Jack the Ripper - een brief en een dubbele moord

Jack the Ripper - een brief en een dubbele moord Terwijl de angst en de afschuw toenamen in Whitechapel en de rest van Londen, leek niets of niemand vat te kunnen krijgen op de schimmige moordenaar, die rondwaarde als een duister fantoom. Het leek als iets uit een griezelverhaal, zoals die wel eens werden afgedrukt in de goedkopere zaterdagskranten. De politie zocht met man en macht, zette agenten in burger in, en zelfs in vrouwenkleren, om maar de kans te lopen de moordenaar op heterdaad in de kraag te kunnen vatten.

'Mijn mes is zo mooi scherp'

Zoals dat vaker gaat, waren er heel veel mensen die minder verantwoordelijk omgingen met de moorden van de afgelopen maanden; om te beginnen waren er de kranten, die een seriemoordenaar als Jack alleen maar geweldig vonden vanwege de omzetten die stegen - sensationeel nieuws verkoopt nu eenmaal, dat weten ze bij heden ten dage bij De Telegraaf ook maar al te goed. Jack was, hoe morbide ook, het meest sensationele nieuws van de laatste jaren. En omdat de pers op deze zaak was gesprongen en verslag deed van alles wat ermee te maken had (de verhoren, de getuigenverklaringen, de post-mortem onderzoeken, de geruchten, etc.), was het ook de pers die die andere groep mensen aantrok als podium om gehoord te worden: de eeuwige grappenmakers, die menen over vrijwel alles lollig te kunnen doen. Zakken vol brieven stroomden binnen bij de persagentschappen, serieuze brieven van mensen die zich oprecht bezorgd maakten en met suggesties en theorieën kwamen, maar helaas ook heel erg veel brieven van lolbroeken met een slecht gevoel voor humor. Veel van die grappenmakers deden net alsof ze de moordenaar waren en schreven de meest absurde dingen, die de politie - uiteraard ging het meeste daarheen voor onderzoek - over het algemeen meteen af kon doen als je reinste nonsens. Maar zo af en toe kwam er iets langs dat de aandacht trok.

<I>De 'Dear Boss'-brief, pagina 1</I> / Bron: Jack the Ripper, Wikimedia Commons (Publiek domein)De 'Dear Boss'-brief, pagina 1 / Bron: Jack the Ripper, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Dear Boss,
I keep on hearing the police have caught me but they wont fix me just yet. I have laughed when they look so clever and talk about being on the right track. That joke about Leather Apron gave me real fits. I am down on whores and I shant quit ripping them till I do get buckled. Grand work the last job was. I gave the lady no time to squeal. How can they catch me now. I love my work and want to start again. You will soon hear of me with my funny little games. I saved some of the proper red stuff in a ginger beer bottle over the last job to write with but it went thick like glue and I cant use it. Red ink is fit enough I hope ha. ha. The next job I do I shall clip the ladys ears off and send to the police officers just for jolly wouldn't you. Keep this letter back till I do a bit more work, then give it out straight. My knife's so nice and sharp I want to get to work right away if I get a chance. Good Luck.

Yours truly
Jack the Ripper

Dont mind me giving the trade name

PS Wasnt good enough to post this before I got all the red ink off my hands curse it No luck yet. They say I'm a doctor now. ha ha


Vertaling:

<I>De 'Dear Boss'-brief, pagina 2</I> / Bron: Jack the Ripper, Wikimedia Commons (Publiek domein)De 'Dear Boss'-brief, pagina 2 / Bron: Jack the Ripper, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Beste Baas,

Ik hoor de hele tijd maar dat de politie me te gevangen heeft maar ze zullen mij voorlopig nog niet pakken. Ik moet lachen als ze zo slim lopen te kijken en het hebben over dat ze op het goeie spoor zitten. Ik heb dubbel gelegen om die grap met Leather Apron. Ik haat hoeren en zal niet stoppen met ze aan stukken te snijden totdat ik inderdaad word opgesloten. Schitterend werk was die laatste klus. Ik gaf de dame geen tijd om te piepen. Hoe moeten ze me nu nog te pakken krijgen. Ik hou van mijn werk en wil alweer aan de slag. U zult nog snel van mij horen met mijn grappige spelletjes. Ik had wat van het echte rode spul van de laatste klus in een bierflesje bewaard om mee te schrijven maar het werd zo dik als lijm en ik kan het niet gebruiken. Rode inkt is toepasselijk genoeg hoop ik ha. ha. Bij mijn volgende klus zal ik de oren van de dame afsnijden en naar de politie sturen gewoon voor de lol nietwaar. Bewaar deze brief totdat ik nog wat meer werk gedaan heb, en geef ‘m dan maar uit zoals-ie is. Mijn mes is zo mooi scherp ik wil meteen aan het werk als ik de kans krijg. Veel Geluk.

