Het rijk van de Feniciërs
Vele eeuwen voor Christus leefden de Feniciërs in een gebied aan de Middellandse Zee. Het Fenicische rijk bloeide door de zeevaart en handel, en had daardoor veel invloed in het gebied. Carthago is één van de steden die door de Feniciërs werd gesticht en die uitgroeide tot een belangrijke stad. Ook is het volk bekend vanwege hun alfabet.
De opkomst van het rijk van de Feniciërs
Waar de Feniciërs precies vandaan kwamen is niet helemaal duidelijk. Het lijkt erop dat zij afstammen van de Kanaänieten. Deze Kanaänieten zouden zich vervolgens hebben gemengd met mensen van andere volkeren die in deze streken woonden. Volgens Herodotus, een Griekse geschiedkundige die leefde in de vijfde eeuw voor Christus, werden al rond het jaar 2750 voor Christus de eerste nederzettingen opgebouwd in Fenicië. Toch duurde het nog vele eeuwen voor het rijk van de Feniciërs echt tot bloei kwam. Dit gebeurde pas toen de Minoïsche beschaving op Kreta rond 1450 voor Christus ten onder ging.
De Feniciërs leefden aan de oostelijke kust van de Middellandse Zee, in delen van het huidige Libanon, Syrië en Israël. Ze stichtten op verschillende plekken langs de Middellandse Zee koloniën, zoals in 1140 voor Christus de kolonie Utica in Noord-Afrika. Ook op Malta bouwden de Feniciërs nederzettingen. In 814 voor Christus stichtten ze Carthago in wat nu Tunesië is. Carthago werd de belangrijkste en machtigste kolonie van de Feniciërs. Door het stichten van meerdere koloniën werden de Feniciërs de grootste zeevaarders en handelaars in het Middellandse Zeegebied.
Handel en zeevaart
De Feniciërs waren goede zeevaarders die sterke schepen van bijvoorbeeld cederhout ontwierpen. De Grieken namen later de ontwerpen van sommige schepen over. De Feniciërs voeren over de Middellandse Zee naar allerlei landen zoals het huidige Spanje, Kreta, Sardinië, de kusten van Noord-Afrika en zelfs de Britse eilanden. Ook verkenden ze een deel van de kusten aan de westkant van Afrika, mogelijk voeren ze zelfs om Afrika heen. De koloniën die de Feniciërs op meerdere plekken stichtten, waren bedoeld om de handel te stimuleren en eenvoudiger te maken. De koloniën groeiden vaak uit tot grote en belangrijke havensteden, zoals Carthago.
Er werd dus veel handel gevoerd met Europese en Noord-Afrikaanse gebieden rond de Middellandse Zee. Vanuit Azië liepen er ook handelsroutes richting het Middellandse Zeegebied, waardoor er ook handel werd gedreven tussen de Feniciërs en Aziatische volkeren. Goederen waarin werd gehandeld waren bijvoorbeeld glas, hout, hars, wijn, ivoor, textiel en purper als exportproducten en zilver en tin als importproducten. Zo werden er boomstammen van cederhout naar Egypte vervoerd, terwijl tin en zilver vanuit de Britse eilanden en het Iberisch schiereiland naar Fenicië vervoerd werden. Purper was een paarse kleurstof die de Feniciërs maakten van purperslakken uit de zee. Het volk stond bekend om dit product en het was dan ook zeer belangrijk bij de uitvoer van goederen naar andere gebieden. Verder fokten de Feniciërs schapen om zowel de schapen als hun wol te verkopen. Behalve als exportproduct gebruikten ze hun goederen ook zelf, bijvoorbeeld voor het maken van kunstvoorwerpen. Zo werd ivoor gebruikt voor de ivoorsnijkunst. Ook waren er pottenbakkers, smeden en timmerlieden onder het volk.
Alfabet
De Feniciërs zijn bekend vanwege hun alfabet. Al rond het jaar 1000 voor Christus hadden ze het ver ontwikkeld. Het bestond uit 22 medeklinkers. De Grieken namen het alfabet over en om het makkelijker leesbaar te maken voegden zij er klinkers aan toe. De Romeinen namen het vervolgens weer over van de Grieken en zo werd het uiteindelijk, met wat aanpassingen, het alfabet dat wij nu nog gebruiken.
Godsdienst
De Feniciërs kenden meerdere goden die ze vereerden. Zo was er Adonis, de god van het graan, Yam, de god van de chaos die over storm en rampen heerste, Baälat, stadsgodin van de stad Byblos, en Astarte, oppergodin van de hoofdstad Ugarit. De Feniciërs vierden gebeurtenissen als de seizoenen. Verder bouwden ze kleine heiligdommen met altaren, waar offers werden gebracht.
De ondergang van het rijk van de Feniciërs
Fenicië mocht dan een machtig en bloeiend rijk zijn, dit weerhield de Assyriërs er niet van het in 729 voor Christus binnen te vallen. Dit betekende echter niet het einde van Fenicië. Pas toen de Perzen rond 500 voor Christus Fenicië veroverden, werd de invloed van Fenicië in de handel en de zeevaart steeds minder. Carthago bleef een belangrijke handelsstad, maar niet meer als kolonie van Fenicië. Rond 150 voor Christus viel het rijk in handen van de Romeinen. Al jaren daarvoor, in 246 voor Christus, begonnen de Punische Oorlogen tussen Carthago en Rome. Er vonden er drie plaats, waarvan de laatste tot een einde kwam in 146 voor Christus. In dat jaar werd Carthago volledig door de Romeinen verwoest.