Moderne schilderkunst twintigste eeuw 1900-1918
De jaren voor de Eerste Wereldoorlog was een roerige tijd. Kunstenaars kwamen in verzet tegen de regels die golden voor de kunst. Ze wilden meer vrijheid. Hun schilderijen waren niet geheel in overeenstemming met de werkelijkheid. Ze lieten zich inspireren door het moderne leven. De moderne kunst ontstond. Het was een tijd van diverse nieuwe moderne kunststromingen: het fauvisme, het Duitse expressionisme, het kubisme en het futurisme. Sommige stromingen gingen in de richting van totale abstractie. Alle genoemde kunststromingen overleefden de Eerste Wereldoorlog niet. Desondanks moet hun invloed op de moderne kunst van na de Eerste Wereldoorlog niet worden onderschat.
Het fauvisme (1900-1907)
Kort na 1900 bevonden zich in Parijs een aantal schilders die zich lieten inspireren door Vincent van Gogh, Paul Cézanne en het pointillisme van Georges Seurat. Het waren schilders die schilderden voor hun plezier. Aan hun schilderijen is te zien dat ze plezier schepten in hun schilderen. De schilders van het fauvisme (de fauvisten) wensten zich niet aan regels te binden.
Felle kleuren en verwrongen vormen zijn in conflict met de werkelijkheid
De wijze waarop de fauvisten dat wat ze zagen weergaven was doorgaans niet in overeenstemming met de werkelijkheid, omdat ze kozen voor sterke deformaties van vormen en schetsmatige penseelstreken. Bovendien hanteerden ze vaak zware, karikaturale contouren. Ook hun verblindend heldere en felle contrasterende kleuren zoals rood, geel en blauw, vaak nauwelijks vermengd en aangebracht in ruwe penseelstreken, waren vaak in conflict met de werkelijkheid,
Weergave van gevoelens van de schilder
Het heftige, volledig willekeurige kleurgebruik, net de met elkaar botsende kleuren, geeft de emotionele reactie van de schilder op het onderwerp van zijn schilderij weer. Zijn subjectieve mening wordt door zijn kleurgebruik nadrukkelijk en intens getoond. De fauvisten maakten kleur los van haar traditionele descriptieve functie. Door hun kleurgebruik baanden ze de weg voor het gebruiken van kleur als autonoom expressief doel.
Herkomst van de term fauvisme
In 1905 exposeerden de schilders uit Parijs met geestverwanten (de Franse schilder Maurice de Vlaminck en de Nederlandse schilder Kees van Dongen) in een zaaltje op de Parijse Salon d' Automne (herfstsalon). Hun schilderijen riepen heftige reacties op bij het publiek. Door Louis Vauxelles, een recensent van het tijdschrift
Gil Bas, werden hun schilderijen smalend het werk van wilde beesten (
fauves) genoemd. De groep schilders was gecharmeerd van die term. Het fauvisme, een invloedrijke kunststroming, heeft maar kort bestaan. In 1907 vonden de meeste schilders nieuwe, persoonlijke doelen. Ze sloten zich aan bij een andere kunststroming.
Fauvisten
Henri Matisse, Naurice de Vlaminck, Albert Marquet, André Derain, Raoul Dufy, Georges Raoult en Kees van Dongen.
Het Duitse expressionisme
Een angstig voorgevoel
Het begin van de twintigste eeuw was in Duitsland een tijd van toenemende spanning en bezorgdheid. Een hele generatie kunstenaars en schrijvers, vooral onder invloed van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche, wachtte op een ingrijpende, gewelddadige omwenteling. De Duitse expressionisten gaven uiting aan hun frustraties, angsten en rancunes ten opzichte van de moderne wereld.
