De 1e Poolse pantserdivisie en de bevrijding van Nederland
De 1e Poolse pantsersdivisie heeft voornamelijk het zuidwesten en noordoosten van Nederland bevrijd in 1944 en 1945. Veel plaatsen en dorpen in Nederland danken hun bevrijding aan de Polen en deze historische kennis wordt nog steeds geborgen op regionaal niveau. Landelijk gezien is er echter maar weinig bekend over de Poolse bevrijders. Wie waren deze bevrijders eigenlijk en welke plaatsen hebben ze bevrijd?
De achtergrond van de 1e Poolse pantserdivisie in Polen en Frankrijk
Ontstaan uit de 10e Gemotoriseerde brigade
De 1e Poolse pantserdivisie is ontstaan uit de vooroorlogse 10e Gemotoriseerde brigade die in 1938 werd opgericht en geleid door generaal Stanislaw Maczek. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was dit de enige gemotoriseerde gevechtseenheid in Polen. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vocht de brigade tegen een overwicht aan Duitse eenheden en technologisch vernuft. Desondanks heeft de 10e Gemotoriseerde brigade de Duitse opmars weten te vertragen in het zuiden van Polen. De deelname van de Sovjets aan de strijd op 17 september 1939 gooide roet in het eten en maakte de strijd op twee fronten uitzichtloos.
Van Polen, via Hongarije, naar Frankrijk
De commandant Maczek kreeg opdracht om uit te wijken naar Hongarije. Op deze manier, was de redenatie, kon Poolse gevechtskracht behouden blijven voor toekomstige gevechten. Na een kortstondige internering in Hongarije ontsnapten veel Polen van de 10e Gemotoriseerde brigade naar Frankrijk om de strijd voort te zetten. De keuze voor Frankrijk was simpel. De Poolse regering was inmiddels uitgeweken naar de Franse hoofdstad en overtuigd om de strijd tegen de Duitsers voort te zetten buiten het Poolse grondgebied. Ongeveer 45.000 Poolse militairen gaven gehoor aan de Poolse regering en trokken vanuit Polen naar Frankrijk om de strijd voort te zetten.
Ontsnappen naar Frankrijk
Eenmaal in Frankrijk aangekomen werd de 10e Brigade in ere hersteld, gemechaniseerd en gesteund door Poolse migranten uit Frankrijk die decennia eerder vanwege economische redenen naar Frankrijk waren geëmigreerd. Niet alleen lokale Polen deden mee. Er waren ook veel Polen uit Noord- en Zuid-Amerika die naar Europa kwamen om zich aan te sluiten bij de Poolse krijgsmacht. Het totale aantal Poolse militairen op Frans grondgebied werd op deze manier praktisch verdubbeld (van 45.000 naar 80.000 man).
De Polen vechten weer tegen Duitsers
De militairen van de 10e Gemechaniseerde brigade waren gekleed in Franse uniformen met een Poolse adelaar. Zij hadden Franse wapens en waren weer klaar voor een Duitse aanval. De Duitsers kwamen op 10 mei 1940 en zelfs toen de eenheden van het gastland zich terugtrokken bleven de Polen doorvechten bij Montbard (ten noordwesten van Dijon). Eigenlijk tot het moment dat er geen brandstof en munitie voor de voertuigen meer over was. De Polen lieten hun voertuigen achter en maakten ze onklaar. Vervolgens trokken zij zich terug. Een gedeelte ging de grens over met Zwitserland, terwijl de overige Poolse militairen de uitgeweken Poolse regering in ballingschap volgden. Via Noord-Afrika vertrokken veel Poolse militairen naar Portugal om vervolgens een schip te vinden naar Groot-Brittannië.
De oprichting van de 1e Poolse pantserdivisie in Schotland
Polen in Schotland
Op de Britse eilanden wilde de Poolse regering in ballingschap weer een gemechaniseerde Poolse eenheid oprichten. Dit maal werd er met Brits materieel geoefend, bekostigd door de Polen zelf, nabij het Schotse plaatsje
Blairgowrie. Per week kwamen er steeds meer Poolse militairen vanuit bezet Europa naar de Britse eilanden. Zij vonden hun weg naar de Poolse pantsereenheid van generaal Maczek of kwamen terecht bij de Poolse parachutistenbrigade onder leiding van generaal Sosabowski.
