WO II - 5. De Britten en de Woestijnvos
De Tweede Wereldoorlog. De Duitsers hebben de geallieerden vernederd in Europa. In Noord-Afrika echter behalen ze de eerste grote overwinning. Ze ondervinden hevige tegenstand van de Duitsers onder leiding van Erwin Rommel, de Woestijnvos.
De Britten en de Woestijnvos
9 december 1940. De Britten lanceren in Egypte een offensief tegen de Italianen. Het wordt een vernedering. De slecht opgeleide Italianen worden ingemaakt. Al na enkele uren zijn er 38.000 gewonden, gevangenen en doden. De Britten tellen slechts 700 slachtoffers. De Britten dringen de Italianen steeds verder terug. Op 22 januari veroveren ze de havenstad Tobroek. De Italianen laten in paniek een ontziltingsfabriek achter, cruciaal voor de bevoorrading in de woestijn. Na Tobroek trekken de Britten 300 km door de woestijn naar Beda Fomm. Daar snijden ze de Italiaanse 10e divisie af. De Britten boeken een welkome zege. Na hun
nederlaag in Noord-Frankrijk en de bombardementen op hun steden hebben ze de 'onoverwinnelijke' As een koekje van eigen deeg gegeven.
De Duitsers vechten terug
In Berlijn heeft Hitler genoeg van zijn Italiaanse collega Mussolini. Die had gezegd dat hij wel kon winnen in Egypte zonder hulp van de Wehrmacht. Maar nu zitten de Britten al in hartje Libië en bedreigen zo de Duitse invasie van Griekenland. De Führer stuurt Hermann Gorings Luftwaffe naar Noord-Afrika en een jonge generaal die successen had geboekt in Frankrijk: Erwin Rommel. De commandant van het Afrikakorps komt in Tripoli aan op 12 februari. Hij treft onmiddellijk voorbereidingen om het tij te keren. De verwachting is dat Rommel verdedigend zal opereren om de Britse opmars te stuiten. Rommel heeft andere ideeën. Hij acht de woestijn geen belemmering voor oorlogsvoering. Het open terrein biedt juist enorme kansen aan hen die zo dapper zijn ze te benutten. 24 maart, de Britten denken dat Rommel pas in mei zal aanvallen, maar ze worden verrast door een zware aanval bij El Agheila. Rommel voelt dat dit zijn moment is en tegen Hitlers orders in lanceert hij een grootscheepse aanval. Rommels strategie blijkt doeltreffend. In de weidse woestijn zijn z’n panzers helemaal in hun element.
Gesteund door de Luftwaffe dringt het Afrikakorps de Britten terug. Rommel omsingelt Tobroek en stoot door tot half april. Te lange aanvoerlijnen dwingen hem halt te houden bij de grens met Egypte. In één maand heroverde de Woestijnvos wat de Britten in vier maanden hadden veroverd. Half mei volgt een Brits offensief om Tobroek te ontzetten dat is omsingeld door de Duitsers. Verschanst in de Halfaia-pas, zet Rommel 88mm luchtdoelgeschut in om de Britse tanks te verwoesten voor ze terug kunnen schieten. Opnieuw lijden de Britten een nederlaag. Tobroek is ook van groot belang voor Rommel. De haven is cruciaal voor de Duitse opmars naar Egypte. De hele zomer bestookt hij de verdediging, maar zonder succes. De woestijn is ideaal voor Rommels tankoorlog maar maakt bevoorrading bijzonder moeilijk. Munitie, voedsel en water, aan alles is gebrek. Hij heeft geen keus. Het is Tobroek innemen of terugtrekken.
De Britten boeken (tijdelijke) overwinning
Op 18 november lanceren de Britten een nieuw offensief om de stad te ontzetten. De strijd is gruwelijk, maar ondanks zware verliezen breken de Britten door de linies en bereiken de stad op 27 november. Rommel weet dat hij niet kan vechten zonder toegang tot de zee. Hij besluit tot terugtrekken. De Britten hebben Tobroek, maar Rommel is verre van verslagen. De Woestijnvos blijkt een sluwe, geduchte vijand. En zijn aftocht is geen chaotisch vlucht, maar een tactische manoeuvre. Hij wacht op het juiste moment om opnieuw aan te vallen en de geallieerden uit Noord-Afrika te verdrijven.
Lees verder