Handelsposten van de VOC in en om Suratte

Handelsposten van de VOC in en om Suratte In de zestiende en zeventiende eeuw was het een komen en gaan van (inter)nationale handelaren in de dorpen en steden op de noordwestkust van India. Aangezien de vele plaatsen in India met elkaar in verbinding stonden door een immens delta van verschillende rivieren waren vele dorpen en steden goed bereikbaar. Naarmate de stad Suratte een groot deel van de handel naar zich toe wist te trekken besloot de VOC er een handelspost te openen die strategisch was gelegen aan de Tapti Rivier, die ook wel de Tapi Rivier werd genoemd. Gezien de hoge kwaliteit van katoen, dadels en aardnoten die er op de noordwestkust van India te verkrijgen waren, werd het aantal Nederlandse handelsposten in de jaren die volgden in hoog tempo uitgebreid.

Inhoud


Overzicht handelsposten

Toen diverse Nederlandse handelaren de opdracht kregen om de gebieden rond de Golf van Bengalen en de Arabische Zee te verkennen besloten ze aan land te gaan op de noordwestkust van India in de haven van de stad Suratte. Gezien de vele handel die er in deze stad werd gedreven openden de Nederlanders er al snel een handelspost en besloten er in de jaren die volgden meerdere te openen, veelal gelegen op strategische plaatsen aan de kust.


Hoofdcomptoir Suratte

De vraag naar katoen bracht de Nederlandse handelaren van de VOC in het jaar 1616 naar de Indische stad Suratte (vandaag de dag Surat genoemd). Gezien de goede kwaliteit van het katoen dat daar werd verkocht opende de VOC er nog hetzelfde jaar een handelspost die naast de in en verkoop van katoen ook belangrijk werd bij de handel in indigo. Toen men besloot het aantal Nederlandse handelsposten op de noordwestkust van India uit te breiden werd de handelspost in Suratte aangewezen als hoofdcomptoir en kreeg een eigen bestuur en gouverneur.

Haven Suvali

Helaas kende de handelspost in Suratte één groot nadeel en dat waren de vele zandbanken die voor de kust waren gelegen. Door deze zandbanken was het voor de grotere handelsschepen onmogelijk om aan te meren in Suratte en zij werden dan ook gedwongen om uit te wijken naar de haven van de naast gelegen stad Suvali. Nadat de goederen in Suvali waren gelost werden ze per voet naar het hoofdcomptoir in Suratte gebracht en de haven van Suvali werd door de VOC dan ook alleen gebruikt als laad- en losplaats.

Comptoir Bharuch

Door het enorme delta van rivieren op de noordwestkust van India stonden vele dorpen en steden in verbinding met de Golf van Bengalen en/of de Arabische Zee en zo ook de stad Bharuch (ook wel Brochia of Broach genoemd). De Nederlandse handelspost in Bharuch was gelegen aan de rivier de Narmada die via de Golf van Khambat in verbinding stond met de Arabische Zee en was belangrijk bij de inkoop van ruwe katoen. Gezien het succes van de handelspost werd deze in de loop der jaren uitgebreid met een eigen weverij zodat men de ruwe katoen ter plaatse kon verwerken tot witte doeken van uitzonderlijke hoge kwaliteit.

Comptoir Khambat

In 1617 opende de VOC een handelspost in de plaats Khambat maar in de maanden die volgden bleek de ligging van het comptoir verre van ideaal. De handelspost was gelegen aan een uitloper van de Golf van Khambat, de Mahi rivier, maar deze had de eigenschap om in bepaalde delen van het jaar volledig droog te vallen. Aangezien de handel op het comptoir in deze periodes zo goed als stil kwam te liggen besloot de VOC de handelspost in 1643 al weer te sluiten.

