Carnaval; het gekkenfeest
Carnaval! Wie vindt het nou niet leuk om gezellig met zijn allen verkleed naar de kroeg te gaan. Om daar vervolgens op te foute muziek volledig uit je dak te gaan. In het noorden kun je die mensen best vinden. Maar in het zuiden beginnen ze in november al met de voorbereidingen van dit feest dat in februari wordt gevierd. Maar waar komt carnaval eigenlijk vandaan?
Geschiedenis
Er zijn in de geschiedenis twee stromingen die de oorsprong van carnaval proberen te verklaren.
Ten eerste is er de stroming die ons vertelt dat het een heidens lentefeest is met vruchtbaarheidsrituelen. In deze visie moest koning winter worden verdreven, zodat deze de vruchtbaarheid na de winter weer kon laten terugkeren. In de middeleeuwen zou dit feest erkend worden door de katholieke kerk en destijds ook opgenomen in de kalender.
Het tweede verhaal dat zich te ronde doet, gaat er vanuit dat de katholieke kerk de initiatief nemer is van het feest. Zij zouden het feest hebben georganiseerd om de overgang te vieren naar de veertigdaagse vasten voor de Pasen. De vastentijd wordt zo voorafgegaan door carnaval, om op die manier de afkeuring van het aardse leven op te wekken. Dit deden ze om de 'gewone gelovigen' ervan te overtuigen dat het verkeerd was om je te bezatten en op deze manier de duivel/heksen de controle over je te laten nemen.
Oorsprong van de naam
In de zeventiende eeuw kenmerkt het woord 'carnaval' feesten waarin vermommingen en overmatig eten en drinken in voorkomen. In de middeleeuwen werd gesproken van een avond waarop men nog één keer lekker veel kon drinken en eten om zo vanaf aswoensdag de rooms-katholieke vastentijd in te gaan. Op deze manier bereidden zij zich voor op Pasen.
Er zijn twee verklaringen voor het woord carnaval:
- Het komt van carne vale, wat vaarwel vlees betekent. Op deze manier wordt verband gelegd tussen de tijd van feesten en de tijd van het vasten.
- Het komt van carrus navalis, wat scheepswagen betekent. Deze scheepswagens werden in de vastenavondtijd door de straten getrokken met aan boord de vermomde (verklede) vierders.
Hedendaagse vieringen
Tegenwoordig wordt het feest niet alleen gevierd door katholieken, maar door velen. Kenmerken voor de feesten zijn het hossen (al dansend achter elkaar aan lopen) en het verkleed gaan. Overdag zijn er optochten, waarin soms de draak wordt gestoken met de lokale politiek of aan de hand van een taalgrap een praalwagen is gebouwd. De voorbereiding van carnaval begint al op elf november (de elfde van de elfde). Op deze 'gekkendag' wordt Prins Carnaval gekozen door de Raad van Elf. De dagen waarop het gevierd variëren, dit is namelijk afhankelijk van de wisselende datum waarop Pasen wordt gevierd. De zevende zondag vóór Pasen is carnvalszondag. Op de zaterdag of zondag wordt de macht van de stad overgedragen aan Prins Carnval en krijgt het dorp of de stad een feestelijke naam.
Enkele voorbeelden:
A
- Aalst - Ballengat
- Achterveld - Puupenkoppenland
- Aerdt - Spreeuwendurp
- Alphen (Noord-Brabant) - Struivenlaand
- Alphen aan den Rijn - Het Rijk van Castellum
- America - Turftreiersriek
- Amersfoort - Trekkersgat
- Angeren - Keujesgat
- Apeldoorn - Knienenburg
B
- Baarle-Nassau - Smokkelgat
- Beek en Donk - Ganzedorp
- Bergeijk - Teutengat
- Bergeijk 't Loo - Rommegat (romme is dialect voor melk)
- Berg en Dal - Duufelshemel
- Bergen op Zoom - Krabbegat
- Best - Klompengat
- Beuningen - Eikelenburg
- Boskoop - Kwakveen
- Boxmeer - Boksmèr
- Boxtel - Indegat
- Breda - Kielegat
- Bunnik - Kikkerloo
- Bussum - Erwtenrijk
C
- Capelle - Cuppelsgat
- Casteren - Bollenmeppersgat
- Castricum - Pieperduin
- Cuijk - Nolersriek
D
- Delft - Kabbelgat
- Denekamp - Peerkesdoarp
- Den Haag - Kreesiedentie
- Den Helder - Waaienburg
- Deurne - Peelstrekelrijk
- Deventer - Stokvissengat
- Dieren - Zwieren
- Doetinchem - Leutekum
- Dongen - Peejenrijk
- Dordrecht - Ooi- en Ramsgat (Dordtenaren hebben als bijnaam "schapenkoppen")
- Dorst - Kattegat
- Driel - Uulenes
- Druten - Bokkenrijk
E
- Eerbeek - Dwarsliggerdorp
- Eersel - Buurtgat
- Eindhoven - Lampegat (naar de Philips gloeilampen)
- Elst - Döppertdurp (de Döppert is een ceremoniele pop van de domste Elstenaar van dat jaar, deze pop hangt tijdens carnaval aan het gemeentehuis)
- Engelen - Terpersdurp
- Enschede - Krekkelstad
- Etten - Stijlorenrijk
G
- Gaanderen - Bultendarp
- Geertruidenberg - Potteschijtersland