Hoogachtend,

Jack the Ripper

U vindt het vast niet erg als ik mijn handelsnaam gebruik

PS Kon de brief nog niet posten omdat ik eerst de rode inkt van mijn handen af moest zien te krijgen vervloekt Het lukt niet. Ze zeggen nu dat ik een dokter ben. ha ha


De brief was in rode inkt geschreven, behalve het naschrift, dat in rood potlood was gedaan. Op 27 september werd hij afgeleverd bij The Central News Agency. De politie, die deze brief bijzonder serieus nam, hoopte dat iemand het handschrift zou herkennen en liet het epistel later afdrukken in de krant - maar niemand kon er wat mee, behalve er van walgen. Het was de eerste keer dat de naam 'Jack the Ripper' ('Jack de Verscheurder') werd gebruikt; hij werd onmiddellijk door iedereen overgenomen en is tot op de dag van vandaag de naam waarmee deze seriemoordenaar wordt aangeduid. Maar waarom nam de politie juist deze brief zo serieus?

'The Double Event'

'Long' Liz Stride

De lange, blonde Elizabeth Gustafsdotter was geen Engelse: ze was geboren in 1843 op een boerderij in Torslanda, niet ver van Gothenburg in Zweden. Als jonge vrouw werkte ze in Zweden als huishoudster voor een weduwnaar met vier kinderen, maar al in 1865 stond ze bij de politie geregistreerd als prostituee. Ziekenhuisarchieven vertellen ons dat ze twee keer was behandeld voor geslachtsziekten, en dat ze ook ooit een dood kindje baarde. In 1866 verhuisde ze naar de Zweedse gemeente in Londen, en schreef aan familieleden dat ze huishoudelijk werk had gevonden in een voornaam gezin in de buurt van Hyde Park. In 1869 trouwde ze met John Thomas Stride, met wie ze een tijdje een restaurantje dreef. Maar daarna wordt het vaag: Liz beweerde op de stoomboot Princess Alice te hebben gewerkt met haar man in 1878, toen de boot zo tragisch zonk, en dat haar man en twee kinderen bij die ramp waren omgekomen - maar enig bewijs werd daar nooit voor gevonden. Wat we wel zeker weten is dat John Stride in 1884 stierf. Hoe het ook zij, het geluk was in iedere geval niet aan Liz' zijde in de nacht van 29 op 30 september.

Ze had die zaterdag kamers schoongemaakt in haar eigen slaaphuis in Flower and Dean Street en er zes shilling mee verdiend. Ze ging er direct mee naar de kroeg, maar kwam om zeven uur weer terug om zich wat op te frissen en vervolgens er weer op uit te gaan. In de loop van de avond werd ze nog op verschillende plekken gezien, volgens de getuigen die later gehoord werden - zoals de getuigenis van Mattie Packer, een groenteboer in Berner Street, die zei dat hij het stel rond elf uur een trosje blauwe druiven had verkocht. Ze liepen weg in de richting van Dutfield's Yard, dat verderop in de straat lag. Twee getuigen plaatsten haar op verschillende plekken: ene James Brown beweerde haar rond kwart voor een te hebben gezien met een man in Fairclough Street, om de hoek van Berner. Maar een andere getuige, Israel Schwartz, zei dat hij haar rond dezelfde tijd door een dronken jongeman vrij gewelddadig op de grond gegooid zag worden en dat ze daarna Dutfield's Yard ingetrokken werd. Hij zei dat hij bang was geweest en niet had durven ingrijpen, net als een onbekende andere man die op dat moment aan kwam lopen en die zich later niet meer bij de politie heeft gemeld.

Louis Diemschutz was een sieradenhandelaar die, in het bezit van een pony en kleine kar, zijn spulletjes op straat verkocht. De zaterdagavond was een drukke avond, veel mensen die van kroeg naar kroeg zwierven, veel volk op straat dat pas was uitbetaald; hij deed goede zaken op zaterdagavond. Vandaar dat hij pas op 1 uur 's nachts terugkwam van zijn werk en zijn kar en pony door de poort van Dutfield's Yard reed om het beestje op stal te zetten en de kar af te laden.
<I>De post-mortem foto van Elizabeth Stride</I> / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)De post-mortem foto van Elizabeth Stride / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Maar het paardje schrok ergens van, trok naar achteren - en toen Diemschutz zijn lamp omhoog had gehouden om te zien waar het beest nou zo van schrok, schrok hij zelf niet minder: het lichaam van een lange, blonde vrouw lag tegen de zijmuur van de plaats. Het was de man op slag duidelijk dat de vrouw dood was, gezien haar doorgesneden keel; later vertelde hij aan de politie dat het goed mogelijk was dat de moordenaar op dat moment nog aanwezig was, ergens in de duisternis van de slecht verlichte binnenplaats. Het lichaam was nog warm, vertelde hij, en hij dacht daarnaast dat zijn pony niet van het lijk, maar van een man geschrokken was, een man die hij zelf nooit heeft waargenomen. Als dat zo was, dan was het goed mogelijk dat hij de moordenaar gestoord had in zijn bloederige werk, en het post-mortem onderzoek leek dat te bevestigen: het lichaam was beslist mishandeld, zo ontbraken in de linkeronderkaak alle tanden en was haar keel doorgesneden; maar verder dan dat was de moordenaar niet gekomen. Andere mutilaties werden niet op haar lichaam aangetroffen, al waren haar benen wel opgetrokken in dezelfde houding als alle andere Ripper-slachtoffers. Als Diemschutz gelijk had en er was nóg iemand aanwezig op die binnenplaats, dan moet hij zich vrij vlot uit de voeten hebben gemaakt terwijl de sieradenhandelaar hulp ging zoeken - hij had zijn werk immers nog niet af?

