Modewoorden en modieuze uitdrukkingen
Iedere taal gebruikt woorden die in de mode zijn. Het Nederlands is daar geen uitzondering op. In Indonesië zegt men dikwijls aan het eind van een zin: toh? Dat komt van het Nederlandse: toch? Het Nederlands kent dezelfde uitdrukking. ´Niet dan? Ja, toch?´ was zelfs een tijdje een modieuze uitdrukking. Het hebben van staartvragen, stopwoorden en bevestigende woorduitdrukkingen zijn een interessant en leuk spreektaalfenomeen waarmee je van taalonderwijs een boeiende ervaring kan maken.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Hoei-sdat?
Vroeger, in de jaren 50, werd er vaak ´hoeisdat?´ gezegd door de spreker als hij van zijn luisteraar(s) verlangde om een korte repliek op zijn verhaal. Dit werd snel uitgesproken als ´hoei-sdat?´ Niemand wil een heel verhaal vertellen om aan het eind van een verhaal erachter te komen dat zijn toehoorder(s) het faliekant oneens zijn. Daarom worden in de spreektaal allerlei momenten ingebouwd waarop een spreker de luisteraar de gelegenheid geeft om zijn goed- of afkeuring aan het gezegde te geven. De uitdrukking hoei-sdat kennen we nu niet meer maar er zijn veel andere uitdrukkingen voor in de plaats gekomen.
Staartvraag om bevestiging
De staartvraag kennen we in
het Nederlands in verschillende vormen. De meest bekende vorm is: nietwaar? Zoals de naam al aangeeft wordt de staartvraag aan het eind van een zin gesteld. Het is geen echte vraag, maar meer een retorische vraag zodat de spreker zich ervan overtuigt dat zijn gehoor op dezelfde golflengte zit. De staartvraag is een typisch spreektaalfenomeen; in de schrijftaal is het een overbodige toevoeging. Het Engels, vooral het Brits Engels kent veel meer staartvragen in de spreektaal dan andere talen. De bekendste daarvan is: ...,isn´t it?
Voorbeelden van staartvragen:
- Toch?
- Ja, Toch?
- Niet dan?
- Niet dan? Ja, toch?
- Heh?
- Ja, heh?
- Weet-je-wel?
- Of niet soms?
Korte bevestiging met nadruk
Tijdens een gesprek wil je iemand zijn verhaal niet onderbreken. Daarom worden er woorden gebruikt die in korte tijd -een adempauze van de spreker- kunnen bevestigen dat de luisteraar het ermee eens is. Wanneer de spreker een zin heeft afgesloten met een staartvraag dan is de neiging groot om deze te beantwoorden met een non-verbaal knikje, veelzeggende oogbeweging of een orale uitdrukking zoals:
Voorbeelden van korte bevestiging:
- Precies!
- Absoluut!
- Echt wel!
- Zeker!
- Ja, zeker!
- Dat dus!
- Dus dat! (Surinaams Nederlands)
- Dus!
- Echt wel!
- Klopt!
- Helemaal waar!
Tekenen van desinteresse
Een ontkenning wordt uitgesproken door een luisteraar wanneer deze het oneens is met de spreker. De vorm waarin deze ontkenningen zijn gegoten, is aan modieuze verandering onderhevig, net zoals de bevestigingen. Ontkenningen worden geplaatst als iemand het gesprokene oninteressant vindt. In het nieuwe millennium wordt het door het grote jonge publiek het cool gevonden om iets onbelangrijk te vinden. ´Boeie!´ wordt cynisch uitgesproken, deze stijlverandering is eveneens aan mode onderhevig. Een ontkenning heeft altijd iets nonchalants, iets grappigs. Overigens kan de ontkenning ook bevestigend worden gebruikt. Bijvoorbeeld als de spreker zegt dat iets
niet o.k. is, dan kun je de spreker bevestigen in zijn ontkenning.
Voorbeelden van ontkenningen:
- Echt niet!
- Boeiend!
- Jahoor!
- Boeie!
- Lekker belangrijk!
- Joh!
- Oh, ja joh?
- Ga weg!
Een pluimpje
Een pluimpje is een verbaal schouderklopje waarmee een luisteraar aangeeft dat hij vindt dat de spreker een prijzenswaardig verhaal vertelt. Soms doen mensen een mededeling over zichzelf of een situatie die de toehoorder apprecieert. Hij kan reageren door positieve dingen te zeggen. De spreker zal zich dan gemotiveerd voelen om zijn verhaal vol goede moed verder te vertellen.
Voorbeelden van positieve, korte reacties:
- Lekker hoor!
- Goedzo!
- Netjes!
- Ok, dan!
- Goed gedaan, jochie!
- Geweldig!
- Briljant!
- Cool!
- Top!
- Tof!
- Helemaal goed!
- Vet, zeg!
- Gezellig!
Het ontstaan van modieuze woorden
De korte, veelgebezigde, populaire bijwoorden zijn aan mode onderhevig. Soms heeft een reclame invloed op het spreekgedrag van mensen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij ´Goed gedaan, jochie!´ wat uit een Paturainreclame uit de jaren 80 komt. Een andere mogelijkheid is dat een modewoord uit de cabarethoek komt. ´Ja Toch? Niet, dan?´ komt van een een scene van Lenie van de Takkenstraat, een typetje van Tineke Schouten. Het kan ook zijn dat een modieus stopwoord uit de jeugdcultuur afkomstig is. In dat geval zal de ontdekker van een modieus stopwoord vaak onbekend blijven.
Lees verder