- Geesteren - Papsleefndorp
- Geleen - Waereldsjtad
- Geldrop - Lappegat
- Gemert - Waeverstadt
- Gilze - Dringersgat
- Goirle - Ballefruttersgat (naar de rijke geschiedenis van de kaatseballen uit Goirle)
- Gouda - Pijpenburg
- Groesbeek - Keulen van Gelderland
H
- Haalderen - 't Baggergat
- Haarlem - Muggendonk
- Halsteren - Altere
- Harmelen - Kwakbollenpoel
- Heemskerk - Ezelenheem
- 's-Heerenberg - Waskuupstad
- Heerle - Puitenlaand
- Heerlen - Sjpassemig
- Helmond - Kattegat
- Helvoirt - Keiespellersdurp
- 's-Hertogenbosch - Oeteldonk
- Herveld - Deurdouwerdam
- Heusden - Wallenpoepersland
- Hilvarenbeek - Pezerikkengat
- Horst - Dreumelrijk (een dreumel is een los weefdraadje onder aan je broek)
- Huissen - Zwaonestad
- Huizen - Spietendonk
K
- Kaatsheuvel - Turfstekerslaand
- Klundert - Loerendonck
L
- Leeuwarden - De Olde Bereleut
- Leidschendam - Zwabberdam
- Lieshout - Raopersgat
- Loon op Zand - Theebuikenland
- Loosbroek - Zandkruiersland
M
- Maarssen - Kikkerstad
- Maastricht - Mestreech
- Milheeze - Veenmollenrijk
- Millingen aan de Rijn - Boemelgat
- Moerdijk - Spieringkruiersdurp
- Moergestel - Pierewaaiersrijk
- MolenscHOT - Papslokkersgat
- Montfoort - Knopengein
N
- Naaldwijk - Naaldnarren
- Nijmegen - Knotsenburg (was een vesting aan de overkant van de Waal)
- Nistelrode - Weversrijk (in Nistelrode woonden vroeger veel wevers)
- Noordwijkerhout - Kokkerhout
- Nuenen - Dwèrsklippelgat
O
- OirscHOT - Skon Orregat
- Oisterwijk - Dollekesgat
- Oldenzaal - Boeskoolstad
- Oosterbeek - Eusterbeek
- Oosterhout NB - Kaaiendonk (Oosterhouters hebben als bijnaam "Kaaieschijters"; tot 1976: "Easterwood del Carnavallo")
- Oosterhout G - Nölerhout
- Ooij - Fustendom
- Oss - Ossekoppenrijk
- Ossendrecht - Ostrecht
P
- Pijnacker - Trappersgat
- Putte - Put en Buntland (letterlijk: Putte en al het land eromheen)
R
- Raalte - Stöppelburcht
- Raamsdonk - D'n Haaykaant
- Raamsdonksveer - Faantenlaand
- Ravenstein - Pomperstad
- Reeuwijk - Reedeurp
- Rijen - Wringersgat
- Roosendaal - Tullepetaonestad (een tullepetaon is een parelhoen)
- Roermond - De Sjtad van Sjtuf
- Rosmalen - Zandhazendurp
S
- Schaijk - Moesland
- Schiedam - Brandersgat
- Schijndel - Schorsbos
- Silvolde - Zillewold
- Sint-Michielsgestel - Bokkendonk
- Sint-Oedenrode - Papgat
- Slagharen - Turfgat
- Slijk-Ewijk - Keilenburg
- Sneek - Drabbelterp
- Soest - Knollendam
- Someren - Meerpoel
- Son en Breugel - Krutjesgat
T
- Tilburg - Kruikenstad (vroeger urineerden de Tilburgers in kruiken, die urine werd dan door de textielindustrie gebruikt om wol mee te wassen, Tilburgers noemde men dan ook kruikenzeikers)
- Tubbergen - Böllekesdoarp
- Tegelen - Pannekletsers (In Tegelen worden al sinds de tijd van Julius Ceasar dakpannen gebakken)
U
- Uden - Knoerissenrijk (een Knoeris is een varken in het Brabants dialect en verwijst naar de 19e en begin 20e eeuwse Udense baggenmèrt (biggenmarkt). Van oudsher worden Udenaren echter geen knoerissen, maar "Keienschijters" genoemd. Deze benaming is onder echte Udenaren nog volop bekend, maar verdwijnt langzaam.)
- Udenhout - D'n Haozepot
- Utrecht - Leemput
V
- Vaassen - Rossumdaerp
- Valkenswaard - Striepersgat (een strieper is een sigarenmaker. In Valkenswaard waren in de 19e eeuw veel sigarenfabrieken)
- Valburg - Striekenburg (een striek is een strik, de dorpsnaam is afkomstig van de carnavals vereniging van het dorp: De Blauwe Strieken)
- Veghel - Kuussegat (Een kuus is een Veghels woord voor kalf. Gedurende de 19e eeuw kende Veghel een bloeiende handel in kalveren)
- Veldhoven - Rommelgat
- Venlo - Jocusriëk
- Venray - Peelhaazeriek (naar de naam van de belangrijkste vasteloavendsvereniging aldaar: de Piëlhaas)
- Vlaardingen - Buizengat
- Voorhout - Bokkendorp
- Vught - Dommelbaorzedurp
W
- Waalre - Keiengat
- Waalwijk - Schoenlapperslaand (vanwege de schoenindustrie die vroeger veel in Waalwijk en omgeving te vinden was)
- Waspik - Maoneblusserslaand
- Wateringen - Bieringen
- Weert - Wieërt
- Weesp - Tobbegat
- Westerhoven - Koffiegat
- Westervoort - Doldorp
- Wijchen - Urnerijk
Z
- Zaltbommel - Mispelgat
- Zeeland - Smouzenrijk
- Zevenaar - Boemelburcht
- Zevenbergen - Zeuvebultelaand (het land van de zeven bulten, oftewel zeven bergen)
- Zundert - Banaonblusserslaand
- Zwolle - Sassendonk
Dus trek een gekke outfit aan en vier dit geweldige feest mee in een leuke stad in het zuiden van ons land!