Zeventig jaar na Auschwitz
Zo’n zeventig jaar geleden, 27 januari 1944, bevrijden Russische troepen het meest beruchte nazivernietigingskamp Auschwitz. Auschwitz, een complex van meerdere kampen, is gelegen in zuidelijk Polen, de Poolse naam van deze plaats is Oświęcim. Het is bijna niet voorstelbaar welke onmenselijke gebeurtenissen hier hebben plaatsgevonden. Maar liefst 1,1 miljoen mensen hebben hier onder vreselijke omstandigheden het leven gelaten waaronder een miljoen joden. Hoewel er sprake was van moderne beschaving bleek dit geen barrière te zijn tegen zeer barbaarse, beschamende en mensonterende gebeurtenissen. Rudolf Höss werd de eerste kampcommandant. Hij maakte van Auschwitz een efficiënte moordfabriek.
Vooruitgang
Vooruitgang is in de menselijke geschiedenis een groot goed gebleken. Maar vooruitgang kan ook worden aangewend voor het realiseren van perverse ideeën en ideologieën en andere samenlevingbeschadigende uitwassen. De vernietigingskampen waren een product van de vooruitgang. De gaskamers vormden het sluitstuk van een uitgebalanceerde en effectieve en een uiterst uitgebalanceerde operatie, waarbij gebruik werd gemaakt van de moderne inzichten van de wetenschap op het gebied van logistiek, industrie en bureaucratie. Moraliteit blijkt dan ook geen product te zijn van beschaving en vooruitgang van de beschaving, maar lijkt geheel andere wortels te hebben.
Auschwitz als plaats van de grootste massamoord
Op 30 april 1940 werd de eerste kampcommandant van Auschwitz, SS'er Rudolf Höss, benoemd tot commandant van een van de eerste concentratiekampen in het nieuwe Ostgebiete. Höss had al eerder ervaring opgedaan in concentratiekamp Dachau waar hij werkzaam was van 1934 tot 1938. Het concentratiekamp Auschwitz werd al snel een vernietigingskamp. Höss verklaarde bij zijn verhoor tijdens de Neurenbergerprocessen dat hij in de zomer van 1941 naar Berlijn werd ontboden om daar persoonlijk de bevelen in ontvangst te kunnen nemen van Reichführer SS Himmler. Deze deelde hem mede dat de Führer de vernietiging van de Joden had gelast en dat de SS dit bevel moest uitvoeren. Zou dit nu niet uitgevoerd worden, dan zou later het Joodse volk het Duitse vernietigen. Hitler had daarvoor Auschwitz uitgekozen omdat het uit een oogpunt van spoorwegverbindingen het gunstigst gelegen was. Höss maakte van het kamp een modelvernietigingskamp, een geoliede vernietigingsmachine van ongekend groot aantal mensenlevens. Hij was daar bij zijn schriftelijke verklaring heel duidelijk over:
"Tot 1 december 1943 voerde ik het bevel in Auschwitz. Ik schat dat daar minstens 2.500.000 slachtoffers door vergassing en verbranding zijn geëxecuteerd en uitgeroeid; verder zijn er nog minstens 500.000 door honger en ziekte omgekomen, wat neerkomt op 3.000.000 doden in totaal.”
Höss introduceerde in Auschwitz het Zyklon B in de gaskamers. Dit is een gekristalliseerd blauwzuur dat door een kleine opening naar binnen werd geworpen. In andere vernietigingskampen werd gewerkt met koolmonoxidegas, maar die methode vond Höss niet erg efficiënt. Uit zijn verklaring blijkt verder dat ieder menselijk gevoel bij hem en de overige SS'ers in de vernietigingskampen waarschijnlijk helemaal ontbrak:
“Al naar gelang van de weersomstandigheden duurde het 3 tot 15 minuten om de mensen in de dodenkamer te doden. Doordat het schreeuwen ophield wisten we wanneer de mensen dood waren. Gewoonlijk wachten we ongeveer een half uur voordat we de deuren openden en de lijken verwijderden. Nadat de lijken waren weggesleept, haalden onze Sonderkommandos de ringen van de lijken en braken bij die lijken het goud uit het gebit.”
Höss bleef tot december 1943 kampcommandant en werd toen na een onderzoek naar corruptie weggepromoveerd. Hij kreeg in Berlijn een administratieve functie. Hij werd opgevolgd door Arthur Liebehenschel die tot mei 1944 het bevel voerde en de laatste kampcommandant was Richard Baer tot januari 1945.
