Witte wieven in Drenthe
Er bestaan diverse Drentse volksverhalen over ‘witte wieven’. Een bekende sage gaat over 't Spinwiefien op de Ekelenberg. Een andere Drentse locatie waar volgens de volksmythologie een ‘wit wief’ zou wonen is de Hunneglooberg. In sommige Drentse verhalen worden witte wieven voorgesteld als wraakzuchtige, duivelse vrouwen. In andere verhalen zijn het juist wijze vrouwen die de mensheid helpen.
Wat zijn witte wieven?
Witte wieven zijn een veel voorkomend fenomeen in Nederlandse volksverhalen. De term 'witte wieven' heeft echter veel verschillende betekenissen. Zo zijn er verhalen waarin 'witte wieven' geestverschijningen van overleden vrouwen zijn. Ook wordt de term 'witte wieven' gebruikt als een bijnaam van mistflarden in heuvelachtige gebieden, aangezien die mistflarden vroeger vaak voor geesten werden aangezien.
Er zijn echter ook verhalen waarin de witte wieven geen geesten zijn, maar levende wijze oude vrouwen die mensen helpen. Daarentegen zijn er ook allerlei verhalen over witte wieven die mensen verleiden om hen te volgen, met als resultaat dat deze personen gedood worden.
Waarom wit?
Het is onduidelijk waar de naam 'witte wieven' exact vandaan komt. Zo wordt er soms beweerd dat deze vrouwen wit zijn omdat het geestverschijningen zijn, of omdat het witte mistflarden zijn, of omdat het vrouwen zijn die altijd witte kleding dragen. Er wordt echter ook beweerd dat het woord 'witte' oorspronkelijk in het dialect 'weten' betekende en dat 'witte wieven' dus zoiets betekent als 'wetende vrouwen' of 'wijze vrouwen'. Zulke wijze 'witte wieven' worden ook wel een 'wikwief' genoemd of een 'wikkerse vrouw'. Ook zou het woord 'wit' in 'witte wieven' kunnen afstammen van het woord 'verwittigen', wat zou verwijzen naar hun voorspellende gaven.
Oude bronnen
Een bekende oude bron over de witte wieven is de Drentse historicus en dominee Johannes Picardt (1600-1670). Hij vertelt dat volgens de volksverhalen de witte wieven in de Drentse grafheuvels woonden. In de verhalen waarnaar Picardt verwijst is men erg positief over de witte wieven: zij hielpen noodlijdende mensen, ze vonden gestolen en kwijtgeraakte spullen terug, ze voorspelden de toekomst, enzovoort.
De Friese historicus Cornelius Kempius (1516-1589) was daarentegen uitgesproken negatief over de witte wieven. Hij beweerde dat ze de duivelskunst bedreven. De witte wieven zouden allerlei reizigers en herders hebben ontvoerd. Ook lokten ze kraamvrouwen met pasgeboren baby's naar hun schuilplaatsen.
Wat is de oorsprong van de witte wieven?
Er wordt beweerd dat de witte wieven van oorsprong mogelijk Germaanse priesteressen waren, die de oude 'Noordse' (Germaanse) religie in stand hielden. In de Middeleeuwen, toen de bevolking in de lage landen officieel christelijk was, zouden in het geheim nog veel plattelandsbewoners naar zulke priesteressen zijn gegaan, om de hulp in te roepen van Germaanse goden. In diverse verhalen over witte wieven zijn deze vrouwen veelvuldig druk bezig met het spinnen op een spinwiel. Dit zou een verwijzing kunnen zijn naar Germaanse godinnen, zoals Frigga en Holda, die volgens de mythes ook vaak met hun spinnewiel aan het spinnen waren. Hoewel dit verhaal over de witte wieven als Germaanse priesteressen prachtig klinkt, is er helaas volgens de meeste historici toch te weinig feitelijk bewijs voor die theorie.
Drenthe en witte wieven?