Die Brücke (1905-1913)
Die Brücke, omstreeks 1905 opgericht door Ludwig Kirchner, was de eerste groep georganiseerde Duitse expressionisten. Via de Nederlandse schilder Kees van Dongen hadden ze kennisgemaakt met de in Parijs levende ideeën over de schilderkunst. Ze zochten in Dresden naar de spirituele betekenis, de ziel van de Duitse kunst. het waren vurige nationalisten met een anti-Franse
houding. Hun schilderijen van het moderne stadsleven, landschappen of figuren gebruikten ze om hun radicale politieke en sociale standpunten te uiten. Ze hadden grote bewondering voor de schilder Matthias Grünewald (Duits schilder (circa 1470-1520) van laatgotische, religieuze schilderijen).
Het belang van kleur
De schilders van Die Brücke protesteerden tegen de regels die de schilderkunst in het verleden aan banden hadden gelegd. Ze waren van mening dat ze hun drang tot creativiteit met kleur op het doek moesten vastleggen. De schilders van Die Brücke waren, net als de fauves, van mening dat het meest nastrevenswaardige doel van een schilder de uitdrukkingskracht van kleur, te beïnvloeden door intensiteit of door contrast, was.
Figuratief met verwrongen lijnen en harde kleuren
Zowel de fauvisten als de schilders van Die Brücke werkten in meer of mindere mate figuratief. De schilders van die Brücke, die bij voorkeur harde, emotioneel geladen kleuren gebruikten, maakten verwrongen, hoekige lijnen, met als gevolg dat hun figuren werden vervormd. Ze behaalden de meest sprekende resultaten door gebruik te maken van grove technieken, zoals linoleumsnede en houtsnede.
Leden van Die Brücke
De leden van Die Brücke, die in 1911 van Dresden naar München verhuisde, en die in 1913 uiteenviel: Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Karl Schmidt Rottluff, Franz Beyl, Max Pechstein, Emil Nolde en Kees van Dongen.
Der Blaue Reiter (1911-1914)
De los georganiseerde groep Duitse expressionisten in München dankte zijn naam aan een schilderij van Kandinsky. Dit schilderij werd gebruikt als omslag voor hun almanak. Ze wilden in hun kunst spirituele waarden uitdrukken. Dat doel wilden ze bereiken middels simplificatie, abstractie en de kracht van kleuren.
Het belang van kleur
De leden van Die Blaue Reiter richtten zich op de eerste plaats op kleur. Wat dat betreft zijn er overeenkomsten tussen deze groep schilders en de fauves.
Kandinsky, Impressie III (Concert) (1910) /
Bron: Wassily Kandinsky, Wikimedia Commons (Publiek domein)In de richting van de abstracte kunst
De leden van Die Blaue Reiter zetten een belangrijke stap. Ze behoorden tot de eerste schilders die volstrekt abstracte, non-figuratieve kunstwerken schilderden. Omstreeks 1910-1912 werden voor het eerst alle verwijzingen naar de objectieve werkelijkheid uit hun schilderijen verbannen. Was Wassily Kandinsky, de belangrijkste schilder van Die Blaue Reter, de eerste schilder die abstracte schilderijen vervaardigde? Die vraag is niet met zekerheid met ja te beantwoorden, want in die tijd werden ook in Frankrijk, Italië, Nederland en elders abstracte schilderijen vervaardigd.
Zoeken naar verborgen dingen
De leden van Der Blaue Reiter zochten, achter de sluier van de uiterlijke verschijningen, naar de verborgen dingen. Ze onderzochten kleurtheorieën, verdiepten zich in problemen met het perspectief, maakten gebruik van de natuurwetenschappen en verklaarden zich onafhankelijk van de grenzen van de zichtbare wereld.
Leden van Der Blaue Reiter
Der Blaue Reiter heeft maar kort bestaan. Enkele leden sneuvelden in 1914 bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In 1914 viel de groep uiteen. Leden: Wassily Kandinsky, Franz Marc, August Macke, Paul Klee en Gabriele Münter.
Het kubisme (1907-1918)
Het kubisme is de belangrijkste innovatie in de kunst van de twintigste eeuw. Er werd gebroken met de gebruikelijke manier van uitbeelding. Voor het eerst verlieten schilders de perspectiefleer. Schilderijen leken op het eerste gezicht op een puzzel, waarvan de stukjes verkeerd lagen. De kubisten bouwden hun figuren op uit eenvoudige geometrische vormen. Zo ontstonden duidelijk afgebakende vormen. De relatie tussen die figuren en de achtergrond heeft daardoor niets onwerkelijks.
