Lieux de mémoire: plaatsen van herinnering
Op 4 mei worden in Nederland op verschillende plaatsen herdenkingen gehouden. Vaak zijn dit niet zomaar plaatsen, maar plaatsen met een bijzonder verhaal. Op zulke zogeheten 'lieux de mémoire', ofwel 'plaatsen van herinnering', vond bijvoorbeeld een veldslag of fussilatie plaats. De Franse historicus Pierre Nora was de bedenker van deze term, welke ook werd overgenomen door met name historici uit andere landen. Dit was in de 21ste eeuw ook in Nederland en België het geval: in beide landen verschenen boekenreeksen over de nationale lieux de mémoires.
Pierre Nora: de lieu de mémoire als plaats van herinnering
In zijn zevendelig werk
Les Lieux de Mémoire (uitgekomen in 1984-1992) dacht Pierre Nora na over geschiedenis, plaatsen en herinnering. Volgens Nora is er een belangrijk verschil tussen herinnering (mémoire) en geschiedenis. Waar geschiedenis niet zelf is meegemaakt, en alleen uit de
geschiedenisboeken te kennen, zijn herinneringen wel zelf doorstaan. Dus: het lezen over de Tweede Wereldoorlog is geschiedenis, tenzij de lezer het zelf heeft meegemaakt.
Definitie lieu de mémoire
Het was ook in dit boek dat de term 'lieu de mémoire' voor het eerst geformuleerd en gedefinieerd werd. Nora omschreef het in het boek
Realms of Memory: Rethinking the French Past als volgt (vertaald vanuit het Engels):
"Een lieu de mémoire is elke belangrijke plaats, van nature materieel dan wel immaterieel, die door menselijke wil of in de loop van de tijd een symbolisch element is geworden van het herinneringserfgoed van een gemeenschap."
Een plaats van herinnering moet ervoor zorgen dat de geschiedenis van een herinnering in leven blijft. Veteranen leggen bijvoorbeeld kransen op de Dam 'om de vrijheid door te geven'. Dat wil zeggen dat ze de herinnering aan de oorlog willen doorgeven aan een nieuwe generatie, die de herinnering niet heeft maar nu wel de geschiedenis kent. Lieux de mémoires zijn daarin belangrijk om het herinneringserfgoed niet verloren te laten gaan.
Immateriële herinneringsplaats
Zoals de definitie al aangeeft, hoeft een lieu de mémoire niet per se materieel te zijn. Een immaterieel voorbeeld dat Nora geeft, is de Marseillaise. Dit Franse volkslied is ook een lieu de mémoire, omdat het herinnert aan Franse geschiedenis. Het is een symbolisch element voor de
Franse Revolutie en de eeuwen erna.
Lieux de mémoire in Nederland
In Nederland geldt voor het Wilhelmus natuurlijk hetzelfde. Het volkslied ontstond tijdens de Opstand en staat voor veel Nederlanders nog altijd symbool voor een zelfstandig Nederland. Tekenend hiervoor was in 2017 het voorstel van CDA-leider Buma om dit verplicht te leren op basisscholen, ter vorming van de Nederlandse identiteit.
Een ander, meer zichtbaar voorbeeld is de Waalsdorpervlakte. Als op 4 mei hier de doden herdacht worden, komt de gedachte aan overleden verzetsleden bijzonder dichtbij. Op deze plaats vonden namelijk geregeld executies plaats door de Duitse bezetters. Veelzeggend is de tekst op het monument, dat aanleiding geeft tot herdenking van 'landgenoten':
Hier brachten vele landgenoten het offer van hun leven voor uw vrijheid.
Betreed deze plaats met gepaste eerbied.
Ook kan gedacht worden aan een feest als Koningsdag. Behalve de herinnering aan de geboorte van koning Willem-Alexander, is het ook een nationale herinnering aan het koningshuis. In feite herdenkt men nog steeds dat Nederland sinds 1815 een koning van Oranje heeft.
Plaatsen van herinnering
In 2005 en 2006 werd een vierdelige boekenserie uitgegeven onder de titel
Plaatsen van herinnering. Onder hoofdredactie van Henk Wesseling schreven verschillende historici en kenners over Nederlandse lieux de mémoires uit bepaalde periodes. Van het café waar Max Havelaar geschreven werd tot het woonhuis van Pim Fortuyn. De besproken plaatsen liggen niet enkel in Nederland: zo worden ook
de duinen van Nieuwpoort genoemd als lieu de mémoire. Echter beperkten de auteurs zich wel tot materiële plaatsen; immaterieel erfgoed werd niet behandeld.
Lieux de mémoire in België
Herdenking in de Menenpoort (2014). /
Bron: Stuvio, Wikimedia Commons (CC BY-4.0)
In de Belgische plaats Ieper is de Menenpoort te vinden, waar sinds 1928 elke avond een herdenking plaatsvindt (met als uitzondering de jaren van de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog). In de Eerste Wereldoorlog trokken langs deze plaats de geallieerde troepen naar het front. Aangezien er nog nauwelijks getuigen van deze oorlog in leven zijn, is deze herdenking des te belangrijker om de herinnering in leven te houden. De missie is vooral om dankbaarheid te blijven getuigen 'aan hen die streden en sneuvelden voor het herstel van de vrede en de onafhankelijkheid van België'. Hierbij is het treffend dat bij elke herdenking het volgende dichtvers wordt uitgesproken:
"They shall grow not old, as we that are left grow old:
Age shall not weary them, nor the years condemn.
At the going down of the sun and in the morning,
We will remember them."
Hierna beantwoordt het publiek dit instemmend met: 'We will remember them' (Nederlands: 'We zullen ze herdenken/onthouden').
De Brabançonne is hier het volkslied dat als collectieve herinnering kan gelden aan de Belgische Revolutie. Opmerkelijk genoeg kwam de schrijver hiervan, Alexandre Dechet, zelf om het leven bij deze Revolutie - uiteraard pas nadat hij het geschreven had. De vlag van België is net zo'n herinnering: deze had in eerste instantie (1830) horizontale banen, in de volgorde rood-geel-zwart. In 1831 wilden de Belgen meer verschil met de Nederlandse driekleur en ontwierpen ze daarom de huidige, verticaalbanige vlag.
Parcours van herinnering
In België werd in 2008 een soortgelijk boekwerk uitgebracht als in Nederland. Onder de titel
België - een parcours van herinnering werden in twee delen 66 lieux de mémoires beschreven. Het eerste deel heeft als thema 'traditie en expansie'; het tweede deel behandelt 'tweedracht, crisis en nostalgie'. Een kleine greep: het koloniale museum in Vuren, de Leeuw van Waterloo, het Atomium en de kazerne in Mechelen die tijdens de Tweede Wereldoorlog diende als doorvoerplaats voor Joden.
De twee boeken werden minder goed ontvangen dan in Nederland, wellicht omdat de Vlaamse en Waalse conflicten soms gevoelig naar voren komen. De gemeenschap uit de
definitie van Nora is dus in die zin minder hecht. Hiermee is het boek eigenlijk ook een symbool van de verdeeldheid in België en onderdeel van het collectieve erfgoed. Het hoeft daarom niet te verbazen als het over een eeuw ook zelf een lieu de mémoire is geworden …