Factorij Baroda

In 1616 of 1617 opende de VOC een kleine factorij in het dorpje Baroda (vandaag de dag Vadodara genoemd), welke was gelegen tussen de steden Bharuch en Ahmadabad. Aangezien de katoen in de omgeving van Baroda niet van al te hoge kwaliteit was, werd de factorij vermoedelijk als verversingspost gebruikt door de Nederlandse handelaren die op doorreis waren. Tot welk jaar de factorij in Baroda in bedrijf was, was niet bekend.

Comptoir Ahmadabad

Gezien het enorme aanbod aan handelsgoederen in de stad Ahmadabad besloot de VOC er in 1617 een handelspost te openen. Het comptoir was gelegen aan de rivier de Sabarmati, een uitloper van de Golf van Khambat, en was belangrijk bij de inkoop van indigo, katoen, zijde, garen, diamanten en salpeter. Het comptoir was één van de meest winstgevende handelsposten van de VOC in India en was tot aan het jaar 1744 dan ook van groot belang.

Comptoir Agra

Naarmate de vraag naar indigo aan het begin van de zeventiende eeuw toenam besloot de VOC om haar indigo in te gaan kopen bij de bron, wat haar naar de landinwaarts gelegen stad Agra bracht. In 1621 opende comptoir Agra haar deuren en was bijna een eeuw lang in bedrijf. Toen de vraag naar indigo begin achttiende eeuw begon terug te lopen kwam ook de winst van het comptoir in Agra onder druk te staan en in 1720 sloot de handelspost haar deuren.

Factorij Burhanpur

Over de factorij in de plaats Burhanpur was vrijwel niets bekend. Zo was niet duidelijk wanneer de handelspost werd geopend of gesloten en in welke goederen men handelden. Uit een aantal notities viel wel op te maken dat er vanuit Burhanpur handel werd gedreven met handelaren uit de Bengalen, Perzië en Kasjmir.

Comptoir Wingurla

Comptoir Wingurla (vandaag de dag Vengurla genoemd) was - in tegenstelling tot de voornoemde handelsposten - niet op de noordwestkust van India gelegen, maar op de zuidwestkust. Die ook bekend stond als de Malabarkust en/of Peperkust. Het comptoir werd na haar opening in 1637 in eerste instantie onder toezicht van de Nederlandse Gouverneur-Generaal in Batavia geplaatst, maar uit praktische overwegingen droeg hij de leiding in 1673 over aan de gouverneur van Suratte. In de drie jaar die volgden was het comptoir belangrijk bij de inkoop van diverse specerijen zoals foelie en kruidnagels. Maar toen de Malabarkust in 1676 een eigen gouverneur kreeg werd de leiding over comptoir Wingurla aan hem overgedragen.

Comptoir Mocha

Naarmate de vraag naar koffie begon te stijgen kreeg de toenmalige gouverneur van Suratte de opdracht om een handelspost te openen in Arabië. Aangezien de stad Mocha (vandaag de dag Al Mukah genoemd, gelegen in Jemen) de koffiehoofdstad van Arabië was werd er in 1620 een Nederlandse handelspost geopend welke onder leiding van de gouverneur van Suratte kwam te staan. Nadat er nog een tweede handelspost in Arabië werd geopend werd de leiding over comptoir Mocha overgedragen aan de gouverneur van Arabië.

De Nederlandse lakenkoopman Pieter van den Broecke / Bron: Frans Hals, Wikimedia Commons (Publiek domein)De Nederlandse lakenkoopman Pieter van den Broecke / Bron: Frans Hals, Wikimedia Commons (Publiek domein)

De 'ontdekking' van Suratte

Toen de vraag naar katoen aan het begin van de zeventiende eeuw enorm begon te stijgen besloten diverse Nederlandse handelaren om een poging te doen om India te bereiken. Volgens de verhalen was met name de katoen die op de noordwestkust van India werd geproduceerd van uitstekende kwaliteit en in 1602 bereikte de eerste Nederlandse handelsmissie de Indische stad Suratte. Aangezien de Portugezen al meer dan een eeuw lang oppermachtig waren in Azië hadden zij ook de stad Suratte al geruime tijd in bezit, maar gaven de Nederlanders toch toestemming om aan land te komen en handel te drijven. Na hun voorraden met succes te hebben verkocht maakten de Nederlanders zich weer gereed om uit te varen, maar bij het verlaten van de haven werden ze overmeesterd door de Portugezen. De Nederlandse lading en schepen werd in beslag genomen en de Nederlandse bemanning zonder pardon gevangen gezet.

