Schilders 19e eeuw: Schilderijen van Vincent van Gogh
Vincent van Gogh werd tijdens zijn leven miskend. Hij wist maar een schilderij te verkopen (De rode wijngaard). De waardering kwam op gang in het begin van de twintigste eeuw. Jo Bonger, de weduwe van Theo van Gogh, organiseerde in 1905 een tentoonstelling van zijn werk in het Stedelijk museum in Amsterdam. Nu wordt hij algemeen erkend als een genie. Hij wist als geen ander tal van invloeden te verwerken tot een heel persoonlijk kunstenaarschap. Zijn schilderijen zijn direct herkenbaar. Hij is nu een van de duurste schilders ter wereld. Het schilderij De zonnebloemen werd in 1987 verkocht voor 40,5 miljoen dollar.
Vincent van Gogh, een schilder met een omvangrijk oeuvre
Het oeuvre van de in 1853 in Zundert geboren Vincent Gogh, dat tot stand kwam in nauwelijks tien jaar (1880-1890), bestaat uit circa 800 schilderijen en meer dan 1000 tekeningen. De schilder, die zijn hele leven bang was dat hij niet in staat was om behoorlijk te schilderen, verkocht gedurende zijn leven slechts een schilderij. Hij kreeg er amper 400 Francs voor. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als een van de belangrijkste Nederlandse schilders uit de negentiende eeuw.
Over de schilderijen van Vincent van Gogh
De slaapkamer in Arles (1888) /
Bron: Vincent van Gogh, Wikimedia Commons (Publiek domein)De schilderkunst van Vincent van Gogh vangt aan in de traditie van het Hollands realisme. Hij schilderde de armoede van boeren en landarbeiders. Daarvoor gebruikte hij donkere, stoffige tinten. Later, in het zuiden van Frankrijk, leidde de ontdekking van licht en kleur tot kleurrijke schilderijen. Hij legde het zonovergoten landschap vast in gloeiende, warme tinten rood en groen, blauw en oranje, zwavelgeel en purper. De landschappen werden door hem met krachtige, wervelende lijnen op het doek gezet.
Van Gogh schilderde wel tot vier schilderijen per week: portretten van vrienden en buren, landschappen met boten of bloeiende abrikozenbomen, stillevens met zonnebloemen in gloeiend oranje en een stormachtige sterrenhemel met cipressen die oplichten tegen de lucht. Soms koos hij voor ongewone onderwerpen: een paar boeken, een mandje met aardappelen, een paar afgedragen schoenen, een stoel of zijn slaapkamer. Hij past in de traditie van de Hollandse schilders van het kleine en het onbetekenende.
Een bewogen kunstenaarsleven
Van Gogh, de zoon van een dominee, leidde een bewogen leven. Nadat hij op zestienjarige leeftijd zijn studie had afgebroken, ging hij werken voor een kunsthandelaar. In 1873 stuurde die hem naar een kunsthandel in Londen en later naar een kunsthandel in Parijs. Na een ruzie met klanten raakte hij in 1876 zijn baan kwijt. Ook als hulponderwijzer en als rondtrekkend prediker blijkt hij niet geschikt te zijn. En dan zijn er ook nog de afgewezen liefdes. Uiteindelijk vindt hij in het kunstenaarschap een nieuwe roeping.
Van Gogh kende dus niet veel geluk in zijn leven. Hij was tot aan zijn dood afhankelijk van de steun van zijn broer Theo, die hem opvolgde bij de kunsthandel in Parijs. Theo stuurde hem geld en schildersmateriaal. Desondanks verkeerde Vincent vaak in geldnood. Soms moest hij kiezen tussen een warme maaltijd of het kopen van tubes verf. Vaak koos hij voor het laatste.
De drie periodes in het kunstenaarsleven van Vincent van Gogh
Tijdens zijn verblijf in Nederland (De Hollandse periode, 1880-1885), schildert hij sombere landschappen en eenvoudige boerentaferelen in donkere en sombere kleuren. Deze schilderijen tonen zijn betrokkenheid en meevoelen met het lot van de boeren uit zijn geboortestreek. Na een tweetal mislukkingen (lessen aan de academie in Antwerpen en prediker bij Belgische mijnwerkers in de Borinage, vertrekt hij naar Parijs.