Kustbewaking in Schotland
Vanaf 1941 kregen de Poolse militairen in Groot-Brittannië hun eerste taak. De verdediging van de Schotse oostkust tegen een mogelijke Duitse landing. Zo een anderhalf jaar werd de kustlijn van
Montrose tot
Firth of Forth bewaakt door de Polen. Een gebied van ongeveer 100 kilometer kust boven de Schotse hoofdstad Edingburgh. Tijdens deze bewakingsdienst was er veel interactie met de Schotse bevolking en ontstonden er - soms innige - relaties met de lokale bevolking. Tegelijkertijd met de bewakingstaken werd de Poolse pantserdivisie opgericht in februari 1942. Vanaf 1943 ging deze eenheid met gemengd Brits/Amerikaans materieel (o.a. Sherman-, Cromwell- en Stuartstanks) oefenen met Canadese eenheden in het zuiden van Engeland.
De pantserdivisie als bevrijders in Normandië en Nederland in 1944-1945
Operatie Totalize
In juni 1944 beschikte de 1e Poolse pantserdivisie inmiddels over ongeveer 16.000 militairen en werden ze klaargestoomd voor de bevrijding van West-Europa. Bij de landing in Normandië op 6 juni 1944 speelden de Polen geen rol, maar wel ongeveer zes weken later. In juli 1944 werden de Polen verscheept naar Normandië om deel te nemen aan
operatie Totalize. De 1e Poolse pantserdivisie viel organiek in de Canadese commandostructuur en was gepositioneerd ten oosten van de Normandische plaats Caen. Op 8 augustus 1944 gingen de Polen vanuit deze locatie, samen met de andere geallieerden, in het offensief.
Falaise pocket
Eén van de kenmerken van het Pools militair optreden was snel manoeuvreren. De Poolse ondercommandanten kregen van generaal Maczek ook veel vrijheid van handelen; en vanwege de meertaligheid van de meeste Poolse militairen was het niet moeilijk om met de Duitsers en de Fransen te interacteren. Door de vele Poolse migranten woonachtig in Frankrijk en de Duitstaligheid van de Polen, konden veel militairen zich goed verstaanbaar maken bij de lokale bevolking en communiceren met Duitse krijgsgevangenen. Nabij Chambois, in de
Falaise pocket, leverde Maczeks pantserdivisie een grote slag tegen de terugtrekkende Duitse eenheden. De Duitsers werden door de overige geallieerden gedreven in de richting waar de Polen zich bevonden. De Poolse eenheden, zittend op een geïsoleerde heuvelpositie (
heuvel 262), konden geen versterking krijgen van de andere geallieerden. Zonder enige vorm van bevoorrading bleven ze doorvechten. De strijd was zo intens dat er zelfs sprake was van ‘man tot man’-gevechten met lege flessen, tussen de Polen en de terugtrekkende Duitsers.
De bevrijding van Zuid-Nederland
Zeeuws-Vlaanderen bevrijd vanuit België
Van Normandië vertrokken Maczek en zijn pantserdivisie via België naar Nederland. Bij de zuiderburen werden, onder andere, de plaatsen Ieper, Roesselaere en Gent bevrijd. Terwijl in Nederland eerst Zeeuws-Vlaanderen aan de beurt was, als onderdeel van een operatie om de haven van Antwerpen te bevrijden. De monding van de rivier de Schelde moest worden bevrijd. De aanvoerlijnen over de Normandische havens werden namelijk te lang, waardoor het voortzettingsvermogen van de geallieerden problematisch begon te worden. Vanuit Vlaanderen werden de Nederlandse plaatsen Axel en Hulst daarom als eerste bevrijd op 16 september 1944.
De bevrijding van Breda en omgeving
Vervolgens werd, als onderdeel van
operatie Pheasant op 20 oktober 1944, de Duitsers verdreven uit West-Brabant. De naam doet vermoeden dat de geallieerde legerleiding een analogie koos met het jachtseizoen. In oktober wordt namelijk op de fazanten gejaagd. Het was kennelijk de bedoeling om de nog zittende fazanten (de Duitsers in dit geval) te verjagen van hun nesten in Brabant. Tijdens deze operatie werd Breda ingenomen op 28 oktober 1944. Het was kenmerkend dat Maczek de opdracht gaf om de historische stad zoveel mogelijk intact te laten en mensenlevens te besparen. Veel plaatsen in de omgeving Breda werden bevrijd, waaronder (onder andere) Chaam, Dorst, Alphen, Bavel, Gilze, Breda, Zevenbergschehoek en Moerdijk.