Herkansing

Gezien de bruutheid van de aanval besloten de Nederlanders om Suratte voorlopig links te laten liggen en weken uit naar het Indonesische eiland Sumatra. In de stad Atjeh werd een Nederlandse handelspost geopend die van groot belang was voor de in en verkoop van katoen, maar na een ruzie met de sultan van de stad werd de VOC in 1615 gedwongen haar handelspost te sluiten. Aangezien de katoenhandel zeer winstgevend was besloot de VOC een nieuwe poging te doen om voet aan de grond te krijgen in de Indische stad Suratte en stuurde lakenkoopman Pieter van den Broecke (1585-1640) met een aantal schepen op pad. Na aankomst in 1616 bleken de Portugezen uit de stad te zijn verdreven en dit keer kon Van den Broecke zonder problemen een handelspost openen. In de vier jaar die volgden wist de handelspost in Suratte een groot aandeel in de plaatselijke katoenhandel te veroveren wat de VOC deed besluiten om meerdere handelsposten op de noordwestkust te openen.

Hofhouding Suratte

Na opening van de handelspost kreeg Van den Broecke tevens de eer om de eerste gouverneur van Suratte te worden en kreeg tevens de taak om een officiële handelsovereenkomst te sluiten met de toenmalige Grootmogol Nuruddin Salim Jahangir (1569-1627). Na een eerste kennismaking met de Grootmogol werd het Van den Broecke meteen duidelijk dat hij een groot liefhebber was uiterlijk vertoon en om bij Nuruddin in de gunst te komen richtte Van den Broecke een heuse hofhouding op in Suratte. Het gebaar van de Nederlandse gouverneur viel uitzonderlijk goed in de smaak bij de Grootmogol en leverde hem niet alleen een handelsovereenkomst op maar tevens vele privileges. Zo mochten de Nederlanders goederen in kopen zonder tussenkomst van de handelaren van de Grootmogol, hoefden zij geen belasting over de handel te betalen en stonden zij tevens onder bescherming van Grootmogol Nuruddin in eigen persoon.

Voormalig Grootmogol Nuruddin Salim Jahangir / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)Voormalig Grootmogol Nuruddin Salim Jahangir / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Uitbreidingen

Gezien het succes van de handelspost in Suratte kreeg Van den Broecke toestemming om meerdere handelsposten te openen en diende een verzoek in bij Grootmogol Nuruddin. Gezien de goede band die de twee heren hadden kreeg Van den Broecke de vrije hand om meerdere handelsposten te openen en koos hierbij in eerste instantie voor steden die waren gelegen aan de kust. Toen bij het bereiken van het jaar 1620 het totaal aantal handelsposten vier of vijf bedroeg, werd het comptoir in Suratte omgevormd tot hoofdkantoor en kreeg een eigen bestuur die verantwoordelijk waren voor het aansturen van de andere handelsposten. De handel op de noordwestkust van India was een daverend succes en naast de handelsposten aan de kust besloot Van den Broecke ook een aantal handelsposten in de binnenlanden van India te openen. Het comptoir in de stad Agra was hierbij gelegen te midden van de vele indigo-plantages en was dan (uiteraard) ook van groot belang bij de in en verkoop hiervan. En vanuit de 'binnenlandse' handelspost Burhanpur werd veel handel gedreven met handelaren uit de omliggende landen.

