Associatief schrijven - oefening
Deze manier van schrijven kun je gebruiken voor verschillende doeleinden. Het is zowel geschikt voor een schrijver om op nieuwe ideeën en teksten te komen, maar kan ook als docent gebruikt worden als oefening om met een groep te werken.
Bruikbare oefening voor de schrijver
- Het komt regelmatig voor: geen inspiratie, geen ideeën, niet tot schrijven kunnen komen, kortom: een writersblock. Deze oefening kan je helpen om je creativiteit aan te spreken. In je hoofd ben je constant aan het denken en piekeren waar je over moet schrijven, en dat denken kan je juist in de weg staan om te schrijven.
- De oefening kan ook een andere ingang zijn om tot schrijven te komen. Zo omzeil je je eigen gewoontes en vaste manieren in je eigen schrijven.
- Deze manier van schrijven kan je nieuwe vondsten opleveren, nieuwe associaties, verbanden en zinnen waar je anders nooit op was gekomen.
Bruikbare oefening voor de docent of groepsleider
- Deze oefening is zeer geschikt wanneer je wilt werken aan de creativiteit van de deelnemers. Zelfs wanneer men zal zeggen dat men helemaal niet creatief is, is dit een mooie manier om te laten zien dat iedereen creatieve ideeën heeft.
- Je kunt de oefening ook gebruiken als ingang om tot schrijven te komen. Dat kan bijvoorbeeld zijn wanneer je wilt werken aan het schrijven van verhalen of gedichten. Het levert materiaal of ideeën op die uitgewerkt kunnen worden of om te herschrijven tot een gedicht of verhaal.
- In een dramales kan de oefening gebruikt worden, om de deelnemers een monoloog te laten schrijven. Het kan ook gebruikt worden als materiaal om tot een personage te komen.
- De opdracht is ook zeer geschikt wanneer je met kinderen werkt.
De opdracht - basis
Pak een vel papier of schrift. Zorg dat je genoeg papier hebt en een pen die lekker schrijft. Eventueel zet je een wekker op 5 minuten, zodat je jezelf verplicht om de tijd vol te maken. Zorg dat niemand je stoort. Wanneer je deze oefening voor jezelf doet, en dus al weet dat je de oefening gaat doen: zorg dat je van te voren niets bedenkt zodat je de oefening niet kunt sturen. Ga zitten en begin direct met schrijven. Vanaf dat je begint met schrijven mag je pen niet meer van het vel komen, je pen mag niet meer stoppen met bewegen, je schrijft aan een stuk door: Je schrijft alles op wat in je opkomt. Of het nou logisch is of niet, of het nou zinnen of woorden zijn, of het nou een constante herhaling is van gedachten of een stroom aan woorden en zinnen: Je blijft doorschrijven. Zelfs wanneer je niet weet wat je moet schrijven en er niets komt, dwing jezelf om te blijven schrijven. Er zijn altijd gedachten: "wat nare opdracht, er komt niets bij me op, ik weet het niet, ik weet het niet, mijn hoofd is leeg, zo leeg als een holle bus, een holle boom waar de ratten zelfs niet meer komen, wat een onzin, ik ben leeg, niets, niets, mijn hand beweegt, maar ik weet niets" Enzovoort, enzovoort... Er zal een moment komen dat je op associaties komt, hoe gek de gedachten of zinnen ook zijn, je gaat gewoon door. Tot de wekker gaat.
Afhankelijk van je doel, kan je verder met de tekst die je nu geschreven hebt. Je kan er ook voor kiezen om de oefening elke dag te doen, om zo jezelf te stimuleren om tot schrijven te komen. Wanneer je de tekst opnieuw leest, kom je misschien interessante zinnen, gedachten of misschien zelfs wel stukken tekst tegen die je interessant vindt om te gebruiken. Je kan een gedeelte van de tekst herschrijven, of de zinnen er uithalen die je interessant vindt. Je kunt er ook naar kijken alsof het een toneeltekst is: het zou een monoloog kunnen zijn van een personage. Het zou dan dus ook een gedachtegang van een karakter kunnen zijn uit een boek.
Zo verzamel je je materiaal. Mogelijkheden genoeg, en weet je niet meteen wat je er mee moet, leg het even weg. Misschien komt het later van pas.
Variaties op de oefening
muziek
Zet muziek op terwijl je / de groep schrijft. Neem muziek die je niet kent, of weinig luistert. Klassieke muziek, filmmuziek of sferische muziek is zeer bruikbaar. Muziek roept gedachten, associaties of emoties op. Terwijl je schrijft kan de muziek voeding zijn voor je associaties en kan het schrijven makkelijker zijn. Wanneer je met een groep werkt, kan je ook een paar fragmenten gebruiken: begin bijvoorbeeld met iets vrolijks, daarna iets spannend en eindig met iets vreemds of geks. Je zult zien, wanneer je de teksten voor laat lezen dat de sfeer en intentie in de teksten dan ook veranderen.
Woorden I
Deze variatie is lastig wanneer je de oefening alleen doet. Je zou van te voren woorden op kunnen nemen die je afspeelt tijdens het schrijven. Of misschien je partner kunnen vragen om te helpen. Bij een groep: terwijl de groep begint met schrijven, roep je om de 10 a 30 seconden een woord (boom, vechten, winkel, auto etc). Dat woord moeten ze direct verwerken in hun tekst. Ook nu blijft gelden: Het hoeft helemaal niet logisch te zijn! Je kunt ook een woordenboek nemen om woorden uit te halen.
Woorden II
Hetzelfde als de vorige opdracht, alleen het woord hoeft niet letterlijk in de tekst te worden verwerkt. Het woord kan de schrijver op associaties brengen.
Vanuit een personage
Wanneer je bezig bent met een boek, of wanneer je met een groep aan personages werkt, kun je deze opdracht ook doen vanuit een personage of karakter. Het lukt misschien niet om direct vanuit het personage te schrijven, en dat maakt niet uit. Maar misschien lukt het je om je in te leven in het personage, of teksten te schrijven op deze manier die wel degelijk met het personage te maken hebben. Zo kom je misschien op nieuwe ideeën of extra informatie over je personage.
Lees verder