De Angelsaksische geallieerden stonden er namelijk om bekend dat er wel veel gebombardeerd werd tijdens bevrijdingsacties om minder soldatenlevens te riskeren. Maczek gaf opdracht aan zijn pantsereenheid om meer risico te nemen en de gebouwen en bevolking meer te beschermen. Niet alleen Breda werd bevrijd, maar ook (onder andere) Chaam, Bavel, Gilze, Zevenbergschehoek en Moerdijk. Eenheden van de divisie speelden ook een rol bij de
Slag bij Kapelsche veer. Tijdens de wintermaanden van 1944-1945 bleef de 1e Poolse pantserdivisie ingekwartierd in Breda. Tot het voorjaar waren de militairen in staat om goede betrekkingen aan te knopen met de lokale bevolking.
De bevrijding van Noord-Nederland
Begin april 1945 werd de 1e Poolse pantserdivisie verplaatst naar het oosten van Nederland. Ze volgden de Canadezen die al gedeelten van het oosten van Nederland hadden bevrijd. Om daar te komen namen zij de route: Teteringen-Tilburg-Den Bosch-Reek-Gennep tot aan de Duitse grens. Vervolgens gingen zij via Goch naar Rees. Daar staken zij de Rijn over en kwamen zo weer de Achterhoek binnen. De reis werd vervolgd via de route: Terborg-Groenlo-Neede-Almelo-Hardenberg. Vanuit de laatstgenoemde plaats namen de Polen de rol van bevrijders weer op zich.
Op 6 april 1944 werd de Drentse plaats Coevorden ontdaan van Duitse aanwezigheid en werd begonnen met de bevrijding van Zuid-Oost Drenthe en Oost-Groningen. In deze gebieden traden zij op als de rechterflank van het Canadese leger dat op weg was naar Noord-Nederland. De Polen bevrijdden na Coevorden (onder andere) de plaatsen: Dalen, Oosterhesselen, Noordbarge, Ter Apel, Nieuw-Buinen, Stadskanaal, Musselkanaal, Onstwedde, Vlagtwedde, Pekela, Sellingen, Oosterhesselen, Odoorn, omgeving Westerbork, omgeving Borger, Weerdinge, Klijndijk, Valthe, Exloo, Gieten, Wildervank, Winschoten, Emmen en Veendam.
De Poolse bevrijding en bezetting van Duitsland
Bevrijding van Poolse vrouwen in een gevangenkamp
Op 18 april 1945 kreeg de 1e Poolse pantserdivisie een bijzondere kans. Uit inlichtingenrapportages bleek dat er een gevangenenkamp was net over de grens in het Duitse Emsland (
Stalag VI C Oberlangen), ongeveer 30 kilometer ten oosten van Emmen. In de plaats Oberlangen werden duizenden vrouwen gevangen gehouden die gevochten hadden bij de opstand van Warschau in augustus 1944. De Canadezen vonden het waarschijnlijk meer gepast dat de Polen hun vrouwelijke landgenoten zelf konden bevrijden.
De overgave van de Kriegsmarine en de bezetting van het Emsland
Na de inname van het gevangenenkamp ging de bevrijding van het nazi-regime verder. Maczek kreeg de opdracht om op te rukken naar Wilhelmshaven. Deze kustplaats in het noorden van Duitsland was de thuishaven van de Duitse marine. Eenmaal aangekomen, gaf de
Kriegsmarine zich over aan de 1e Poolse pantserdivisie. Na de overgave van nazi-Duitsland kregen de Polen de opdracht om een bezettingszone in te richten in het Emsland. Samen met de Poolse parachutistenbrigade van
Sosabowski vormden de Polen van 1945-1948 een bezettingszone in dit gedeelte van Duitsland. Het hoofdkwartier en centrum van de Poolse militaire macht lag in Haren am Ems. Deze plaats werd zelfs kortstondig Maczkow genoemd als eerbetoon aan hun militair commandant generaal Maczek. Na 1948 werd de 1e Poolse pantserdivisie gedemobiliseerd en emigreerden de militairen hoofdzakelijk naar Britse
Commonwealth-landen.
Lees verder