Brug van Langlois (1888) /
Bron: Vincent van Gogh, Wikimedia Commons (Publiek domein)Tijdens zijn verblijf in Parijs (de Parijse periode, 1885-1888), maakt hij kennis met het werk van de Franse impressionisten, Hij schildert in twintig maanden bijna tweehonderd schilderijen. Het zijn schilderijen in een neo-impressionistische stijl. De schilderijen zijn helder van kleur en met veel licht. In 1888 trekt Vincent van Gogh, die ervan droomt om in het zuiden van Frankrijk een schildersschool op te richten, naar Arles.
Tijdens zijn verblijf in Arles (de Zuid-Franse periode, 1888-1890) schildert hij een reeks zonnebloemen, soms geschilderd in hun natuurlijke omgeving en soms in een vaas. De wilde kleurenpracht van de zomer in Arles drukt hij uit in felle kleuren. De schilderijen zijn een feest van kleur, onder een zonovergoten hemel. De felle zuiderse zon tast zijn geest aan. De door hem geschilderde natuur, bijvoorbeeld donkere cipressen onder een koperen zon, krijgen onder het gedreven penseel van een gestoorde geest een buitengewone expressiviteit.
Eerste periode: De aardappeleters (1885)
Ongetwijfeld is
De aardappeleters (1885) het bekendste schilderij uit zijn Brabantse periode. In dit schilderij, zijn eerste [groepsportret, schilderde hij in sombere kleuren (aardbruin en zeepgroen) het harde bestaan van Brabantse boeren in de negentiende eeuw. De eenvoudige, ruwe boerenmensen zitten in een bedompte ruimte rond de tafel, onder het schaarse licht van een petroleumlamp.Van hun gezichten is de geduldige onderwerping aan de eeuwige orde der dingen af te lezen. Hij wilde met dit portret respect tonen voor de Brabantse boeren, die, zo schrijft hij aan zijn broer Theo, 'hun geld eerlijk hebben verdiend.' Daarom moet het doek 'de kleur hebben van een stoffige aardappel, ongeschild natuurlijk.' Het is te zien dat het een groepsportret is van een beginneling, want de koppen en van de boeren en hun houdingen ten opzichte van de tafel zijn nogal onhandig geschilderd. Door de lompigheid van de koppen krijgen de boeren wel kracht en waardigheid. Van Gogh weet hun armoede en karigheid te tonen zonder dat het meelijwekkend wordt.
Eerste periode: Stilleven met opengevallen Bijbel (1885)
Wie vertrouwd is met de traditie van de Nederlandse
vanitas voorstellingen uit de zeventiende eeuw begrijpt dit schilderij. Ook het hier getoonde stilleven van Van Gogh kan gezien worden als een herinnering aan de vergankelijkheid van het leven op aarde (een momento mori). De op een tafel gelegen Statenbijbel voor protestanten een duidelijke verwijzing naar de vergankelijkheid. De op de opengeslagen bladzijden te lezen verzen (Jesaja 35;3.4) zeggen iets over de eenzaamheid van de mens en de uitgebrande witte kaars, die wit afsteekt tegen de donkere achtergrond, symboliseert, net als in de vanitas-stillevens uit de zeventiende eeuw de vluchtigheid van het leven. Ook het aardse genoegen wordt in dit schilderij getoond, want op de voorgrond ligt, in lichte, zachtgele kleuren, het boek
[Joie de vivre van Emile Zola. In dit stilleven vol symboliek heeft Van Gogh de hele erfenis van zijn protestantse opvoeding verwerkt. Hij vervaardigde dit schilderij, met de Statenbijbel van wijlen zijn vader, enkele maanden na de dood van zijn vader. De contrasten in dit schilderij (licht en donker, kleur en monochromie) verwijzen naar leven en dood.
Tweede periode: Vrouw aan een tafel in het cafe Le Tanbourin (1887)
Een van de nieuwe technieken waar Van Gogh in Parijs mee kennis maakte was het pointillisme. Onvermengde kleuren werden met korte, felle penseelstreken naast elkaar geplaatst. In dit schilderij, met het bij impressionisten populaire thema van een vrouw aan een tafeltje, al of niet van lichte zeden, experimenteert Van Gogh met deze techniek. Waarschijnlijk heeft de schilder Agostina Sigattori afgebeeld. Deze Italiaanse vrouw was de eigenaresse van het café. Wellicht had Van Gogh met deze al wat oudere vrouw, die in de jaren zestig gewerkt had als schildersmodel, een intieme relatie. Voor zijn maaltijden betaalde van Gogh haar met bloemstillevens. Deze bloemstillevens hingen in het café. Voor een van die stillevens maakte Van Gogh gebruik van een tamboerijnvormig tafeltje. Aan die tafeltjes ontleende het café zijn naam.
