Haarlem: een Hollandse stad met een Vlaams gezicht

Haarlem: een Hollandse stad met een Vlaams gezicht Haarlem is een stad in het hart van Holland, maar dankt veel van haar aanzien aan de grote invloed van de Vlaamse immigranten uit de 16de eeuw. Daarnaast zijn er ook vele inheemse Haarlemmers geweest die hebben bijgedragen aan de luister van de Nederlandse cultuur tijdens de vroegmoderne tijd.

Haarlem: een Hollandse stad met een Vlaams gezicht

Nederzetting aan het Spaarne

Haarlem heeft een zeer oude geschiedenis die zeker meer dan 1000 jaar teruggaat. De stad is gesticht op het grensgebied van de duinen en het veengebied aan de Bakernes. De Bakernes is een versmalling van het Spaarne dat van zuid naar noord stroomt en zo is het een geschikte plek voor een handelsnederzetting. Bovendien was Haarlem ook goed bereikbaar vanuit het oosten, omdat het water vanuit de Zuiderzee toen nog ver landinwaarts reikte.

De graven van Holland zagen al vroeg de mogelijkheden en de strategische positie van de nederzetting aan het Spaarne. Haarlem kreeg dan ook haar deel, toen begin 13de eeuw de stadsrechten werden toegekend aan vele Hollandse steden. De stad legde zich in de loop van de tijd steeds meer toe op de handel en de nijverheid. Het zuivere duinwater en het grote veengebied rondom de stad leverden de ideale grondstoffen voor bierproductie.

In de Middeleeuwen was de bierproductie wijdverbreid in de Noord-Duitse laagvlakte. Vooral het kwalitatief goede zogeheten Jopenbier uit Dantzig was destijds populair. Haarlem imiteerde dit bier om te kunnen concurreren met andere bierbrouwers en groeide zodoende uit tot een centrum van bierexport in het westen van Denemarken. Tegenwoordig brouwt men in Haarlem nog dit Jopenbier, gebaseerd op een oud recept en met kruiden in plaats van hop.

Wapenfeiten en het stadswapen

De Haarlemmers bleven echter de onderdanen van de graaf van Holland en moesten dientengevolge ook dienstplicht vervullen. In 1248 gingen zij met graaf Willem II mee naar Egypte met de zesde kruistocht onder leiding van de Franse koning Lodewijk IX. Deze kruistocht eindigde in een nederlaag van de kruisvaarders, en de Franse koning werd gevangen genomen. Toch was deze veldtocht belangrijk voor Haarlem.

De Haarlemmers gingen er namelijk prat op dat zij de ketting over de Nijl bij het Egyptische fort Damiate doorbraken en zodoende voorgingen in de verovering van dit strategisch gelegen fort. Als beloning voor hun dapperheid schonk de patriarch van Jeruzalem aan het stadswapen van Haarlem de vier sterren, en de Duitse Keizer het zwaard. Het stadswapen bestond tot dan toe uit een groene boom op een wit veld. De Haarlemmer is dan ook erg trots op zijn wapen.

Boekdrukkunst

In de 15de eeuw groeide Haarlem uit tot een van de meest vooraanstaande steden van Holland. Dit bracht ook andere activiteiten tot leven in de stad, waardoor ze langzaam maar zeker ook een bron van kunst en wetenschap werd. Aan het begin van de 15de eeuw werd de belangrijkste uitvinding gedaan: de boekdrukkunst. Zo wedijverde Laurens Jansz Coster (1405-1484) uit Haarlem met Johann Gutenberg uit Mainz om de uitvinding van de boekdrukkunst.

Of de boekdrukkunst omstreeks 1425 nu in Haarlem of in Mainz werd uitgevonden; het staat in ieder geval vast dat het Haarlems Dagblad sinds 1656 onafgebroken wordt uitgegeven. Dat is echter meer dan twee eeuwen later. Voordien beleefde Haarlem roerige tijden als gevolg van ontwikkelingen, die indirect voortkwamen uit de boekdrukkunst, namelijk de reformatie.

Het beleg van Haarlem

De strategische positie van Haarlem werd haar ten tijde van de Opstand noodlottig. In 1573 werd de stad belegerd om het verzet in Holland te breken. Het heldhaftige verzet van de Haarlemmers werd legendarisch, door onder andere Kenau Simonsdochter Hasselaer, die een afdeling vrouwen aanvoerde. Daar stamt de uitdrukking ‘een kenau’ vandaan, wat oorspronkelijk dus zoiets betekent als: kranige of manhaftige vrouw.