Flop

Dat niet alles wat de VOC aanraakte in goud veranderde bleek wel uit de handelswoningen die waren gelegen in de plaatsen Khursat en Jalapur. In beide plaatsen had de VOC een zogenaamde handelswoning aangekocht - een huis dat diende als woning en opslagplaats in één - om de winstgevendheid van de handel in het gebied te onderzoeken. Maar na een bezoek van opperkoopman Wollebrant Geleyns de Jongh (1594-1674) sloten beide woningen hun deuren. Na aankomst in Khursat was De Jongh van mening dat de kwaliteit van het katoen veel te laag was en ondanks dat de lokale wevers aanboden hun weefgetouwen aan te passen, werd de woning enkele maanden later alsnog gesloten. Eenzelfde lot ging de handelswoning in Jalapur tegemoet toen bij aankomst van de Nederlandse opperkoopman bleek dat het dorp uit niet meer dan 300 lemen hutjes bestond en dus niet de juiste plaats was om een internationale stapelplaats (opslagplaats) te vestigen. Na zijn bezoek aan Khursat en Jalapur reide De Jongh door naar het -
zeer afgelegen - comptoir in Agra om daar schoon schip te maken.

Corruptie

De handelsposten die onder de leiding van hoofdcomptoir Suratte vielen stonden bekend om hun afgelegen ligging en de hoge mate van corruptie die er plaatsvond. Met name op het comptoir in de afgelegen plaats Agra - gelegen op ruim zes weken reizen van hoofdcomptoir Suratte - vierde de corruptie hoogtij en de VOC-dienaren in India zeiden dan ook 'Wie niet rijk terugkeert uit Agra, heeft op te grote voet geleefd'. Waar de corruptie in Agra onder de VOC-dienaren algemeen bekend was kreeg het bestuur in Suratte pas door hoe de vork in de steel zat toen de handelspost verlies (!) begon te lijden en de Nederlandse Gouverneur-Generaal in Batavia werd op de hoogte gebracht. Toen deze opdracht gaf om de administratie van de handelspost te controleren bleek hier niets van te kloppen en hij liet alle aanwezige VOC-dienaren in Agra per direct ontslaan. Zodra opperkoopman De Jongh met een aantal nieuwe dienaren was gearriveerd werd al het 'oude' personeel op de boot gezet naar Batavia om daar hun straf in ontvangst te nemen. Onder leiding van De Jong bloeide het comptoir in Agra al snel weer op en werd zelfs uitgebreid met een eigen weverij en blekerij voor het bewerken van het ingekochte ruwe katoen.

Neergang

Al snel na het veroveren van de noordwestkust van India besloot de VOC zich ook te richten op de zuidwestkust van het land, die gezien haar bloeiende handel in specerijen ook wel de Peperkust (of Malabarkust) werd genoemd. Om hier voet aan de grond te krijgen moest de VOC opnieuw de strijd aangaan met de Portugezen die zich hier hadden teruggetrokken nadat ze uit het noordwesten van India waren verdreven. Om de handel en wandel van de Portugezen in kaart te brengen opende de VOC in 1637 een 'handelspost' in de plaats Wingurla dat uitsluitend een militair belang had. In de eerste jaren van haar bestaan werd er geen handel gedreven op de handelspost en waren er enkel militairen gelegerd. Gezien het belang van de 'handelspost' stond deze onder de directe leiding van de Nederlandse Gouverneur-Generaal in Batavia, maar werd in 1673 overgedragen aan de gouverneur van Suratte. Vanaf dat moment kreeg de handelspost naast een militaire functie ook tevens een handelsfunctie en was belangrijk bij de in en verkoop van kruiden en specerijen.

