Wassily Kandinsky
De schilder Wassily Kandinsky wordt wel gezien als een van de vaders van de moderne schilderkunst en de grondlegger van de abstracte schilderkunst in de 20ste eeuw.
Jeugd en Opleiding
Wassily Kandinsky werd in 1866 in Moskou geboren in een bourgeois gezin. In 1886 ging hij rechten en economie studeren aan de universiteit van Moskou. Na zijn studie ging hij les geven aan de rechten-faculteit. In 1895 bezocht Kandinsky een expositie van Franse impressionistische schilderijen en aanvankelijk was hij geschokt. Een jaar later besloot hij zelf schilder te worden en ging studeren in Duitsland. Daarna ging hij les geven aan een school voor schone Kunsten. Hij maakte reizen naar Italië, Nederland en Noord-Afrika. Het werk van Monet (
Claude Monet - Impressionist) had een grote invloed op Kandinsky, de vermenging van werkelijkheid en droom, die hem aanvankelijk geschokt had liet hem nooit los. Ook werd Kandinsky sterk beïnvloedt door volkskunst, onder andere de houtsnijkunst uit zijn vaderland Rusland. Deze dingen bleven hun invloed behouden, ook op het latere werk van Kandinsky.
Der blaue Reiter
Het jaar 1910 was cruciaal in het leven van Kandinksy. Hij schilderde zijn eerste abstracte werk. Het was de periode waarin de basis werd gelegd voor de groep van Expressionistische schilders, Der blaue Reiter. Samen met Franz Marc was hij de leidende figuur van deze groep. In 1912 publiceerde hij een boek over de theorie van abstractie. De groep was slechts een kort leven beschoren door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In 1914 ging Kandinsky terug naar Rusland en bleef daar tot 1921. In 1917, ten tijde van de Russische Revolutie had hij een belangrijke positie bij het Commissariaat van de Volkskunst. Hij opende 22 musea en werd directeur van het museum voor pictoriale kunst. In 1920 werd hij benoemd tot professor aan de universiteit van Moskou. Een jaar later stichtte hij de Academie voor Kunst en Wetenschap. In 1922 keerde hij echter terug naar Duitsland omdat de houding ten opzichte van kunst in Rusland begon te veranderen. In Duitsland ging hij onderwijzen en werken bij Bauhaus (school voor kunst, ontwerpen en architectuur) in Dessau tot 1933. Deze periode was de meest productieve uit zijn leven en wordt wel zijn 'architecturale' periode genoemd omdat hij zeer duidelijke vormen gingen gebruiken. De periode van 1927 tot 1933 wordt wel zijn romantische of concrete periode genoemd. Het kleurgebruik is zachter en Kandinsky maakte gebruik van duidelijke pictoriale figuren.
"Entartete Kunst"
Met de opkomst van het fascisme werd het kunstenaars onmogelijk gemaakt hun werk uit te oefenen. Moderne kunst werd beschouwd als 'ontaard' (
entartete Kunst) en Bauhaus werd gesloten. De werken van Kandinsky werd verwijderd uit Duitse musea en geconfisqueerd.
Kandinsky emigreerde naar Neuilly-sur-Seine in de buurt van Parijs waar hij tot zijn dood in 1944 verbleef. In de Verenigde Staten was hij al een beroemde kunstenaar en Guggenheim was een van zijn verzamelaars.
Stijl
De stijl van Kandinsky bleef zich ontwikkelen door de jaren heen. Zijn vroege schilderijen zijn expressief en vol kleurrijke composities, maar met duidelijke figuren. De stijl lijkt op die van Matisse. Rond 1910 vond de overgang naar abstracte kunst plaats. De figuren worden steeds minder belangrijk en verdwijnen uiteindelijk helemaal. Vanaf 1920 werd zijn stijl meer geometrisch. Aan het einde van zijn leven vond een synthese van alle voorafgaande periodes plaats.