te bepalen is uit welke periode het werk stamt. Er springen echter wel een aantal werken uit.
De zeven hoofdzonden en de vier laatste dingen
Dit schilderij toont levendige taferelen uit het boerenleven. In het schilderij ligt heel wat ironie en zie je diverse zonden die de kijker schrik moet aanjagen omdat iedereen zich wel in één van deze zonden kan vinden. Alle zonden die op het schilderij staan, worden bestraft in de hel. Zo zie je op het schilderij bijvoorbeeld een vrouw zitten, boven het woord hoogmoed, met een pad, symbool voor het kwaad, op haar schoot. Een aapachtige duivel snelt naderbij en houdt de ontstelde vrouw een spiegel voor.
In een vuurrood bed liggen de wellustigen die door duivelse vleermuizen en insecten gekweld worden, terwijl een reptielachtig monster sissend aan het voeteneinde wacht om het paar te overweldigen en op passende wijze te straffen.
Tuin der lusten
Dit drieluik is wellicht het bekendste schilderij van Bosch. Op het schilderij kan men ijsbergen zien in een brandende zee en ruïnes met spuitende vuurtongen. Men kan eveneens heel wat marteltuigen zien en beulen. Deze beulen worden geholpen door een soort van montageduivels. Zij brengen steeds nieuwe zondaars naar de beulen.
Op het middenpaneel zie je de betoverende weelde waarin dieren een hoofdrol spelen. De dieren dartelen aan de voeten van Adam en Eva en in het meer op het middelste niveau. Men beweert dan ook dat dit gaat om de droom van de mens, om de utopie van het paradijs waarin dieren en mensen zonder zonden samenleven.
Eén van de opvallendste dieren in de tuin is een kruising van een paard en een roofvogel, bereden door een man die een tak met een rode vogel in de hand heeft. In de volkscultuur verwijzen vogels naar wellust en de rode kleur, die vaak voorkomt in dit schilderij, verwijst dan weer naar het toppunt van het creatieve proces. De pad tussen de poten van het gevleugelde kwaad verwijst dan weer naar het kwaad.
In het midden van de tuin staat de bron der jeugd, omgeven door naakte personages gezeten op fantastische dieren. De zonde van de wellust wordt getoond door een stel minnaars in actie dat omgeven is door een grote, doorzichtige bel van een bloem die uit het water komt. Die glazen bel zou verwijzen naar het spreekwoord: ' Geluk is als een glas, het breekt vlug'. De kristallen buis in de vrucht onder de bel is een mannelijk symbool terwijl de muis die naar binnengaat, verwijst naar valse zaken die gelovigen op het foute been zetten.
Drieluik met hooiwagen
In de 'Drieluik met de hooiwagen' probeert Bosch een antwoord te bieden op de vraag wat mensen drijft en hoe het paradijs eruitziet. Hij beeldt hierbij het kerkelijk en het burgerlijke antwoord uit. Zo zie je op de linkervleugel het paradijs en op de rechtervleugel de hel.
Op het middenpaneel kan men echter geen sacraal thema vinden. In het centrum van dat paneel staat een hooiwagen waarop mensen staan. Ook rondom de hooiwagen staan er mensen. Het is alsof de hele wereld hier wordt afgebeeld. Vechtersbazen worden overreden, keizer en de paus voeren een optocht van gelovigen en geestelijken aan, een liefdespaar vrijt in het bosje op de hooiwagen en boven dit alles zie je Christus met gespreide armen op een wolk. Het is niet duidelijk of hij met dit gebaar zijn wanhoop wil duiden of eerder zijn wonden wil tonen.
De goochelaar
In de schilderijen van Bosch kan men vaak het geweld van alledag en de duivelse straffen die hierop volgen als thema terugvinden. Ook de domheid van mensen wordt vaak aangekaart. De goochelaar is hier een perfect voorbeeld van.
Op dit schilderij zien we een scène van een jaarmarkt. Een geestelijke buigt zich goedgelovig over een tafel waarop voorwerpen voor goocheltrucs liggen. Achter hem staat een kloosterbroeder die schijnheilig naar boven kijkt terwijl hij de heer zijn geldbuidel ontfutselt. Een kind, wellicht een kompaan van de kloosterbroeder, leidt de geestelijke op het juiste moment af.
Tegenover de bedrogene, een geestelijke die zelfs niet door God wordt bijgestaan omdat hij zichzelf niet kan redden, stelt Bosch dus de bedrieger, die zijn ambt met Gods hulp met succes uitoefent. De wereld is een paradox waarin de mens zich probeert staande te houden volgens de door God gestelde wetten.