Derde periode: Zonnebloemen (1888)
In 1888 huurde Van Gogh in Arles 'het gele huis'. Dit huis, gelegen aan de Place Lamertine, moest een atelier-toevluchtsoord worden voor kunstenaars. In dit huis woonde ook de Franse schilder Gaugain. Van Gogh wist hoe Gaugain gesteld was op zijn Parijse schilderijen van zonnebloemen. Om diens kamer te decoreren vervaardigde Van Gogh eind augustus 1888 twaalf stillevens van in oranje menie geschilderde zonnebloemen. Uiteindelijk vond hij maar twee schilderijen van zonnebloemen goed genoeg om als decoratie van Gaugains kamer te dienen. Het best geslaagde schilderij van zonnebloemen in een vaas hangt tegenwoordig in de National Gallery in Londen. Voor de achtergrond gebruikte Van Gogh strepen die in elkaar haken. Voor de tafel gebruikte hij losse streken, terwijl hij voor de harten van de bloemen gestippelde punten gebruikte. Met zijn vele tinten geel is het schilderij een bombardement van licht. De zonnebloemen tonen niet alleen licht en leven. Sommige zonnebloemen zijn al in verval. Dat wordt wel gezien als een verwijzing naar Van Goghs eigen lot, want nog geen half jaar na het schilderen van de zonnebloemen doet hij een zelfmoordpoging.
Derde periode: Sterrennacht (1889)
In juni 1889, toen hij het schilderij
Sterrennacht vervaardigde, is Van Gogh verward en vertwijfeld. Hij verblijft vanaf begin mei in een gesticht in het plaatsje Saint-Remy. Zijn opname daar is vrijwillig. Hij beseft dat hij zichzelf niet meer onder controle heeft, Het schilderij
Sterrennacht is een van zijn emotioneelste en meest expressionistische schilderijen. Toch is het schilderij hoogstwaarschijnlijk geen uiting van zijn gekte. In de door hem geschreven brieven uit die tijd aan zijn broer Theo blijkt dat hij vooral bezig is met de manier waarop zijn werk zich verhoudt met andere kunstenaars. De hemel is op dit schilderij een uitzinnig stelsel van kolkende golven De werveling in de lucht weerklinkt ook op de aarde. Een cipres op de voorgrond lijkt op een vreugdevuur dat omhoog schiet. De door de schilder gebruikte 'streepjesstijl', korte verfstreepjes in verschillende, in elkaar hakende kleuren, versterkt het zinderende gevoel en de beweging. Van Gogh is in staat om die beweging goed te beheersen. De door hem gebruikte streepjes zorgen namelijk zowel voor beweging als voor beheersing. Wellicht heeft Van Gogh de door hem geschilderde sterrennacht aan zijn eigen waarneming ontleend.
Derde periode: Korenveld met kraaien (1890)
In 1890 schilderde van Gogh enorme uitgestrekte korenvelden onder donkere luchten. Wat is de juiste interpretatie van dit schilderij? Is het wellicht het laatste schilderij dat hij geschilderd heeft? Vaak wordt het schilderij, met een kraai als symbool voor de dood en een pad dat bijna de hemel raakt, beschouwd als een voorbode op zijn zelfmoord op 29 juli 1890. Het schilderij
Korenveld met kraaien wordt al decennia gezien als het symbool voor zijn tragische levenseinde en voor zijn aanvankelijke miskenning als kunstenaar. Toch is deze gedachte waarschijnlijk onjuist. Op 10 juli 1890 schrijft hij namelijk aan zijn broer Theo dat hij sinds zijn terugkeer in Auvers drie grote doeken met enorme uitgestrekte korenvelden onder woeste luchten had geschilderd. Het is onwaarschijnlijk dat dit zijn laatste schilderij is. Dan zou hij namelijk tussen 10 juli en zijn zelfmoord op 29 juli geen schilderij hebben geschilderd. Bovendien is de interpretatie waarschijnlijk onjuist. Er is ondanks alle somberheid toch ruimte voor het positieve, Hij schrijft aan zijn broer Theo: 'Ik weet bijna zeker dat ik in die doeken datgene heb verwoord wat ik niet in woorden kan uitdrukken, namelijk hoe gezond en hartversterkend ik het platteland vind.'
Lees verder