'Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan' van Couperus
Schrijver Louis Couperus (1863-1923) schreef zijn bekendste werken (zoals 'Eline Vere' en 'Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan...') na 1900 - dus dat zijn officieel geen boeken uit de negentiende eeuw. Toch wordt Couperus altijd in de 19e-eeuwse literatuurstromingen geplaatst. Ik zal aan de hand van zijn boek 'Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan...' uitleggen dat Couperus zowel in het naturalisme als het impressionisme geplaatst kan worden.
Samenvatting
Deze roman draait om de moord op meneer Derksz, op dat moment zestig jaar geleden, gepleegd door zijn vrouw Ottilie Derksz en haar geheime minnaar Emile Takma. Zonder dat de oude Ottilie en meneer Takma het doorhebben, komen steeds meer familieleden achter dit geheim, dat de oudjes al zo lang met zich meeslepen. Dat door Takma's buitenechtelijke affaire met Ottilie zijn kleindochter Elly een halfnichtje is van haar verloofde Lot, de kleinzoon van Ottilie, is ondertussen iets wat de hele familie vermoedt. Van oude mensen is kortom een familiedrama en een psychologische roman die in twee stromingen te plaatsen valt.
Naturalisme: pessimistisch en hysterisch
De inhoud van
Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan... past precies in het naturalistische plaatje: men wilde laten zien hoe het leven en de mens in elkaar zaten en hoe die zo geworden waren als ze waren. Naturalistische romans hebben een sombere en pessimistische toon. Kenmerkend voor deze literatuur is een nerveuze of hysterische hoofdpersoon. Als we het personage tante Stefanie uit
Van oude mensen moeten geloven, zijn bijna alle leden van de familie zeer hysterisch – zoiets zit immers in de familie. Vooral de drie Ottilies van de familie waren in hun jonge jaren, en zijn dat eigenlijk nog steeds, losbandig en 'niet zoals het behoort'.
Naturalisme: determinisme en fatalisme
Ook het typisch naturalistische determinisme (de opvatting dat een mensenleven bepaald wordt door de factoren milieu, erfelijkheid en tijd) kun je vinden in Couperus' werk. Het milieu van de Haagse elite en die van de familie speelt een rol in Van oude mensen, en de factor erfelijkheid is ook erg belangrijk. Trekjes en overheersende karaktereigenschappen worden in het verhaal generatie op generatie doorgegeven, maar nog belangrijker: het verleden, het heden én de toekomst van een aantal familieleden is of wordt sterk beïnvloed door die vreselijke gebeurtenis van zo veel jaren geleden.
Een ander, met het determinisme samenhangend kenmerk komt ook goed naar voren in deze roman: het sombere fatalisme, dat aanneemt dat geen enkel mens wordt aan zijn lot onderworpen en kan daar geen enkele invloed op hebben. Vooral het personage Lot is erg bang voor wat hem te wachten staat en kijkt zeer pessimistisch aan tegen de ouderdom. Hij hoopt jong te mogen sterven.
Naturalisme: ontnuchtering en teleurstelling
Van oude mensen is ook een geschiedenis van ontnuchtering, een kenmerk van de naturalistische roman. Aan het einde van het verhaal is Lot na een ziekte naar Nice vertrokken, zonder Elly. De twee zijn tot de conclusie gekomen dat ze niet op eenzelfde manier gelukkig kunnen worden, dus Elly heeft haar verloofde in Holland gelaten om zelf een van haar vele dromen achterna te gaan: helpen bij het Rode Kruis in St. Petersburg. De roman eindigt dus totaal niet bevredigend en zelfs teleurstellend.
Naturalisme: natuurgetrouwe en personale vertelling
Naturalistisch taalgebruik en vertelswijze is overigens ook te vinden bij Couperus, zoals het natuurgetrouw weergeven van dialogen. De indirecte zin wordt nooit gebruikt; alle gesprekken worden letterlijk geciteerd. Ondanks dat Couperus de personale vertelswijze gebruikte, bewaart hij de afstandelijkheid en objectiviteit die bij een naturalistische roman hoort. Je kunt meekijken in de hoofden van meerdere personages en juist daardoor bekijk je het verhaal van verschillende kanten; Couperus zelf velt nooit een oordeel.
Impressionisme: zintuiglijke waarneming
Maar in het taalgebruik van Couperus zie vooral het impressionisme, dat draait om de weergave van zintuiglijke waarnemingen die samen een bepaalde sfeer of stemming geven. In de literatuur uit zich dat bijvoorbeeld in overvloedig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden, in bijvoorbeeld de volgende zin uit Van oude mensen: "Zij was een vrouw van zestig jaren, maar haar blauwe ogen waren als van een kind, teder mooi, lief en onschuldig, en haar stem, wat schelletjes, klonk altijd kinderlijk, en had nu geklonken als van een stóút kind."
Impressionisme: knutselen met taal
Schrijvers in deze stroming knutselden en kunstelden dus graag met taal. Zo hielden ze er ook van neologismen, nieuwe woorden, te gebruiken. Couperus is zeer kundig in het vinden van nieuwe, vreemde samenstellingen ('triltintelingen') en in het vertalen van buitenlandse woorden naar het Nederlands om zo een nieuw woord uit te vinden; het Indonesische 'swahahs' bijvoorbeeld, vertaalt hij als 'spiegeltrappen'. Engelse termen neemt hij gretig over, zoals de uitdrukking 'last not least'.
Ook experimenteert Couperus met zeer gekunstelde woordvolgordes en inversies. "Over haar donkere ogen, die gebleven waren de ogen van een kreole, waarde een droom, en het scheen, zij zag daar moeilijk door heen, maar nu de mond had nog een natuurlijke glimlach, waarom de extaze aarzelde." Een door Couperus veelgebruikt stijlmiddel is alliteratie, te zien in de woorden 'een fyziek genot zoekende zinnelijkheid'. Hier haalt Couperus overigens een subtiel taalgrapje uit: 'fyziek' is namelijk altijd al geschreven als 'fysiek'; niet helemaal natuurlijke alliteratie dus.
Impressionisme: mooischrijverij
Het impressionistisch gedachtegoed is bij Couperus goed samen te vatten in mooischrijverij. Door het hele boek heel staan zinnen die bijna poëzie lijken en in ieder geval lyrisch proza zijn te noemen. "Gloeiende goot de zon zijn stroom, als uit een gouden gat in de turkooizen hemel." In de volgende zin zijn ook weer de gekunstelde woordvolgorde en poëtische woordkeuzes te vinden: "Op de tafel, om gevogelt, vlakte rood en oranje de slâ van tomaat en van poivron, en in hun glas champagne schenen lange parelen te smelten."
Conclusie
Louis Couperus' werk is dus in te delen in twee literaire stromingen. Enerzijds behoort
Van oude mensen, de dingen, die voorbij gaan... tot het naturalisme, vanwege de sombere, fatalistische inhoud en afstandelijke, objectieve vertelwijze. Anderzijds is dezelfde roman in te delen bij het impressionisme, vanwege de mooischrijverij, de stijlmiddelen en het overige gekunstel met woorden. Dat die twee stromingen heel goed samen kunnen gaan en Couperus zelfs in onze tijd populair is, geeft Paul Schnabel aan op de achterflap van Van oude mensen. "Als je terugkijkt op de eerste helft van de twintigste eeuw, is Couperus de eigenlijk de enige auteur die meer is gaan leven naarmate hij langer dood is."