Meierij van ’s-Hertogenbosch met rivieren Aa en Dommel
Nederland kent verschillende landstreken waarvan de namen wel bekend zijn maar waarvan sommigen namen niet vaak worden gebruikt. Een van die landsstreken is de Meierij van ’s-Hertogenbosch. Een meierij was het ambtsgebied van een meier. Een meier was een beambte in dienst van een vorst of landsheer vanaf de vroege middeleeuwen tot aan de Franse Revolutie. De functie meier was vergelijkbaar met die van een baljuw, (land)drost, drossaard of schout. De Meierij van ’s-Hertogenbosch kent twee belangrijke rivieren namelijk de Aa en de Dommel die beide uitstromen in de Dieze welke kenmerkend is als stroom door de binnenstad van ’s-Hertogenbosch. De Dieze mondt uiteindelijk uit in de Maas.
Meierij van 's-Hertogenbosch onderdeel van Hertogdom Brabant
In de dertiende eeuw was de Meierij van 's-Hertogenbosch onderdeel van het Hertogdom Brabant evenals Leuven,
Brussel en Antwerpen. De Meierij had in die tijd de omvang van het grootste deel van Oost-Brabant met ´s-Hertogenbosch als hoofdstad van de bestuursregio. Voor het overige was de Meierij ingedeeld in kwartieren waardoor de totale indeling bestond uit:
- Stad en Lande van 's-Hertogenbosch (hoofdstad ’s-Hertogenbosch).
- Kwartier van Oisterwijk (hoofdstad Oisterwijk).
- Kwartier van Kempenland (hoofdstad Oirschot en later Eindhoven).
- Kwartier van Peelland (hoofdstad Sint-Oedenrode en later Helmond).
- Kwartier van Maasland (hoofdstad Oss).
Onderdeel van Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
De Meierij van 's-Hertogenbosch stond eeuwenlang onder het gezag van hertogen. Zo verleende Hendrik I van Brabant
stadsrechten aan 's-Hertogenbosch (ca. 1196), Oisterwijk (1213), Sint-Oedenrode en Eindhoven (beide in 1232). De streek behoorde later afwisselend tot grotere gebieden als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) totdat het in 1810 onderdeel werd van de provincie Noord Brabant in het Koninkrijk Holland.
Onderdeel van provincie Noord-Brabant
Behorend bij de provincie Noord-Brabant wordt met de Meierij de streek rond Sint-Michielsgestel, Boxtel, Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode bedoeld, dus ten noorden van de lijn Tilburg – Helmond waardoor de Kempen en een deel van Peelland er buiten vallen. Vanaf de negentiende eeuw droeg Veghel de naam van Parel van de Meierij wat te maken had met de regionale functie van Veghel in het middengebied van de Meierij. Sint-Oedenrode droeg de naam Het groene Hart.
Stroomgebied van rivieren Aa en Dommel
De Meierij van 's-Hertogenbosch wordt vooral gekenmerkt door vlakke tot licht golvende zandgronden. Voorheen waren er ook veel boslandschappen,
heidelandschappen, moerassen en veengebieden. Die zijn inmiddels voor een groot deel verdwenen. Er stromen twee belangrijke rivieren door het gebied, de Aa en de Dommel.
Rivier Aa
De Aa ontspringt in de provincie Limburg bij de stad Nederweert. Van daaruit stroomt hij naar ’s-Hertogenbosch waar hij samenkomt met de rivier de Dommel. Vanaf die samenstroom heet de rivier de Dieze welke uiteindelijk in de Maas uitmondt. Maar de Aa heeft al lang niet meer zijn natuurlijke loop omdat hij in de dertiger jaren van de twintigste eeuw is gekanaliseerd. Ook door de ruilverkaveling in de zestiger jaren van die eeuw is het oude
cultuurlandschap van het Aa-dal sterk gewijzigd. Wanneer de Aa precies is ontstaan is moeilijk te bepalen maar deskundigen denken dat dit na de laatste ijstijd is gebeurd ongeveer 10.000 jaar geleden.