Onrust

Het aanhouden van de militaire handelspost in Wingurla kostte de VOC handen vol geld en ging tevens ten koste van de winst van de handelsposten op de noordwestkust. Uiteindelijk werd de handelspost overgedragen aan de gouverneur van de Malabarkust en werd er een scheiding aangebracht tussen het noorden en zuiden. De handelsposten op de noordwestkust waren hierdoor weer in staat winst te maken maar bij het naderen van de achttiende eeuw kwam hier een einde aan. Met het uiteenvallen van het immense Mogolrijk nam de onrust in heel India flink toe. Diverse nationale en internationale machthebbers probeerden een deel van de koek te bemachtigen en de toenmalige Grootmogol ten val te brengen. Aangezien de strijdende partijen zich niet druk maakten om zo iets onbelangrijks als de handel blokkeerden ze diverse steden, waardoor de handel van de Nederlanders flink onder druk kwam te staan. Toen Suratte in 1720 werd belegerd kon men de indigo vanuit Agra niet meer doorvoeren en de handel in Agra viel volledig stil. Om de kosten niet te hoog te laten oplopen besloot de VOC comptoir Agra nog hetzelfde jaar te sluiten.

Verval

Het ten val brengen van de Grootmogol ging niet zonder slag of stoot en in 1743 werd de stad Suratte opnieuw belegerd. Dit keer ging de belegering van de stad ten kosten van het comptoir Ahmadabad, aangezien ook zij haar ingekochte goederen niet meer kon doorvoeren en verkopen. In het jaar dat volgde liep de winst van de handelspost in Ahmadabad in schrikbarend hoog tempo terug en in 1744 werd de handelspost gesloten. Naarmate de strijd in het Mogolrijk toenam en het voor de Nederlandse handelaren niet langer meer veilig was om de Arabische Zee en de Golf van Bengalen te bevaren kwam de handel in India zo goed als volledig stil te liggen. Om het hoofd boven water te houden besloot de VOC alle handelsposten, op hoofdcomptoir Suratte na, te sluiten, wat de winst van het hoofdcomptoir goed deed. Toen bij het naderen van 1759 ook de winsten van hoofdcomptoir Suratte flink begonnen terug te lopen werd de laatste Nederlandse handelspost op de noordwestkust van India gesloten.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Handelsposten van de VOC op CheribonHandelsposten van de VOC op CheribonDe stad Cheribon, ook wel geschreven als Cirebon, Chirebon of Tjirebon, is gelegen op de noordkust van het Indonesische…
Handelsposten van de VOC op de Malabarkust (Peperkust)Handelsposten van de VOC op de Malabarkust (Peperkust)De Malabarkust, kortweg de Malabar genoemd, is een benaming voor de kuststrook in het zuidwesten van India. In het weste…
Handelsposten van de VOC in ArabiëHandelsposten van de VOC in ArabiëArabië was een benaming die in de zestiende en zeventiende eeuw werd gebruikt om het huidig Arabische Schiereiland aan t…
Handelsposten van de VOC in Pontiana (Pontianak)Handelsposten van de VOC in Pontiana (Pontianak)Het hedendaagse Pontianak (door de VOC in het verleden Pontiana genoemd) is gelegen op de westkust van het eiland Borneo…

Hoe effectief was de Franse Revolutie voor de burgers?Hoe effectief was de Franse Revolutie voor de burgers?'Te wapen, burgers!', zo begint het refrein van de Marseillaise. Dit Franse volkslied is ontstaan rond de tijd van de Fr…
Bosbouw in de middeleeuwen en vroegmoderne tijdBosbouw in de middeleeuwen en vroegmoderne tijdVandaag de dag hebben de meeste bossen in de Nederlanden (België, Nederland en Luxemburg) een toeristische of ecologisch…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Himasaram, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • https://www.vocsite.nl/geschiedenis/handelsposten/suratte.html
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Suratte
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Mogolrijk
  • https://www.google.nl/maps
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_van_den_Broecke
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Nuruddin_Salim_Jahangir
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Yamuna
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Wollebrant_Geleyns_de_Jongh
  • Afbeelding bron 1: Frans Hals, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 11
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.