De stad viel na een beleg van zeven maanden in handen van de beruchte Hertog van Alva, die reeds eerder bloedbaden had aangericht in de steden Mechelen en Zutphen. Nu was het de beurt aan Haarlem en vele burgers lieten het leven. Haarlem werd niet alleen getroffen door de vernielingen van de oorlog, maar ook werd de stad in 1576 getroffen door een enorme brand, die zeker een kwart van de stad in de as legde.

Uit de as herrezen

Omstreeks 1580 zag de toekomst voor Haarlem er dus niet bepaald rooskleurig uit. De stad lag grotendeels in as en puin en de bevolkingsaantallen waren door de rampspoed ernstig uitgedund. Toen de Spaanse legers in de Zuidelijke Nederlanden stad na stad terugwonnen gloorde er - paradoxaal genoeg - hoop voor Haarlem, dat na 1577 weer in het kamp van de Prins (Willem de Zwijger - MRB) was. Vele vaklieden uit het gewest Vlaanderen, dat op zijn beurt nu door de oorlog werd geteisterd, vonden hun weg naar het Noorden.

Haarlem had vooral een grote aantrekkingskracht op Zuid-Nederlandse bouwlieden en kunstenaars. Zo vonden de bekwame bouwmeester Lieven de Key en kunstenaars als Frans Hals hun weg naar Haarlem. De stad kreeg hierdoor een grote impuls op het gebied van architectuur en schilderkunst. Niet alleen hebben zij tot op heden hun sporen nagelaten in het straatbeeld, maar evenzeer in de musea.

Zuid-Nederlandse architectuur

Lieven de Key stamde uit een familie van metselaars en werd omstreeks 1560 in Gent geboren. Toen hij zo’n twintig jaar oud was, was hij reeds aardig bedreven in het vak en werd hij zowaar in de stadsbronnen genoemd als aannemer voor het werken aan de versterking van de stad. Toen Gent echter in 1584 in handen viel van de Spanjaarden moest de Calvinistische familie De Key de stad in allerijl verlaten.

Eerst vlucht de familie De Key naar het voor protestanten veilige Londen, alwaar Lieven trouwt met Katelijne van Caluwe. Pas in 1590 besloten zij terug te keren naar de Nederlanden en kozen als woonplaats Haarlem uit, zoals zovele uitgeweken Zuid-Nederlanders. Inmiddels had Lieven de Key zich gespecialiseerd in metselwerk met toegevoegde natuursteen, een vaardigheid die hij ongetwijfeld in Londen heeft verbreed met Engelse bouwstijlen, zoals de Tudorboog.

In het zwaar getroffen Haarlem konden ze een getalenteerde aannemer als De Key wel gebruiken. De verwoesting schiep niet alleen ruimte voor nieuwe gebouwen, maar ook voor nieuwe plannen. Haarlem was weliswaar gehavend, maar de stad zou zich snel herstellen. In het tijdsbestek tussen 1575 en 1625 verdubbelde de stadsbevolking. Tevens steeg de welvaart door het herstel van de handel.

Lieven de Key kreeg vele opdrachten, niet alleen voor herbouw, maar ook voor ambitieuze nieuwbouwprojecten. Zijn ster rees snel en hij werd in 1593 benoemd tot stadsbouwmeester. Zo ontwierp en bouwde hij de Vleeshal die tot op heden het Haarlemse centrum domineert met haar grootte en vele ornamenten. Hij verbouwde niet alleen het gehele Haarlemse stadhuis, maar was ook betrokken bij de nieuwbouw van de gevel van het Leidse stadhuis. Hij drukte zijn stempel op de stad.

Hollandse meesters, Vlaamse kunst

De Zuid-Nederlandse nieuwkomers brachten niet alleen hun architectuur mee, maar ook hun schilderkunst. In Haarlem streken er zelfs buitengewoon vele en getalenteerde kunstenaars neer, die later bekend werden als de ‘Hollandse meesters van de Gouden Eeuw’. De bekendste is toch wel Frans Hals (ca. 1583-1666), naar wie ook een schilderijenmuseum in Haarlem is vernoemd, dat gevestigd is in de gebouwen waar hij zijn atelier had.

Frans Hals was een leerling van een andere Zuid-Nederlandse schildertheoreticus Karel van Mander. Hij is vooral bekend van zijn kinderportretjes, maar zijn bekendste werk is het portret van René Descartes, dat tegenwoordig in het Louvre hangt. Een andere bekende Haarlemse meester is Pieter Claesz (ca. 1596-1660), die in Berchem nabij Antwerpen werd geboren. Hij legde zich vooral toe op stillevens.

