WO II - 2. De Amerikaanse legeropbouw
De Tweede Wereldoorlog. Voor de Verenigde Staten onder leiding van president Roosevelt is de oorlog ver weg. Toch begint Amerika zich te militariseren om zich voor te bereiden op wat onvermijdelijk lijkt.
De Amerikaanse legeropbouw
De VS koestert zich sinds
Hitlers opkomst in z’n rol van slapende reus. Na ruim tien jaar economische crisis komt het land nu pas weer tot zichzelf. Het volk wil zich niet mengen in een Europees conflict en heeft nog minder aandacht voor de
Japanse agressie in Azië. Maar op 1 september 1939 valt de naziestrijdmacht Polen binnen. De wereld is wakkergeschud. De meeste Amerikanen achten het een Europese kwestie maar Roosevelt vindt dat Amerika zich moet voorbereiden op oorlog.
Roosevelt vermeerdert oorlogsproductie
Twee dagen na de Brits-Franse oorlogsverklaring roept Roosevelt de noodtoestand uit. Hij breidt de Amerikaanse aanwezigheid uit in de Cariben en bij de Filipijnen. Ogenschijnlijk ter handhaving van de neutraliteit maar het maakt Britse schepen vrij voor taken aan het front. In november stemt het congres onder druk in met het verkopen van militair materieel aan het buitenland. Engeland wordt grootste klant door 95% van de
vliegtuigexport af te nemen en 90% van de munitie- en explosievenexport. Roosevelt verhoogt de productie voor eventuele oorlogsdeelname. De vliegtuigproductie wordt verhoogd tot 50.000 per jaar. Dat is zo buitensporig veel dat propagandaminister Goebbels zegt dat Roosevelt bluft. De Führer maakt zelfs tijd om FDR geestelijk gestoord verklaren. De productie van al het militair materieel groeit explosief. De productie van straaljagers verdubbelt. Het aantal garand-geweren voor de infanterie stijgt met ruim 300 procent. De productie van tanks, cruciaal voor het stoppen van Hitlers opmars stijgt zelfs met 1300 procent in één jaar.
Wat vind het volk
Roosevelts daadkracht is niet zonder risico. 1940 is een verkiezingsjaar en Roosevelt gaat op voor ’n derde termijn. Peilingen tonen aan dat zelfs na Hitlers inval in Polen slechts 7% van de Amerikanen oorlogsdeelname verstandig acht. Maar de president ziet het conflict alleen maar groeien rondom de VS. Hij acht de kans klein dat Amerika in vrede kan blijven leven als de rest van de wereld oorlog voert. En het congres is het zo langzamerhand met hem eens. Halverwege 1940 stemt het in met de bouw van 200 oorlogsschepen. Genoeg voor vloten in de Atlantische en de stille oceaan. Op 16 september neemt het congres de Burke-Wadsworth wet aan. Voor het eerst in Amerika is er dienstplicht in vredestijd. Of het volk de tol wil betalen voor dit ‘buitenlandse conflict’ valt te bezien. De publiek opinie zal in grote mate worden bepaald door de vijand. Alleen diens daden zullen uitwijzen of Roosevelts beleid nodig is of overdreven.
Amerika bewapent geallieerden
Juni 1940. De Britse premier Winston Churchill vraagt, na de grote verliezen aan materieel bij Duinkerken, de VS om hulp. De VS verkoopt Engeland voor 33miljoen dollar aan materieel: kanonnen, vliegtuigen, munitie, trucks, alles wat nodig is. Volgens het ‘cash & carry’ beleid sinds 1939 moeten de Britten ervoor betalen voor ze ze kunnen inzetten. Maar de oorlogsinspanning is zo’n aanslag op de schatkist dat er geen geld meer is om de bevoorrading op peil te houden. Het Britse verzet tegen de nazi plaag in Europa loopt gevaar wegens geldgebrek. Op 17 december uit president Roosevelt zijn intenties in helder woorden. Hij wil de Britten helpen. ‘Cash & carry’ maakt plaats voor ‘lend-lease’. De wapens worden geleverd zonder onmiddellijke betaling. ‘als het huis van m’n buren afbrandt, verkoop ik ze m’n tuinhuis niet, maar leen het ze. Zo help ik m’n buren, en voorkom ik dat de brand overslaat naar mijn huis. Na eindeloze debatten in het congres treedt op 12 maart de lend-lease wet in werking. De president kan nu goederen maken, verkopen, lenen, leasen of ruilen aan elk land dat van belang is voor de verdediging van de VS. Op 27 maart stemt het congres in met de eerste aanspraak op de wet. Engeland krijgt voor 7 miljard dollar aan goederen. De Britten zijn dolblij. Churchill noemt het ‘inspirerend vertrouwen, monumentale gulheid en staatsmanschap en de onzelfzuchtigheid zelve’. Amerika staat voor twee enorme uitdagingen. Allereerst het vervoeren van duizenden tonnen materieel over de oceaan. Maar de grootste uitdaging is de productie. Al werkt men dag en nacht, er kan niet genoeg worden geproduceerd om te voldoen aan de stijgende eigen vraag en die van het buitenland. Velen vragen zich af: als de oorlog Amerika bereikt, zal het dan kunnen vechten?
Lees verder