Cathy Eddowes

Het verhaal van Catharine Eddowes lijkt in vele opzichten op het verhaal van Jack's andere slachtoffers: ze was geboren in 1842, en was getrouwd met een man, Thomas Conway, die pulpboekjes schreef die ze samen verkochten. Ze moet van hem gehouden hebben - ze had zijn initialen op haar arm laten tatoëren. Drie kinderen had ze, en ook dit huwelijk ging stuk omdat Cathy er af en toe tussenuit kneep om flink te kunnen drinken. In 1880 ging het stel uit elkaar; Cathy kreeg de voogdij over haar dochter Annie (die al snel trouwde en het huis uitging), terwijl de twee jongens naar Thomas gingen. Ze ging in september 1888 met een man, John Kelly, hopplukken en toen ze op de 28e terugkwamen vertelde ze een oppasser in haar slaaphuis: 'Ik ben teruggekomen om de beloning voor die moordenaar op te halen - ik denk dat ik weet wie het is.' Hij waarschuwde haar nog dat ze moest uitkijken niet zelf vermoord te worden, maar dat lachte ze weg.
De 29e september bracht Cathy door met John Kelly, nadat ze een paar van zijn laarzen naar een pandjesbaas hadden gebracht omdat ze volkomen blut waren. Het stel gaf het geld uit aan boodschappen en een ontbijt, en daarna waren ze alweer door hun paar muntjes heen. Cathy stelde voor dat ze naar haar dochter zou gaan om geld te lenen, en dat ze aan het eind van de middag terug zou zijn. Ze vertrok - en kwam nooit bij haar dochter aan. Wel werd ze 's avonds om half negen door een politieagent opgepakt omdat ze in haar dronkenschap overlast veroorzaakte door een brandweerwagen na te doen. In het politiebureau werd ze in een cel gestopt om te ontnuchteren, en rond een uur 's nachts mocht ze dan ook weer gaan. Ze gaf haar naam op als Mary Ann Kelly en toen liet een vriendelijke agent haar buiten.

Drie getuigen zagen haar rond half twee op Mitre Square nog staan praten met een man, haar hand amicaal op zijn borst. Een surveillerende agent die nog geen vijf minuten later langskwam trof evenwel een leeg plein aan: hij verklaarde niemand te hebben gezien en niets te hebben gehoord. Maar de volgende agent, James Harvey, die ook alweer vijf minuten later langskwam, vond haar lichaam in de zuidwestelijke hoek van het plein. Hiij riep direct George Morris, die werkte als nachtwaker bij Kearney en Tonge, een bedrijf dat op Mitre Square zat. Morris haalde op zijn beurt meer politie, en ook een arts die in de buurt woonde. Jack had zich dit keer flink laten gaan: haar gezicht was aan flarden gesneden, haar onderlichaam was gruwelijk verminkt , haar ingewanden lagen boven haar rechterschouder, een van haar nieren was verdwenen en haar rechteroor was bijna afgesneden...

En nu begreep de politie dat ze de brief, die pasgeleden was bezorgd, beslist serieus moest nemen. Dat half-afgesneden oor, dat had hij nota bene aangekondigd, dat kón geen toeval zijn. Langzaam begon het tot iedereen door te dringen dat het niet alleen een metafoor was, om deze moordenaar gek te noemen, maar dat dit waarschijnlijk wérkelijk een diep, diep gestoord mens moest zijn, een onbekend soort moordenaar die niet doodt uit wraak of winstgevende motieven, of wat voor rationele overweging dan ook - maar een moordenaar van het ergste soort: een krankzinnige, waar geen greep op te krijgen viel. En zijn volgende moord zou de ware diepte en duisternis van zijn waanzin duidelijk maken.
© 2010 - 2024 Nathle, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Jack the Ripper, ‘s werelds bekendste seriemoordenaarJack the Ripper was in de tweede helft van 1888 actief in de Londense wijk Whitechapel. Daar vermoordde hij prostituees.…
Jack the Ripper: Whitechapel, LondenJack the Ripper: Whitechapel, LondenJack the Ripper is één van 's werelds bekendste seriemoordenaars. Wie hij precies was is nog steeds onbekend. Alle moord…
Wie was Jack the Ripper volgens DNA onderzoek?Wie was Jack the Ripper volgens DNA onderzoek?Jack the Ripper was zijn bijnaam. Hij vermoorde in 1888 minimaal 5 vrouwen in Londen. Meer dan 125 jaar speculeerden vel…
Jack the Ripper - de geboorte van een monsterWat dreef Jack the Ripper? Waarom pleegde hij zijn bizarre misdrijven? Een seriemoordenaar begint zelden met zijn meest…