In verhalen leven witte wieven vaak op oude grafheuvels en in de omgeving van hunebedden. Aangezien die allebei veel voorkomen in Drenthe, wordt deze provincie vaak in verband gebracht met het fenomeen witte wieven. Bij onderzoek van volkskundigen tijdens de 20e eeuw, die op zoek gingen naar oude volksverhalen die nog werkelijk onder de mensen leefden, bleek echter dat er vele malen meer volksverhalen (sagen) over witte wieven bestaan in streken van Overijssel en Gelderland (zoals Twente, de Achterhoek en de Veluwe), dan in Drenthe. Toch bestaan er ook in Drenthe wel fascinerende sagen over witte wieven. Hieronder vindt u enkele voorbeelden.
Groene botten
Volgens volksverhalen zaten vroeger in de omgeving van Wapserveen bij de hunebedden oude vrouwen (witte wieven), die spinden op gouden spinnewielen. Er werd gewaarschuwd dat men moest uitkijken voor die vrouwen en dat men hen vooral niet moest beledigen. Een brutale boerenknecht besloot op een dag om eens te testen wat er nu werkelijk zou gebeuren als hij hen zou plagen.
Ter paard reed hij er naartoe en riep beledigingen naar hen. De vrouwen werden woedend. De knecht reed snel weg met zijn paard. De witte wieven renden nog even achter hem aan en wierpen 'groene botten' in zijn richting. De botten misten de knecht, maar één bot raakte wel de poot van het paard. Die poot zou voor altijd lam zijn. Er wordt beweerd dat wanneer de groene botten de knecht zouden hebben geraakt, hij daardoor zou zijn overleden.
Het feestmaal
Ook bestaat er het Drentse verhaal over een boer die ooit aan de Witte Wieven een feestmaal had beloofd. Hij kwam die belofte echter niet na. Op een avond was hij in z'n eentje op weg naar huis, toen hij langs de plek kwam waar hij die belofte had gedaan. De volgende dag werd hij daar dood gevonden. Men beweerde dat de witte wieven hem hadden vermoord.
De Hunneglooberg
Behalve zulke wraakzuchtige verhalen, bestaan er ook heel wat positievere verhalen over de witte wieven. Op de heidevelden bij Ruinen lag een heuvel die de Hunneglooberg wordt genoemd. Er woonde een oude 'wikkerse' (wijze) vrouw in een hut op die heuvel. Men vertelde in die streek dat zij meer wist 'over leven en dood dan alle anderen samen'.
Vaak gingen mensen die in nood waren naar haar toe om raad te vragen. Ze was erg geliefd in die streek. Toen ze overleed werd ze op de Hunneglooberg begraven. In de streek rond Ruinen wordt verteld dat soms, als rond het middaguur de zon over de Hunneglooberg schijnt, men op die heuvel iemand kan zien dansen: dat is de wikkerse vrouw die daar werd begraven.
't Spinwiefien op de Ekelenberg
Ook op de Ekelenberg, een heuvel bij Zuidwolde, zou vroeger een wijze, 'wikkerse' vrouw hebben gewoond. Zij zat vaak op de heuvel te spinnen met haar spinnewiel en men noemde haar daarom 't Spinwiefien. Ook bij haar kwamen vaak mensen in nood op bezoek om wijze raad te vragen. En net als bij de vrouw op de Hunneglooberg, beweerde men eveneens bij de vrouw op de Ekelenberg dat zij ook na haar dood nog op de heuvel werd gezien.
Het verhaal van het Spinwiefien is echter nog wat sterker: men beweerde dat sommige mensen, die echt in haar geloofden en echt in hoge nood waren, zelfs nog bij haar geestverschijning op bezoek konden komen en hulp van haar konden krijgen.
Hulp van 't Spinwiefien
In Zuidwolde woonde een vrouw die al jaren met haar man vergeefs probeerde om kinderen te krijgen. Ze vreesde dat ze onvruchtbaar was. Ze hoorde de verhalen over het Spinwiefien op de Ekelenberg. In de zomer besloot ze 's avonds, toen haar man al sliep, stiekem naar de Ekelenberg te gaan. Ze beklom de heuvel en smeekte daar om hulp. Drie avonden ging ze erheen. De derde avond, terwijl ze al de heuvel afdaalde om naar huis te gaan, zag ze op de top ineens het Spinwiefien zitten. Het Spinwiefien knikte naar de vrouw en meteen kreeg zij een groot gevoel van gerustheid in haar. Alles zou goed komen. Ze ging naar huis en ja hoor, enige tijd later werd haar eerste zoon geboren.
Lees verder