Inpolderen, het nut van de randmeren
Met het inpolderen van delen van het nieuwe IJsselmeer, kreeg Nederland grote stukken nieuw land. Vreemd genoeg, zo lijkt het, sluit de Noordoostpolder precies aan op het Overijsselse land, maar blijft er een strook water tussen de delen die aanvankelijk Oostelijk en Zuidelijk Flevoland werden genoemd: de randmeren. Waarom zijn die randmeren gecreëerd?
Zuiderzeewet
In 1918 werd de Zuiderzeewet aangenomen. Hiermee werd besloten tot afsluiting van de Zuiderzee, waardoor het IJsselmeer zou ontstaan, en tot inpoldering van delen van het nieuwe IJsselmeer. Dit alles had meerdere doelen:
- Veiligheid van kustbewoners
- Bescherming tegen overstromingen
- Door inpoldering zou nieuwe landbouwgrond ontstaan, nodig om de groeiende bevolking te kunnen blijven voeden.
De eerste polders
Nederland had al een aantal grote inpolderingsprojecten gehad. Door inpoldering van bijvoorbeeld de Haarlemmermeer en de Beemster waren al landbouwgronden gecreëerd. Dit betrof echter bestaande meren, die drooggemalen werden. Ofwel: het nieuwe land werd altijd omringd door bestaand land. Het unieke aan het inpolderen van stukken van Zuiderzee en IJsselmeer was, dat dit allemaal buitendijkse polders betrof. Hiermee moest geëxperimenteerd worden. Eerst een proefpolder, waarna het grote werk kon beginnen.
Andijk en Wieringermeer
De allereerste proefpolder was bij
Andijk. Een relatief kleine polder, maar hier konden de nieuwe technieken goed uitgeprobeerd worden. Omdat de afsluitdijk nog niet gereedgekomen was, zou je deze polder eigenlijk geen IJsselmeerpolder mogen noemen: het was een Zuiderzeepolder. De volgende polder die werd aangepakt was de
Wieringermeer, in de kop van Noord-Holland, aan de noordkant van het IJsselmeer. Het eiland Wieringen ging hierdoor deel uitmaken van het vasteland.
Noordoostpolder
Na Andijk en de Wieringermeer werd het tijd om de grote polders aan te pakken. Allereerst de
Noordoostpolder. Voor al deze polders was gekozen om ze rechtstreeks te laten aansluiten op het oude land. Maar langzamerhand begon een probleem aan het licht te komen.
Nat en droog
Je moet begrijpen dat een nieuwe polder in feite een drooggelegde bedding is van een stuk zee of meer. Om de nieuwe polder ligt een dijk. Het water van het resterend stuk zee of meer staat dus hoger dan het land, de dijk zorgt ervoor dat het land niet wordt overstroomd. Water kan echter onder of door de dijk sijpelen. Daarnaast kan regenwater dat in de nieuwe polder valt niet wegstromen naar de zee of het meer. Zou je de deuren openzetten, dan zou het water niet uit, maar vooral heel hard in de polder stromen. De polder droogmaken is dus niet genoeg. Je moet blijven werken om de polder ook droog te houden.
Versimpeld schema. Doorsnede. Het gemaal op de dijk pompt water naar het meer. Hierdoor wordt grondwater van het hoger gelegen land aangezogen.
Gemalen
Om de polder droog te houden, pompen gemalen het water de polder uit. Zo blijft het land droog. Mooi, probleem opgelost. Hoewel? Water stroomt altijd naar de laagste plaats. Als de gemalen het water wegpompen, wordt in feite grondwater weggepompt. Daardoor zal het grondwater dat verderop in de bodem zit naar de drooggemalen stukken stromen. Dus moet je het gemaal weer aanzetten. Door deze kettingreactie zal het land vlak bij de dijk altijd natter blijven, en veel verderop juist veel droger. Door de nieuwe polders zakt het grondwaterpeil in het oude land, het land droogt uit. Dat heeft natuurlijk meteen consequenties voor de landbouw in die gebieden.
Randmeren
De oplossing is eigenlijk simpel. Zorg dat de nieuwe polder niet aansluit aan het land, maar laat een strook water over. Het nieuwe land is dan alleen via bruggen te bereiken. Groot voordeel is, dat de waterhuishouding van de nieuwe polder op zichzelf komt te staan. Als gemalen het water uit de polder pompen, wordt er veel minder water van het oude land aangezogen. Hierdoor blijft de waterhuishouding in het oude land grotendeels intact, en kun je ook zorgen dat de polder precies zo nat of droog wordt als de bedoeling is. Als je het zo aanpakt, ontstaan er dus meren aan de rand van de nieuwe polder. Dergelijke meren worden daarom randmeren genoemd.
Het IJsselmeer met de polders en de randmeren /
Bron: Dedalus, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Functies van de randmeren
Naast de bescherming van het oude land bij het bemalen van de nieuwe polders, hebben de randmeren nog andere functies. Sommige functies zijn voorzien, sommige een welkome bijkomstigheid:
- Bescherming van het oude land bij bemaling van de polder
- Via de randmeren kunnen waterstroompjes die van het oude land oorspronkelijk in het IJsselmeer stroomden netjes worden afgevoerd
- De natuur krijgt in en rond de randmeren nieuwe kansen
- De randmeren kunnen een functie krijgen als zoetwaterbassins
- De randmeren zijn een prachtige plek voor de watersportliefhebber en vormen een ideale plek voor allerlei soorten van waterrecreatie
Oostelijk en Zuidelijk Flevoland
Na het gereedkomen van de Noordoostpolder waren de volgende stukken aan de beurt om ingepolderd te worden, de Flevopolders. Omdat de ervaringen met de Wieringermeer en de Noordoostpolder waren meegenomen, zijn de nieuwe polders met randmeren aangelegd.
En achteraf?
Je kunt je afvragen of het niet een goed idee zou zijn alsnog randmeren aan te leggen rond de Noordoostpolder en de Wieringermeer. Dat zou uiteraard erg hoge kosten met zich meebrengen. In verband daarmee is in 2004 besloten geen randmeer rond de Noordoostpolder aan te leggen. Bij de Wieringermeer loopt nog een project, het Wieringerrandmeer.