El Dorado, een verloren gouden stadDe legende van El Dorado. El Dorado, een verloren gouden stad ? Een mythe in stand gehouden door de Inka's om de conquis…
De kaart van Juan de la CosaDe kaart van Juan de La Cosa. In de jaren tussen 1490 en 1500 veranderde de wereld voor de Europeanen ingrijpend. Christ…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
  • ‘By ear and eyes: the Whitechapel Murders, Jack the Ripper and the murder of Mary Jane Kelly’, Karyo Magellan, 2005, Longshot Publishing, ISBN 0-9550240-0-5
  • ‘The complete history of Jack the Ripper’, Philip Sugden, 1994,Robinson Publishing, ISBN 1-84119-397-6
  • ‘The complete Jack the Ripper’, Donald Rumbelow, 1975, Berkley Books, ISBN 0-425-11869-X
  • ‘East End 1888’, William J. Fishman, 2005, Five Leaves Publications, ISBN 0-907123-85-6
  • ‘Exploring the East End’, Rosemary Taylor, 2001, Breedon Books Publishing, ISBN 1-859383-270-9
  • ‘In darkest London’ (oorspronkelijke titel: ‘Captain Lobe: A story of the Salvation Army’), Margaret Harkness (oorspronkelijk onder pseudonym: John Law), 1889, Hodder & Stoughton/2003, Black Apollo Press, ISBN 1-900355-28-0
  • ‘Jack the Ripper and the East End’, onder redactie van Alex Werner, 2008, Chatto & Windus, ISBN 978-0-701-18247-2
  • ‘The Jack the Ripper A to Z’, Paul Begg, Martin Fido, Keith Skinner, 1991, Headline Books, ISBN 0-7472-3676-3
  • 'Jack the Ripper Whitechapel map 1888’, Geoff Cooper, Gordon Punter, 2003, ripperArt, ISBN 0-9546603-0-7
  • ‘The London of Jack the Ripper: then and now’, Robert Clack, Philip Hutchinson, 2007, Breedon Books Publishing, ISBN 978-1-85983-600-2
  • ‘The people of the abyss’, Jack London, 1903, MacMillan Publishers (geen herdruk in de handel, tekst integraal te vinden op http://london.sonoma.edu/Writings/PeopleOfTheAbyss/)
  • ‘The secret prisoner of 1167: was this man Jack the Ripper?’, 1997, Robinson Publishing, ISBN 1-85487-892-1
  • ‘The ultimate Jack the Ripper sourcebook: an illustrated encyclopedia’, 2000, Constable & Robinson, ISBN 1-84119-452-2
  • ‘Uncovering Jack the Ripper’s London’, Richard Jones, Sean East, 2007, New Holland Publishers, ISBN 978-1-84537-611-6
  • ‘Will the real Mary Kelly…?’, Christopher Scott, 2005, PABD, ISBN 1-905277-05-9
  • Afbeelding bron 1: Jack the Ripper, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Jack the Ripper, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 3: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Reactie

Debster (infoteur), 15-01-2010 #1
Jeetje… Weer zo'n goed duidelijk en helder artikel, mijn complimenten. Ik heb al uw vorige artikelen ook gelezen, en ik vind ze prachtig. Hoe zo'n monster in die tijd heeft kunnen rondlopen, en de manier waarop hij zijn slachtoffers heeft verminkt en vermoord. Ongelofelijk… Groet, Debster Reactie infoteur, 16-01-2010
Dank u voor de complimenten! Ik heb nog niet veel op deze site gedaan, alleen maar die artikelen… ik moet nog eens uitgebreid rondkijken naar wat anderen allemaal schrijven! Maar jeetje wat wordt er hier een leuk initiatief neergezet, ik ben er erg enthousiast over.

Schrijft u al lang voor dit medium, en wat zijn uw onderwerpen? Nee: ik ga zo gewoon even zelf kijken. Is veel leuker…

Fijn weekend!

Ines

Nathle (6 artikelen)
Laatste update: 03-03-2016
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 19
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.