De tijd van vorsten en ontdekkingen
Nadat er heel wat mensen waren gestorven tijdens de Middeleeuwen waaide er terug een nieuwe wind over Europa. Aangezien we ook steeds dichter bij de tijd van nu komen, spreken we van de Nieuwe Tijden. Deze periode kun je eigenlijk in twee verdelen. Het eerste deel loopt van 1500 tot 1800 na Christus en wordt ook wel de tijd van vorsten en ontdekkingen genoemd. Het zijn dan ook rijke koningen die de plak zwaaien in onze streken. Door de uitvinding van het buskruit zijn deze vorsten niet meer veilig in hun burchten en worden er schitterende en heel omvangrijke paleizen gebouwd. De gewone man blijft in armtierige omstandigheden overleven.
Buskruit
In de Middeleeuwen vonden de mensen bescherming in tal van burchten die zich op een heuvel of binnen het stroomgebied van een rivier of gracht bevonden. Volledige nederzettingen werden ommuurd of door water omgeven. Op die manier werden invallen bemoeilijkt en konden steden zich staande houden. Daar brengt de uitvinding van het buskruit echter verandering in. Vuurwapens en kanonnen vinden hun weg naar Europa en leggen tal van omwallingen en burchten plat. Deze optrekken lijken niet meer ideaal en men besluit om in de Nieuwe Tijden over te gaan tot het bouwen van een ander soort woning.
Luxueuse paleizen
De rijke vorsten in onze streken bouwen luxueuze paleizen en woonkastelen. Alles wordt tot in de puntjes afgewerkt en zo'n paleis huisvest een ware verzameling aan kunstwerken, meubels,... Al de verschillende ruimtes (en het zijn er een heel aantal) worden versierd met wandtapijten, schilderijen, beelden, luchters en nog veel meer. Ook aan de tuin wordt er veel aandacht geschonken. Een voorbeeld van zo'n paleis is het kasteel van Versailles. De bouwwerken werden opgestart door Lodewijk XIII, maar werden uitgebreid door zijn zoon Lodewijk XIV. Zo'n paleis bestaat niet alleen uit vertrekken voor de koninklijke familie, er zijn ook woningen en appartementen voor het personeel. Zo had het kasteel van Versailles maar liefst 226 woningen en dubbel zo veel appartementen.
Koets
Na de uitvinding van het wiel werd er heel wat vervoerd met een kar dat door de mensen of later door lastdieren werd getrokken. In de tijd van vorsten en ontdekkingen wordt er vooral veel gebruik gemaakt van een koets. Rijken laten zich vervoeren in een prachtig staaltje van houtsnijwerk, armen gebruiken de postkoets. Dit soort koets vervoert niet alleen pakjes, maar ook mensen. Hoe meer passagiers er zijn, hoe meer paarden er voor de koets worden gespannen. Alle mensen nemen plaats in de koets, de post wordt op het dak gebonden.
Karveel
De mensen in de Nieuwe Tijden verplaatsen zich niet alleen te voet of met de koets, ze maken ook nog steeds gebruik van de waterwegen. Omdat ze een pak sneller varen dan wat voordien mogelijk was, ontwikkelen ze een schip die veel minder diep in het water ligt. Het karveel heeft drie of vier masten met meerdere zeilen en ligt bijna van boven op het water. Zo krijgt de boot minder weerstand van het water waardoor er veel langere afstanden op een kortere tijd kunnen worden afgelegd. De hoge boord van het schip kan de golven makkelijk aan. Er is ook een groot ruim voorzien zodat er tal van producten kunnen worden vervoerd.
Ontdekkingsreizigers
In China kende men al heel lang het kompas, maar dit instrument komt bij ons pas overgewaaid in de Nieuwe Tijden. Dit kleine ronde ding met een naald brengt heel wat verandering teweeg binnen de scheepvaart. Dankzij het kompas wagen reizigers zich ver op zee voor de eerste oceaantochten. Dankzij deze reizen komt men er ook achter dat de wereld geen platte schijf, maar een bol is. Columbus ontdekt in die tijd Amerika, Vasco da Gama vaart rond Afrika naar Indië en Ferdinand Magelhaes zeilt in het begin van de zestiende eeuw rond de wereld. Deze tochten hebben zowel positieve al negatieve invloeden voor onze streken en ver daarbuiten. We leren tal van producten kennen die we nu nog steeds op het menu zetten, maar de plaatselijke bevolking wordt in heel wat van die gevallen ook uitgebuit. Zij moeten ervoor zorgen dat het ruim van de karvelen vol geraakt en tal van grondstoffen worden uit hun eigen bodem gestolen. De zeevaarders brengen ook tal van besmettelijke ziektes met zich mee waardoor de inboorlingen vaak sterven.