Schilderij 19e eeuw: De aardappeleters, Vincent van Gogh
Vincent van Gogh vervaardigde in tien jaar tijd een groot aantal schilderijen en tekeningen. Hij kende weinig geluk in zijn leven. Toen hij 27 was besloot hij dat schilderen zijn passie zou worden. Ook die passie maakte hem niet gelukkig. Hij kreeg last van waandenkbeelden, en moest opgenomen worden in een psychiatrisch ziekenhuis. In 1885 schilderde hij De aardappeleters, zijn eerste groepsportret. Hij beschouwde het lange tijd als het beste schilderij dat hij ooit had gemaakt.
Het leven van Vincent van Gogh (1853-1890)
Van Gogh werd geboren op 30 maart 1853 in Zundert. Zijn vader was dominee. Over zijn jonge jaren is weinig bekend. Als 16-jarige ging hij werken als jongste bediende in de Haagse vestiging van de Franse kunsthandel Goupil. Hier ontstond zijn belangstelling voor kunst. Na zijn ontslag bij de kunsthandel besloot Vincent om dominee te worden. Zo kon hij zich nuttig maken voor de zwakken in de samenleving. Zijn studie strandde echter al vrij snel. Hij ging als lekenpredikant werken in de Belgische mijnstreek de Boringa. Zijn betrokkenheid bij het lot van de arme bevolking was groot, reden dat zijn contract niet werd verlengd. Van Gogh belandde in een crisis. Als 27-jarige wist hij niet wat hij met zijn leven zou doen. Zijn broer Theo opperde dat hij wellicht kunstenaar zou worden. Van Gogh aarzelde. Hij betwijfelde of hij zaken als perspectiefleer ooit zou kunnen leren. Toch besloot hij dat kunst zijn nieuwe roeping werd. Via de kunst kon hij uiting geven aan zijn ideeën over de essentie van het leven.
Van Gogh, Boerderij met turfhopen (1883)
Hollandse periode (1880-1885)
In wat wel zijn Hollandse periode wordt genoemd probeerde Van Gogh zich het schildersvak eigen te maken. In Brussel leerde hij, intensief kijkend naar tekeningen van tijdgenoten en oude meesters, veel over anatomie en perspectiefleer. Eind 1881 vertrok hij naar Den Haag. Zijn neef en schilder Anton Mauve bracht hem de eerste beginselen van het tekenen, schilderen en aquarelleren bij. In de zomer van 1882 maakte Van Gogh zijn eerste olieverfschilderijen. In 1883 maakte hij in de noordelijke provincie Drenthe de eerste schilderijen van het ongerepte boerenleven. Bij gebrek aan modellen (de Drentse veenarbeiders vonden hem een rare man) besloot hij om naar Nuenen te gaan, naar zijn ouders die daar in de pastorie woonden. Daar maakte hij portretten van boeren en ambachtslieden. In de lente van 1885 besloot hij een groepsportret te maken van boeren rond een schotel aardappels.
Van Gogh, Gezicht op Parijs vanaf Theo's appartement, (1887) /
Bron: Vincent van Gogh, Wikimedia Commons (Publiek domein) Parijse periode (1885-1888)
In wat wel zijn Parijse periode wordt genoemd meldde van Gogh zich aan bij de kunstacademie in Antwerpen. Hij wilde beter leren tekenen. Zijn verblijf in Antwerpen was van korte duur. Begin maart 1986 vertrok hij naar Parijs. Hij trok in bij zijn broer Theo.
In Parijs maakte Van Gogh onder andere kennis met Jean-Francois Millet, schilder van eenvoudige mensen die op het Franse platteland werkten, en zag hij schilderijen van de Franse impressionisten als Edouard Manet en Claude Monet. Hij werkte samen met Paul Signac die bij het schilderen de stippelmethode gebruikte (bekend als het pointillisme). Zijn kleurgebruik veranderde tijdens de Parijse periode van sombere aardkleuren naar lichte kleuren. Die verandering is goed te zien in zijn zelfportretten en in zijn Parijse stadsgezichten.
Van Gogh, De brug bij Langlois (1888)
Zuid-Franse periode (1888-1890).
Van Gogh vestigde zich in 1888 in het dorpje Arles in de Provence, waar hij op zoek ging naar kleurrijke landschappen. In mei 1888 huurde hij vier kamers in een huis aan de Place de Lamartine. In dit 'gele' huis wilde hij met Paul Gauguin een schilderskolonie beginnen. Hun samenwerking duurde niet lang. De toenemende irritatie leidde eind 1888 tot een flinke ruzie. Gauguin vertrok uit Arles. Van Gogh was zo verward dat hij een stuk van zijn linkeroor afsneed. Hij verbleef enige maanden in een psychiatrisch ziekenhuis in Saint-Rémy. Tijdens de laatste periode van zijn leven schilderde hij tot vier schilderijen per week. Het zuiderse landschap werd geschilderd in wervelende penseelstreken, en met warme tinten als rood, blauw, groen, zwavelgeel en purper. Na zijn ontslag uit een inrichting vestigde Van Gogh zich in mei 1890 in het dorpje Auvers-sur- Oise. Hij verkeerde in een neerslachtige stemming. Op 27 juli schoot hij zich met een pistool in zijn borst. Hij overleed twee dagen later, in het bijzijn van zijn broer Theo.