De Dommel tot 1963
De Dommel is een veel langere rivier dan de Aa en meet 120 kilometer. Daarvan stroomt 35 kilometer op Belgisch grondgebied. In de Romeinse tijd was de rivier zeer belangrijk en is er waarschijnlijk op gevaren. Dat kon omdat de Dommel in de Romeinse tijd dieper was uitgesneden in het landschap en het water sneller stroomde dan in latere eeuwen. Toen de oeverbossen ongeveer 1450 waren gekapt kreeg het zand vrij spel. Door de bouw van watermolens, waar het water voor werd opgestuwd, ontstond regelmatig wateroverlast. Daar kwam een eind aan toen in 1863 Waterschap De Dommel werd opgericht. Maar mede door de latere verstedelijking van het gebied werd het water vervuild.
De Dommel na 1963
In 1963 opende Eindhoven een grote installatie om het water te zuiveren. Veel andere plaatsen waren aangesloten op die waterzuiveringsinstallatie waardoor het water van de Dommel verbeterde. Evenals bij de Aa vond ook bij de Dommel kanalisatie plaats en kreeg de rivier op verschillende plaatsen een rechtere loop. In het begin van de eenentwintigste eeuw ontstonden plannen voor terugkeer van een natuurlijker loop van de rivier met onder meer het resultaat dat sinds 2013 de Dommel weer haar oorspronkelijke loop heeft in Boxtel.
Populierenlandschap met veel klompenmakerijen
Een typisch kenmerk van de Meierij was het populierenlandschap dat ontstond in de achttiende eeuw met name in het gebied van de gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode, Udenhout en Veghel. De economische betekenis van de vele populieren bleek later door de
klompenindustrie in Sint-Oedenrode, Schijndel, Veghel, Liempde en Best.
- Midden negentiend eeuw: Best had in het midden van de negentiende eeuw 23 klompenmakerijen, Veghel 20 en Liempde 15.
- Later negentiende eeuw: Vooral na ongeveer 1850 nam de klompenmakerij een grote vlucht en groeide het aantal bedrijven bijvoorbeeld in Liempde uit naar 39.
- Na de Tweede Wereldoorlog: Na de Tweede Wereldoorlog zijn de klompenmakerijen nagenoeg verdwenen en ook het grootste deel van de teelt van populieren omdat het dragen van klompen uit de gratie raakte. In de gemeente Veghel verdween de teelt nagenoeg geheel vanwege ruilverkaveling en projectontwikkeling.
- Eenentwintigste eeuw: Ongeveer vanaf het begin van de eenentwintigste eeuw ontplooien zich weer diverse initiatieven om het typisch Meierijse populierenlandschap verder van de ondergang te redden en weer in oude glorie te herstellen.
Cultuurhistorie van de Meierij van ’s-Hertogenbosch
De Meierij van ’s-Hertogenbosch kent diverse monumenten en historische gebouwen die vooral uit de vijftiende eeuw en het eerste kwart van de zestiende stammen. In die tijd werden de
laat gotische Sint Jan en de Latijnse School in ’s-Hertogenbosch gebouwd. In diezelfde bloeiperiode was de beroemde schilder Jeroen Bosch werkzaam. Maar de Tachtigjarige Oorlog maakte een eind aan die bloeiperiode. Van de
historische boerderijen, ook uit de latere jaren, zijn er helaas vele verdwenen. De bij de boerderijen behorende schuren, bakhuizen, duiventorens en hooibergen met hun historische waarden zijn eveneens voor het overgrote deel verdwenen.
Beschermen van agrarisch erfgoed
Het zou goed zijn als alle eigenaren, bestuurders, gemeenteraden, heemkundigen en inwoners zich enthousiast (blijven) inzetten voor het behoud van de nog
overgebleven gebouwen, omdat zij behoren tot het agrarische erfgoed van het verleden van de Meierij van ’s-Hertogenbosch.