Zwitserland: Werelderfgoed; Jungfrau/Aletsch/Bietschhorn
Eén van de zeven Zwitserse monumenten die op de werelderfgoedlijst van de UNESCO is geplaatst, is het natuurgebied Jungfrau, Aletsch, Bietschhorn. Een gebied waar in de winter uitstekend te skiën of snowboarden is. Natuurlijk is het ook fantastisch wandelen, en de grootste gletsjer van Zwitserland te gaan bekijken.
Algemeen
De op 16 november 1945 opgerichte UNESCO staat voor de afkorting:
- United
- Nations
- Educational
- Scientific and
- Cultural
- Organization
Dit is een organisatie van de Verenigde Naties, met als doel het waarborgen van de veiligheid en vrede. Dit wordt bewerkstelligt door de samenwerking tussen de lidstaten. Deze organisatie wijst wereldwijd plekken aan die als
Werelderfgoed wordt aangemerkt. Dit betreft zowel cultureel als natuurlijke waarden. Dit kunnen monumenten, gebouwencomplexen of landschappen zijn.
Zwitserland
In 2001 heeft de UNESCO de Jungfrau-Aletsch-Bietschhorn, als wereldnatuurerfgoed van de Alpen, geplaatst op de Werelerfgoed lijst. Oorspronkelijk was het gebied 540 km² groot, onderdeel van de kantons Bern en Wallis. Het gebied begint aan de voet van de bergen Mönch, Eiger en Jungfrau.
Eind juni 2007 heeft het comité van de UNESCO ingestemd met een door Zwitserland ingediend uitbreidingsplan van de regio. Het wordt vergroot tot 824 km². Het omvat nu bijna de gehele Berner Hoogalpen. Er wordt een aanpassing van de benaming van dit natuurmonument verwacht in 2008.
Het Alpengebied
De grootste ijsstroom van de Alpen, de Alteschgletsjer, is 23 km groot. Het ligt in het centrum van het Aletschgebied. Ten oosten van dit gebied liggen de Lauteraarhorn, Finsteraarhorn en Oberaarhorn. Ten westen het Lötschental en de Bietschhorn (berg). Hier leven veel zeldzame dieren en zijn veel zeldzame plantensoorten te vinden, zoals steenbok en hagedis. De Lammergier, die ook tot de plaatselijk uitgestorven diersoorten behoort, staat ook op de lijst van het uitzettingsproject.
Alpensteenbok
Tot voor kort was de Steenbok alleen nog maar te vinden in het Gran Paradiso, Nationaal Park, in Italië. Hier leefde één kudde. De Steenbok die ooit voorkwam in de gehele Alpen was door overbejaging bijna uitgestorven. In de jaren ’50 van de vorige eeuw zijn fokprogramma’s opgesteld die al succesvolle terugplaatsingen in het wild tot gevolg hebben. Inmiddels lopen er al ruim 1000 dieren in het wild rond, de planning is 6.000 exemplaren voor de gehele alpen.
De Steenbok is een dagdier, eet gras, kruiden, mos en ’s winters korstmos. Ze leven in roedels, worden maximaal 20 jaar oud en behalen een maximale schouderhoogte van 1 meter. Een mannetje wordt maximaal 125 kg zwaar en een vrouwtje maar 50.
De berg Mönch
Deze bijna 4100 meter hoge berg werd voor het eerst bedongen op 15 augustus 1887. Christian Almer, Chritian Kaufmann, Ulrich Kaufmann en Sigismund Porges bestegen de berg. Inmiddels is er een tanradbaan van de Jungfraujoch en is de berg één van de populairste vierduizenders.
De berg Eiger
Behoort niet tot de vierduizenders, want deze berg komt om hiervoor in aanmerking te komen maar 39 meter te kort. Toch behoort hij tot de spectaculairste bergen om te beklimmen.
De berg Jungfrau
Deze berg behoort wel tot de vierduizenders, hij is bijna 4.200 meter hoog. Vanuit Interlaken gaan treine- en kabelbaanroutes naar deze drie bergen. De Kleine Scheidegg is een station dat onder de noordzijde van de Eiger ligt. Hiervandaan begint de Jungfraubaan, het hoogste tandradbaan van Europa en stopt onder andere bij:
- Eigergletscher op een hoogte van ruim 2.300 meter
- Eigerwand op een hoogte van bijna 2.900 meter
- Eismeer op bijna 3.200 meter hoogte
- Jungfraujoch (eindpunt) op bijna 3.500 meter (het hoogste treinstation van Europa)
De Jungfraujoch is een ijsmassa die zich bevindt net onder de top van de berg de Jungfrau.
De skigebieden in de omgeving van Mönch, Eiger en Jungfrau hebben ruim 45 bergbanen, kabelbanen, stoeltjes- en skiliften. Er is ruim 200 km skipisten.
Aletschgebied
In dit gebied kunnen carvers en snowboarder (in de winter) hun hart ophalen. Er is bijna 100 km piste en ruim 30 skiliften. In het Aletschgebied bevindt zich de Aletschgletsjer van 23 km groot. Hiervan uit zijn er drie afdalingen, elk in een eigen moeilijkheidscategorie. De rode piste van Bettmerhorn loopt via een 250 meter lange skitunnel naar de gitzwarte piste.
Het gebied is een familieparadijs, voor ieder wat wils; skiën, snowboarden, wandelen, langlaufen. Aletschwald, vanuit dit bos bestaande uit dennenbomen, is vanuit een wandeling de Aleschgletsjer goed te bekijken.
Lees verder