Griekse mythologie: De nakomelingen van Titanide Themis
De Titanide Themis was een dochter van de godin Gaia (de aarde) en haar man Ouranos (de hemel). Volgens de Oude Grieken was Themis de personificatie van de orde en het recht en dan met name de goddelijke gerechtigheid. In tegenstelling tot haar zes broers en vijf zussen trad Themis niet in het huwelijk maar had een relatie met de god Zeus en schonk hem de 'Horen' (de seizoenen). Themis schonk tevens het leven aan de Moirai, die ook wel de schikgodinnen werden genoemd.
Inhoud
Titanide Themis
Themis was één van de zes Titanide (dochters) van de godin Gaia en haar man Ouranos en verpersoonlijkte de orde en het recht. De nadruk lag hierbij vooral op de goddelijke gerechtigheid en volgens de Oude Grieken was Themis dan ook de goddelijke stem die de mensen onderwees in de gerechtigheid en de zedenleer. Themis was tevens de bewaarster van diverse Orakels (personen of plaatsen die beweerden over een profetische gave te beschikken of een profetische gave werden toegedicht), waaronder het belangrijke Orakel van Delphi, totdat de god Apollo deze taak van haar over nam. Naast een raadgeefster voor oppergod Zeus was Themis ook één van zijn minnaressen en schonk hem de drie Horen (de seizoenen). Naast moeder van de Horen was Themis ook moeder van de Moirai (de schikgodinnen) samen met de godin Nyx (de nacht).
Zeus
Oppergod Zeus was de zoon van de Titaan Kronos en zijn vrouw Rheia en dus de neef van Titanide Themis. Zeus gaf leiding aan de goden en aan de mensen op aarde en werd mede hierom ook wel koning van hemel en aarde genoemd. Zeus was getrouwd met zijn zus Hera, maar ondanks zijn huwelijk reed hij regelmatig een scheve schaats. Zeus had vele relaties met zowel godinnen als sterfelijke vrouwen en verwerkte dan ook vele kinderen.
Nyx
De godin Nyx was de verpersoonlijking van de nacht en een dochter van Chaos; het grote niets waar volgens de Oude Grieken de wereld uit ontstond. Ondanks dat zelfs oppergod Zeus een groot respect voor haar had was haar verering onder de inwoners van Griekenland niet groot, net als haar rol in de Griekse mythologie.
De Horen
De drie dochters van Zeus en Themis werden de Horen - ook wel Horae (Latijn) - genoemd en vertegenwoordigden de seizoenen; lente, zomer en winter. Ondanks dat ze in de meeste bronnen uit drie personen bestonden zijn er ook bronnen bekend waar de Horen uit vier personen bestonden. Ook over de namen van de drie Horen is men niet eenduidig. Zo noemt de ene bron ze; Thallo, Auxo en Carpo , maar geeft een andere bron ze de namen Eunomia, Dikè en Eirene.
Thallo - Eunomia
De Horae Thallo stond ook wel bekend onder de naam Eunomia en personifieerde de lente. Als Thallo vertegenwoordigde ze de bloemen en de jeugd, maar als Eunomia was ze ook de godin van de wet en de jurisprudentie. De letterlijke vertaling van Eunomia was 'goed bestuur'.
Auxo - Eirene
Auxo was de tweede dochter van Zeus en Themis en zij personifieerde, volgens de Oude Grieken, de zomer. In latere bronnen werd ze ook wel Eirene genoemd wat letterlijk vertaald 'vrede' betekende.
Carpo - Dikè
Carpo was de derde en laatste dochter van Zeus en Themis en zij vertegenwoordigde de winter. Carpo werd in de Griekse mythologie ook wel Dikè genoemd wat letterlijk vertaald 'Recht' betekende.
De Moirai
De Moira (enkelvoud) of Moirai (meervoud) was de godin van de lotsbestemming of, in goed Nederlands, een schikgodin. Bijzonder aan de schikgodin was dat ze een zogenaamde triade vormde; een groep van drie bij elkaar horende personen en werd mede daarom gezien als een godin die drie verschillende verschijningsvormen kon aannemen. Deze drie verschijningsvormen tezamen bepaalde de levensloop van de mensen en de goden. De namen van de drie afzonderlijke vormen van de Moirai zijn Klotho, Lachesis en Atropos:
Klotho was de zogenaamde 'spinster'; zij spon de levensdraad van een individu op haar spinnewiel. Haar naam werd afgeleid van het Griekse werkwoord 'klōthein' dat 'spinnen' betekende.
Lachesis
Lachesis was de 'toe-deler'; zij rolde de gesponnen draad op of hield hem vast wat de ontwikkeling of de richting van het lot symboliseerde. Om te bepalen of ze de draad moest vasthouden of moest oprollen trok ze lootjes uit een urn. Haar naam werd afgeleid van het Griekse werkwoord 'lanchanein' dat 'door het lot verkrijgen' betekende.
Atropos
Atropos was de 'onvermijdelijke'; zij bepaalde wanneer iemand zijn levensdraad moest worden doorgesneden. Haar naam werd afgeleid van het Griekse woord 'tropos' wat 'draaiend' of 'veranderlijk' betekende.