Griekse mythologie - de sibillen
De sibillen (ook wel: sibyllen) hebben vaak een interessante rol in verhalen uit de Griekse mythologie. Deze vrouwen komen bijvoorbeeld voor in het verhaal van Aeneas en bij de val van Troje. Meestal was het Apollo die hun in extase bracht, waarop ze raadselachtige, en vaak onheilspellende, gebeurtenissen voorspelden.
Beschrijving van sibillen
''En de Sibille, met tierende lippen vreugdeloze dingen uitend, niet opzichtig en niet geparfumeerd, bestrijkt meer dan duizend jaren met haar stem, dankzij de god in haar.” (Fragment 92).
Zo beschreef de Griekse filosoof Heraclitus (
Herakleitos, 535 - 475 v.Chr.) wat een sibille was. Hij was de eerste die een melding maakte van het bestaan van deze vrouwen met voorspellende gaven. Later schreven ook Romeinse auteurs als Varro, Ovidius en Vergillius over de sibillen, maar niet al hun verhalen stemmen overeen. Waarschijnlijk kwamen de sibillen oorspronkelijk uit Klein-Azië waar ook Heraclitus zelf vandaan kwam. Over het algemeen wordt Apollo aangewezen als degene die de sibillen in extase bracht waarop ze hun raadselachtige voorspellingen deden. Sommigen wezen dit echter toe aan Zeus. Het is dan ook niet gek dat al deze vrouwen priesteressen waren: ze stonden immers in contact met een god.
Benaming van de sibillen
Sibulla
De eerste sibille uit de vroegste teksten is Sibulla. Zij was de dochter van Dardanos, koning van Troje. Sibulla was de eerste van de groep vrouwen die we nu sibillen noemen en haar naam werd de soortnaam. Een paar eeuw later benoemde de Romeinse geleerde Varro Reatinus (116 - 27 v.Chr) de sibillen aan de hand van de plek waar hun tempels (
temenos) stonden. Hij noemde in zijn boek
Antiquitates de volgende tien sibillen:
- die van Perzië
- die van Libië
- die van Delphi
- die van Cimmeria
- die van Erythrae
- die van Samos
- die van Cumae
- die van de Hellespont
- die van Frygië
- die van Tivoli (Tibur)
Naast deze worden door sommige auteurs nog meer sibillen vermeld, zoals bijvoorbeeld de sibillen van Agrippa en van Marpessos.
Bekende sibillen uitgelicht
De sibille van Cumae
Volgens overlevering wees zij Aeneas de weg naar het Dodenrijk. Ovidius verteld dat Apollo op haar verliefd werd en haar het aantal stofkorrels dat ze in haar hand kon vasthouden, als levensjaren schonk. Dat waren er duizend maar ze gaf zichzelf alsnog niet aan hem. Daarop liet Apollo haar wel verouderen waardoor ze uiteindelijk was gekrompen tot het formaat van een krekel en verlangde naar de dood. Zij, of een zogenoemde Joodse sibille, zou ook de boeken
Oracula Sibyllina hebben geschreven. Deze bevatten religieuze voorschriften en spreuken.
De sibille van Tivoli
Sibillen werden wel eens gezien als de pendanten van oudtestamentische profeten. Zo ook de sibille van Tivoli (Tibur) want zij zou degene zijn geweest die aan keizer Augustus (63 v.Chr. - 14 n.Chr.) de geboorte van Christus had voorspeld. Vanaf de middeleeuwen hield men zich vast aan twaalf sibillen, die samen de tegenhangers waren van de twaalf oudtestamentische profeten.
Sibillen in de kunst
De sibillen werden in de oudheid maar zelden afgebeeld. Als ze dat wel werden, was dit op bijvoorbeeld op een altaar of op muurschilderingen. In Pompeii is een muurschildering gevonden van de sibille van Cumae en Aeneas.
Een voorbeeld van een sibille in een christelijk verhaal is de zien in het mozaïekwerk van de triomfboog uit de vijfde eeuw van de Santa Maria Maggiore te Rome. Daar zit een sibille naast de kribbe van Jezus wanneer de Drie Wijzen Hem een bezoek brengen. Vanaf de zesde eeuw nam de interesse in sibillijnse voorspellingen af omdat keizer Justinianus de Grote een verbod had ingesteld die heidense culten verbood.
Vanaf de vijftiende eeuw komen ze in wisselende aantallen voor in de beeldende kunst. In tegenstelling tot de vroegere gedachte dat de sibillen oudere, nomadische vrouwen waren, werden ze vanaf de vijftiende eeuw afgebeeld als jonge vrouwen met herkenbare attributen. Ook werden ze geregeld in het bijzijn van profeten afgebeeld. Het meest bekende voorbeeld van sibillen in de kunst zijn die van Michelangelo op het plafond van de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad (1508-1512).
De Protestantse Reformatie in de zestiende eeuw brak met de gevestigde katholieke kerk. Hiermee verloren de sibillen een groot deel van hun betekenis en zijn sindsdien minder voor gaan komen in de kunst.
Lees verder