De taalzuiveraar

Als we de luister van Haarlem ten tijde van het hoogtepunt van haar bloei willen omschrijven, dan mag de predikant Samuel Ampzing (1590-1632) zeker niet ontbreken. Ampzing was in zijn tijd niet alleen een verwoed schrijver van morele verhandelingen, maar hij mengde zich ook op landelijk niveau in discussies over de geloofsleer. Hij karakteriseerde zich als een echte scherpslijper.

Ampzing getuigde zich echter ook op andere gebieden, zoals de geschiedenis. Zo schrijf hij in 1628 een "Beschrijvinge ende lof der stad Haerlem" over de geschiedenis van het door hem zo beminde Haarlem. Hij hield echter niet alleen van schrijven, maar ook van taal zelf, met name het Nederlands ging hem na aan het hart. Hij pleitte voor zuiver Nederlands taalgebruik, wat hij neerlegde in zijn pamflet "Taelbericht der Nederlandsche spellinge" uit hetzelfde jaar als zijn "Beschrijvinge".

Conclusie

Haarlem is al eeuwenlang een trotse stad van Hollandse strijders. De taaiheid van de Haarlemmers is ook te herkennen aan de strijd die zij gevoerd hebben om hun stad er weer bovenop te krijgen na de verwoesting in de jaren zeventig van de 16de eeuw. Een impuls vanuit de Zuidelijke Nederlanden zorgde echter niet alleen voor een aanwas van de burgerij, maar ook voor een nieuwe impuls op het gebied van kunst en architectuur. De gebouwen en kunstwerken, die we tegenwoordig als ‘Hollands’ beschouwen, zijn in wezen Zuid-Nederlands. We kunnen dus rustig zeggen dat Haarlem in de Gouden Eeuw een Hollandse stad was met een Vlaams gezicht.

Gebruikte bronnen:

  • Paul Beliën e.a., Geschiedenis op straat, wandelen door historisch Nederland (Amsterdam 2005).
  • Van der Blom, Lieven de Key, Haarlems stadsbouwmeester (Haarlem 1995).
© 2007 - 2024 Bruijns, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Judith Leyster, baanbrekend meesterschilderesJudith Leyster, baanbrekend meesterschilderesAls enige vrouw, wist de kunstschilderes Judith Leyster lid te worden het schildersgilde. Dit betekende dat zij een voll…
Frans Hals, Hollandse schoolFrans Hals, Hollandse schoolHij wordt beschouwd als de grondlegger van de Hollandse school, was gespecialiseerd in portretten. Meestal van zijn Haar…
Gift van honderd miljoen aan Frans Hals MuseumElf schilderijen met een totale waarde van meer dan honderd miljoen Euro. Dat is het cadeau dat het Elisabeth van Thürin…
Schilders 17e eeuw: De portretschilder Frans HalsSchilders 17e eeuw: De portretschilder Frans HalsFrans Hals, onbetwist de grootmeester van de Hollandse portretschilderkunst van de zeventiende eeuw, heeft de compositie…

Leiden, een Heel-Nederlands succesverhaalLeiden, een Heel-Nederlands succesverhaalLeiden is bekend om het Leidse laken en het typisch Leidse dialect. Slechts weinigen weten echter dat de Leidse welvaart…
De VOC en WIC als verspreiders van de Nederlandse cultuurHet gewest Holland profiteerde het meest van deze handelsexpansie en beleefde in de 17de eeuw haar Gouden Eeuw. Het is e…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Hu:Dencey, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Reactie

Haarlem-Vlaanderen, 18-12-2014
Beste Bruijns,
Graag zou ik in 2015 gebruik maken van gedeelten in bovenstaand artikel.
Het zal gaan om korte berichten op facebook die de historische relaties tussen Haarlem en Vlaanderen blootleggen.
Daarbij zou ik graag verwijzen naar uw artikel.
Ik hoor graag van u.
met vriendelijke groeten,

Maurits van Putten Reactie infoteur, 30-03-2015
Geachte heer Van Putten,

U bent vrij om mijn artikel te gebruiken mits er een auteursvermelding is.

Excuses voor de verlate beantwoording.

Met vriendelijke groet,
Ruud Bruijns

Bruijns (6 artikelen)
Gepubliceerd: 23-03-2007
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.