Uitwissen van de sporen
In oktober 1944 geeft Himmler het bevel Auschwitz buiten gebruik te stellen. In september 1944 hadden de geallieerden de fabrieken bij Auschwitz gebombardeerd en daarbij was aanzienlijke schade aangericht. Na het bevel Auschwitz buiten gebruik te stellen moesten de aanwezige sporen van de afschuwelijke misdaden die hier waren gepleegd worden uitgewist. Al na een belangrijk keerpunt in de oorlog, de slag om Stalingrad, was Himmler begonnen met het uitwissen van de sporen van de massavernietiging alvorens het Rode Leger de betrokken gebieden kon heroveren. Hiertoe gaf hij SS-Standartenführer Paul Blobel de opdracht de massagraven te laten verdwijnen voordat het Rode Leger deze locaties zouden bereiken. In augustus 1943 werd hiermee begonnen. Met zijn Sonderkommando 1005 begon hij in Kiev, de hoofdstad van Oekraïne, met de eerste opgravingen van de massagraven. Daarbij werden de in ontbinding verkerende lijken verbrand. De lijken werden opgegraven, getransporteerd, opgestapeld en verbrand. Er waren plaatsen bij waar 40.000 tot 45.000 lijken waren begraven. Voor dit afschuwelijke werk gebruikte men gevangenen. Deze gevangenen waren met een ketting van ongeveer 75 centimeter om hun benen geketend. Na ‘gedane arbeid’ werden ze door de SS met een nekschot neergeschoten. Waar opgraven niet mogelijk was koos men voor het opblazen van de graven met dynamiet. Daarna werd het terrein geëgaliseerd en met gazon bedekt.
Dodenmars
Als bij Auschwitz de Russen in de buurt komen, besluiten de nazi’s ongeveer zestigduizend overgebleven gevangenen te laten vertrekken en met hen te voet koers te zetten richting Duitsland. Deze tocht staat bekend als de dodenmars. Hierbij komen nog eens vele duizenden gevangenen om het leven. Met dergelijke marsen hadden de nazi’s al meer ervaring opgedaan. Reeds in januari 1940 verplaatsten de nazi’s 800 Poolse joodse krijgsgevangenen van Lublin naar Podlaska. In deze barre winterse tocht door Polen overleefde slechts een handvol van hen. Op bevel van Eichmann worden er in november 1944 80.000 joden onder wie vrouwen en kinderen gedwongen van Boedapest naar Oostenrijk te lopen. Zelfs de nazi’s maakten opmerkingen over het beestachtige karakter van deze verplaatsing.
Het was dan ook geen verrassing dat de verplaatsing uit Auschwitz door de snijdende wind in de Poolse winter een ramp zou worden. Op 20 januari werden de gevangenen in dunne kampkleding die geen enkele bescherming gaf tegen de sneeuw en ijzige wind, het kamp uit geslagen. Ze moesten zich opstellen op de weg waar de mars in rijen van vijf begon. Vertraging in de verplaatsing werd niet geaccepteerd. Wie fysiek moeite had om me te komen zelfs maar even bukte, halt hield of wie probeerde te vluchten werd zonder pardon neergeschoten. Waar de dodenmars was gepasseerd lagen de bermen en greppels vol lijken.
Bevrijding
Enkele duizenden gevangenen waarvan de Duitsers dachten dat ze te zwak waren om de mars te volbrengen werden achtergelaten. Achtergebleven SS’ers hadden de opdracht om de nog aanwezige gevangenen om te brengen. Deze speciale SS-eenheden vermoordden in de daarop volgende zeven dagen ongeveer 700 gevangenen. Door de snelle opmars van het Rode Leger kwam men niet meer toe aan de liquidatie van de overige achtergebleven gevangenen. De SS’ers die er nog waren meer bezig met hun eigen veiligheid dan met het uitvoeren van de bevelen waarmee ze achter waren gebleven. Toen de soldaten van het Rode Leger op 27 januari 1945 het kampcomplex bereikte troffen zij ruim 7.600 gevangen aan die allen in een slechte conditie verkeerden. Op het complex lagen ongeveer nog 1.000 lijken. De laatste bewakers die waren achtergebleven werden door de Russen gedood.
Auschwitz na 70 jaar
Auschwitz trekt nog jaarlijks vele bezoekers en het lijkt er op dat het aantal bezoekers alleen nog maar toeneemt. In 2014 bezochten ruim 1,5 miljoen mensen Auschwitz. Nog nooit trok Auschwitz zoveel bezoekers en ook na 70 jaar laat dit kamp, nu herdenkingsplaats en museum, op al die bezoekers een grote indruk na. Het is de plek waar 1.000.000 miljoen joden zijn omgebracht, 70.000 Poolse politieke gevangenen, meer dan 20.000 zigeuners, 10.000 Sovjet-krijgsgevangenen, honderden Jehova’s Getuigen, tientallen homoseksuelen en de anderen die zoals Laurence Rees dat noemt, om een reeks van waanzinnige redenen en soms geen enkele reden naar het kamp werden gestuurd. Rees heeft de gruwelen via vele honderden interviews van slachtoffers en daders in zijn boek 'Auschwitz' teruggebracht naar het niveau van het lijden van het individu. Abel Herzberg schreef dat er in de Tweede Wereldoorlog geen zes miljoen joden zijn vermoord, maar dat er één jood is vermoord en dat zes miljoen keer. Ook zonder gedetailleerde kennis van wat in Auschwitz is voorgevallen begrijpen de mensen die Auschwitz bezocht hebben deze woorden van Herzberg heel goed.