Het ontstaan van het kubisme
Pabo Picasso, die in 1907 van Barcelona naar Parijs kwam, was onder de indruk van het wek van Paul Cézanne en van de primitieve Afrikaanse kunst. Dit leidde tot een radicale breuk met de gebruikelijke manier van uitbeelden. Picasso verwierp het idee dat de schilder in een schilderij helder en duidelijk moet weergeven wat hij vanuit een bepaald standpunt kan zien.
In zijn experimentele schilderij
Les demoiselles d'Avignon zijn de lichamen zeer schematisch en op een hoekige wijze gemodelleerd. De invloed van de primitieve Afrikaanse kunst is duidelijk zichtbaar. Vormen die alleen maar vanuit verschillende standpunten kunnen worden waargenomen, zijn naast elkaar en soms over elkaar geplaatst. Er is bijvoorbeeld een neus (en profil gezien) geplaatst op een gezicht (pal van voren gezien). De keuze van de kleuren is vrij, dus niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Uit dit alles blijkt dat de regels van de verfijnde schilderkunst door Picasso bewust werden overtreden.
Analytisch kubisme
Georges Braque en Pablo Picasso waren de grondleggers van het kubisme. De stijl van hun werk uit de jaren 1910-1912 wordt aangeduid met de term analytisch kubisme. De vormen in hun schilderijen, monochrome verf op doek, zijn gefragmenteerd. De gefragmenteerde contouren en transparante vlakken lijken steeds meer in een onbepaalde ruimte te vallen. Die ondiepe ruimte is overigens wel helder. De uitgebeelde objecten zijn vaak vrijwel onherkenbaar. Hun schilderijen gaan in de richting van totale abstractie.
Synthetisch kubisme
Braque en Picasso wilden totale abstracte voorkomen. Daarom gingen ze gemakkelijk te herkennen details in hun schilderijen verwerken, zoals sjabloonletters, gedrukte woorden op krantenpapier, sigarendoosjes en flessenetiketten. Zo ontstond de collage, Uit de collage ontstond vervolgens het synthetisch kubisme. Er werd gewerkt van abstract naar figuratief. Platte, gekleurde vormen werden op het doek zo gerangschikt dat er een bepaalde structuur ontstond. Door aanpassingen en het toevoegen van herkenbare tekens werd het object zichtbaar.
Kubisten
Pablo Picasso, Georges Braques, Juan Gris en Fernand Léger.
Boccioni, het lawaai van de straat komt de stad binnen (1911) /
Bron: Umberto Boccioni, Wikimedia Commons (Publiek domein)Het futurisme (1909-1916)
Omstreeks 1910 vonden veel kunstenaars dat hun kunst te ver geïsoleerd was geraakt van alles wat re in de maatschappij gebeurde. Hun ongenoegen werd in 1908 onder woorden gebracht door de Italiaanse dichter Marinetti. Hij wilde de verering voor het Italiaanse verleden uitwissen. Daarom schreef hij: "Steek de musea in brand! Demp de kanalen van Venetië!".
Futuristische kunstenaars omarmden het lawaai, de dynamiek, actie en de beweging van de moderne grote stad. Hun kunst was gebaseerd op hun eigen ervaringen met het moderne leven.
De beeldtaal van de futuristen
De futuristen streefden naar het uitbeelden van een psychische en totale ervaring. Ze legden de nadruk op intuïtie en actie. Hun werken zijn fragmenten van een groter geheel. Het zijn geen statische composities met een vast middelpunt. Er is sprake van gelijktijdigheid. In hun schilderijen vallen objecten, figuren en de achtergrond samen. Daardoor lijkt alles in beweging.
De futuristen
Het futurisme was een korte, heftige episode. Na het sneuvelen van Umberto Buccioni in 1916 stierf het futurisme. Leden:
Giacomo Bella, Carlo Carrá, Luigi Russolo, Gino Severini en Umberto Boccioni.
Lees verder