De vergeten redding van april 1945: de witte bussen
Op 23 april 1945, een week voor de bevrijding van het kamp, werden 786 vrouwen uit het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück bevrijd. Onder hen 200 vrouwen uit Nederland. Deze gebeurtenis was geen georganiseerde verzetsdaad, maar een reddingsactie onder leiding van de Zweedse graaf Folke Bernadotte, waarmee in de slotfase van de Tweede Wereldoorlog vele levens zijn gered.
Deze reddingsactie, waarvan de evacuatie uit Ravensbrück een onderdeel was, richtte zich primair op het bevrijden van Scandinavische gevangenen uit de Duitse concentratiekampen. Zij werden verzameld in het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg en vervolgens via Denemarken naar Zweden gebracht. Na de evacuatie van Deense en Noorse gevangenen kreeg het Zweedse Rode Kruis echter ook toestemming om zich op andere nationaliteiten te richten. Zo waren bij de transporten uit Ravensbrück vele Nederlandse vrouwen, enkele mannen en kinderen betrokken.
Witte bussen
De Zweedse en Deense bussen waarmee de vrouwen uit Ravensbrück, maar ook vele gevangenen uit kampen als Neuengamme en Theresienstadt, werden verplaatst, waren wit geschilderd en voorzien van grote rode kruizen op het dak, de flanken, voorzijde en achterzijde. De Deense bussen waren voorzien van de
Deense vlag. Zodoende waren de bussen duidelijk te onderscheiden van het Duitse militair materieel, dat regelmatig ten prooi viel aan geallieerde aanvallen. De witte bussen met de vrouwen uit Ravensbrück reden naar de Deense grens, waar in Padborg de eerste tussenstop wachtte.
Doordat ook nazi’s zich in wit geschilderde auto’s bij de kolonnes van het Zweede Rode Kruis aansloten, was de rit naar de Deense grens niet zonder gevaar. Geallieerde beschietingen bleven niet uit, wat verschillende levens - waaronder Nederlandse - heeft gekost. Eenmaal aangekomen in Padborg werd eerste hulp verleend, waarna de reis enkele dagen later werd voortgezet. De tocht leidde dwars door Denemarken, via Kopenhagen, naar het neutrale Zweden en de vrijheid. Op deze wijze werden er uit Neuengamme, Ravensbrück en Theresienstadt 15.000 gevangen bevrijd, terwijl na de bevrijding nog eens 10.000 mensen konden worden geëvacueerd.
Folke Bernadotte
Deze grootschalige evacuatie stond onder leiding van Folke Bernadotte, de graaf van Wisborg en een kleinzoon van koning Oscar II van Zweden en Noorwegen. Bernadotte was op 1 september 1943 vice-president geworden van het Zweedse Rode Kruis en droeg in die functie bijna alle verantwoordelijkheid omdat de 82-jarige president, een oom, hem vele taken had toebedeeld. Uit hoofde van zijn functie en als vertegenwoordiger van het neutrale Zweden, was Bernadotte in de positie om in het voorjaar van 1945 met nazi-kopstukken als Heinrich Himmler te onderhandelen over de vrijlating van Scandinavische gevangenen en de evacuatie van in Duitsland woonachtige Zweedse vrouwen en kinderen.
Nederlandse vrouwen in Ravensbrück
Al in 1941 kwamen de eerste Nederlandse vrouwen in Ravensbrück aan. Later volgden er, met drie transporten, twee uit kamp Westerbork en één groot transport uit kamp Vught, honderden andere Nederlanders. Via andere kampen als Auschwitz kwamen tegen het einde van de oorlog nog eens tientallen Nederlandse vrouwen aan in dit concentratiekamp ten noorden van Berlijn. Tussen de 200 en 300 Nederlandse vrouwen stierven er aan ontbering of werden vermoord in de gaskamer die in de laatste oorlogsmaanden in gebruik was genomen. Andere vrouwen werden overgebracht naar werkkampen in de (wijde) omgeving. Een groot deel van de groep Nederlandse vrouwen die in Ravensbrück achterbleef, werd op 23, 24 en 25 april 1945 geëvacueerd met de witte bussen.
Herinnering aan de witte bussen
Hoewel honderden Nederlandse vrouwen dankzij deze reddingsactie de kampen voortijdig konden verlaten, zijn de witte bussen in Nederland een nagenoeg onbekend fenomeen. Het populaire geschiedenisprogramma Andere Tijden wijdde in 2001 een aflevering aan de witte bussen. In de interviewreeks 2.000 Getuigen Vertellen, bestaande uit ongeveer 2.000 inteviews met overlevenden van de Shoah, getuigen verscheidene vrouwen over hun reis met de witte bussen. Deze interviews zijn te zien in de Hollandsche Schouwburg en het Joods Historisch Museum, beiden in Amsterdam.
In Scandinavië vormt deze geschiedenis echter een vast onderdeel in de lesstof over de Tweede Wereldoorlog. In Duitsland wordt zowel in de musea van kampen als Ravensbrück en Neuengamme aandacht besteed aan deze bijzondere reddingsactie. In de tentoonstellingen van o.a. Ravensbrück en het Deense kamp Frøslev (nabij Padborg) wordt aandacht besteed aan de geschiedenis van de witte bussen.
Lees verder