Zo kwam er een eind aan het leven van een schilder die ons meer dan 800 olieverfschilderijen en meer dan 1000 tekeningen naliet, en die ooit in een brief aan zijn broer Theo zijn eerste tekeningen omschreef als 'gekrabbel'. Ze liggen beiden begraven in Auvers (Theo werd enkele maanden na het overlijden van Vincent ernstig ziek en overleed in januari 1891. Zijn weduwe liet hem in 1914 herbegraven naast zijn broer). Tijdens zijn leven was Van Gogh een miskend genie. Hij wist tijdens zijn leven maar één schilderij te verkopen, voor niet meer dan 400 francs. Nu wordt hij beschouwd als een van de belangrijkste Nederlandse kunstenaars. Zijn schilderijen zijn een vermogen waard. Een groot deel van zijn werk is te bewonderen in het Van Gogh museum in Amsterdam.
Van Gogh, Zittende boerin (1885)
Het schilderij De aardappeleters (1885)
Schilder van het boerenleven in Brabant
In 1885 woonde Vincent van Gogh bij zijn ouders in het Brabantse Nuenen. Hij besloot om boerenkoppen te gaan schilderen. Dat deed hij niet uit interesse voor het geromaniseerde landleven. Integendeel, hij wilde juist de harde strijd om het bestaan tonen die boeren in de negentiende eeuw dagelijks moesten leveren.
In april schreef hij aan zijn broer Theo in Parijs: 'Als een boeren schilderij ruikt naar spek, rook, aardappelen, best - dat is niet ongezond - als een stal ruikt naar mest - goed, daar is het een stal voor (...). Maar geparfumeerd moet een boerenschilderij niet worden'. Het was zijn overtuiging dat en ruwe weergave van het boerenleven uiteindelijk meer resultaat zou opleveren dan het tonen van een geromantiseerd beeld.
Voorstudie en uiteindelijke compositie van zijn eerste groepsportret De aardappeleters
Voorstudie van De aardappeleters /
Bron: Vincent van Gogh, Wikimedia Commons (Publiek domein)Na tientallen koppen te hebben geschilderd van Brabantse boeren en boerinnen besloot hij in de lente van 1885 dat het tijd was voor een meesterwerk, zijn eerste groepsportret. Theo zou het kunnen tentoonstellen in Parijs, waar hij werkte bij de kunsthandel Goupil. Van Gogh besloot dat het een groep boeren rond een tafel werd. Moest hij de groep boeren rond een schotel aardappels 's avonds of bij daglicht weergeven? Hij koos uiteindelijk voor het weergeven van de rond een tafel zittende boeren in het licht van een olielamp. Zo kon hij zich, zoals hij zelf zei, 'oefenen in het schilderen van donker dat toch kleur is'. Hij maakte ter voorbereiding veel schetsen en studies. Zo vervaardigde hij een voorstudie van het schilderij waarop maar vier personen zijn afgebeeld. Uiteindelijk koos hij voor een compositie met vijf personen. Ook vervaardigde hij een litho van het schilderij. Hij werkte uiteindelijk meer dan een maand aan zijn eerste groepsportret. Nooit meer zou hij zo lang werken aan één schilderij.
Een Nuenense boerenfamilie rond een schotel aardappels in een schaars verlichte ruimte
Van Gogh, De aardappeleters (1885)
Volgens de overlevering poseerde het Nuenense gezin De Groot voor
De aardappeleters. Van Gogh schilderde het ruwe bestaan van de Brabantse boeren in donkere aardbruine en zeepgroene kleuren. Zelf schreef hij over de kleuren 'dat het doek de kleur moest hebben van een stoffige aardappel, ongeschild natuurlijk'. Zo toonde van Gogh zijn respect aan de mensen 'die hun aardappel zo eerlijk verdiend hebben'. De eenvoudige boerenmensen zitten in een bedompte schaars verlichte ruimte rond de tafel. De onhandig geschilderde koppen en hun houding doen vermoeden dat het schilderij vervaardigd is door een beginneling. Van Gogh is er echter wel prima in geslaagd om het schaarse licht van de olielamp over de ruimte te verdelen. De armoede en karigheid wordt getoond zonder meelijwekkend te zijn. De lompheid van de koppen geeft de boeren kracht en waardigheid. Op hun gezichten is een geduldige onderwerping aan de eeuwige orde der dingen (God beschikt) af te lezen.
Toentertijd onderwerp van kritiek, nu is De aardappeleters een van zijn bekendste schilderijen
Van Gogh was zeer tevreden over het resultaat. Hij bleef er lang van overtuigd dat
De aardappeleters het beste schilderij was dat hij ooit had vervaardigd. In de herfst van 1887 schreef hij: 'Wat ik van mijn werk denk is dat het schilderij van de boeren die aardappels eten, wat ik in Nuenen maakte, après tout het beste is wat ik maakte'. Lang niet iedereen was het met hem eens. Toen Van Gogh de schilder Anton van Rappard een litho stuurde van het schilderij schreef die hem: 'Ge zult me toestemmen dat zulk werk niet ernstig gemeend is.(...) De kunst staat dunkt me te hoog om zoo nonchalant behandeld te worden'. Zijn kritiek was voor Van Gogh reden om hun vriendschap te beëindigen. Zijn broer Theo liet hem weten dat sommige kunstenaars het schilderij 'veelbelovend' vonden. Nu is
De aardappeleters een van de beroemdste schilderijen van Vincent van Gogh.
Lees verder