Nederlands: Franse, Latijnse, Duitse en Engelse leenwoorden

Nederlands: Franse, Latijnse, Duitse en Engelse leenwoorden Het Nederlands heeft niet genoeg aan de woorden uit de eigen taal. Voor bepaalde nieuwe zaken en begrippen bestaat nog geen Nederlands woord. Dat is een van de redenen dat er woorden worden overgenomen uit een andere taal. Het Nederlands heeft leenwoorden geleend uit heel veel verschillende talen. De meeste leenwoorden zijn afkomstig uit het Frans, het Latijn, het Duits en het Engels. Soms zijn leenwoorden onherkenbaar, omdat de spelling en grammatica volledig is aangepast aan het Nederlands. Niet iedereen is blij met de vele leenwoorden die in het Nederlands voorkomen. Puristen zijn bang dat de Nederlandse taal erdoor wordt aangetast.

Waarom we woorden lenen uit een andere taal?

In het Nederlands komen allerlei leenwoorden voor. Leenwoorden zijn woorden die geleend worden uit een andere taal. Eigenlijk kun je beter spreken van het stelen van woorden uit een andere taal, want geleende woorden worden zelden of nooit terugbezorgd bij de taal waaruit het woord ontleend is (de brontaal). Kennelijk heeft men niet genoeg aan de woorden uit de eigen taal. Het Nederlands doet om allerlei redenen een beroep op woorden uit een andere taal.

Verwijzen naar voor Nederlanders nieuwe zaken en begrippen

De belangrijkste reden is dat met leenwoorden verwezen kan worden naar voor Nederlanders nieuwe zaken en begrippen. Er bestaat nog geen Nederlands woord voor deze zaken en begrippen. Zo ontdekten de Nederlanders tijdens hun reizen met schepen van de VOC (in 1602 opgericht voor de handel met Azië) in verre buitenlanden nieuwe producten, planten en dieren. Ze gebruikten voor onbekende dieren in verre landen de leenwoorden poema, jaguar en gazelle. Andere voorbeelden van leenwoorden uit verre landen zijn thee uit het Chinees, bazaar uit het Perzisch, en kaviaar en koffie uit het Turks.

Leenwoorden kunnen een omslachtige omschrijving vervangen

Een andere reden voor het gebruiken van leenwoorden is dat een woord uit een vreemde taal een omslachtige omschrijving vervangt. Enkel voorbeelden van deze leenwoorden zijn snob en Weltschmerz. Vaak is niet duidelijk hoe de betekenis van deze woorden precies moet worden omschreven.

Leenwoorden voorzien in onze behoefte aan synoniemen

Er worden ook woorden uit een andere taal geleend omdat er behoefte is aan synoniemen. Woorden uit een nadere taal drukken soms een bepaalde nuance beter uit. De burgemeester is tipsy klinkt beter dan de burgemeester is beneveld, aangeschoten of dronken

Leenwoorden gebruiken als eufemisme

Woorden uit een andere taal kunnen soms goed gebruikt worden als eufemisme. Tuberculose klinkt netter dan tering, en suicïde klinkt minder erg dan zelfmoord.

Hoe geleende woorden eigen woorden worden

De geleende woorden verliezen vaak hun vreemde uiterlijk, want ze worden aangepast aan de grammatica en het klanksysteem van het Nederlands. Na aanpassing behoren ze volledig tot de woordenschat van het Nederlands. Zo is het woord zolder, afkomstig van het Latijnse woord solarium, in alle opzichten aangepast aan de Nederlandse taal. Het wordt op dezelfde manier verbogen als andere Nederlandse zelfstandige naamwoorden (zolders, zoldertje) en er kan een lidwoord voor worden gezet (de zolder). Ook de klank, spelling en grammatica van leenwoorden als keizer, ontleend aan het Latijn (caesar), peinzen, ontleend aan het Frans (penser), en pienter, ontleend aan het Maleis of het Javaans (pintar), zijn helemaal vernederlandst.

Vreemde woorden en bastaardwoorden

Er zijn ook leenwoorden die niet zijn aangepast aan de Nederlandse taal. Woorden als abattoir, freule en manager verraden door hun uitspraak en spelling nog steeds hun komaf. Deze leenwoorden noemen we vreemde woorden. De spellingsregel is dat vreemde woorden, bijvoorbeeld paella, perpetuum mobile en thriller, de spelling van hun taal van oorsprong (brontaal) behouden.

Wanneer noemen we een woord dat afkomstig is uit een andere taal een bastaardwoord? Als dat woord is aangepast aan de Nederlandse taalregels, maar toch nog iets verraadt van zijn herkomst. De met een c geschreven woorden vacant en insect zijn bastaardwoorden, want in oorspronkelijk Nederlandse woorden en in volledig aangepast leenwoorden komt alleen de spelling met een k voor.

Betekenisontlening en leenvertaling

Woorden kunnen ook nog op een andere manier uit een andere taal worden overgenomen. Achterste (betekenis 'achterwerk') en stem (betekenis 'verkiezingsstem') zijn voorbeelden van betekenisontleningen. Ze zijn ontstaan onder invloed van de Franse woorden derrière en voix.

Vreemde woorden kunnen ook letterlijk worden overgenomen. Dan is er sprake van leenvertalingen. Voorbeelden van leenvertalingen zijn afwezig (Latijnse woord absens), nieuwbouw (Duitse woord Neubau) en luidspreker (Engelse woord loudspeaker).

De afkomst van onze leenwoorden

Het Nederlands heeft woorden geleend uit heel veel verschillende talen. Het is ondoenlijk om ze allemaal op te noemen. De tien belangrijkste leveranciers van leenwoorden: Frans, Latijn, Duits Engels, Italiaans, Spaans, Indonesisch, Jiddisch, Japans en de Slavische talen (met name het Russisch).

Welke taal heeft de Nederlandse taal het meest beïnvloed?

Het Fans heeft de meeste invloed gehad

De top-4 van leenwoorden is dus Frans, Latijn, Duits en Engels. Veel mensen denken dat het Engels de Nederlandse taal het meest heeft beïnvloed. Dat is echter schijn. De meeste Engelse leenwoorden vertoeven pas relatief kort in onze taal. Het aantal Franse, Latijnse, Duitse en Engelse leenwoorden kan in percentages worden uitgedrukt.

PeriodeDuitse leenwoordenEngelse leenwoordenFranse leenwoordenLatijnse leenwoorden
1851-190010%12%44%18%
1901-195015%34%27%10%
1951-20005%66%8%3%

We zien Franse leenwoorden gemakkelijk over het hoofd. Het zijn er echter verrassend veel. In 1999 leverde een analyse van vier pagina's van het NRC Handelsblad niet minder dan 25,2% Franse leenwoorden op.

De toenemende invloed van het Engels

Uit het in percentages uitgedrukte aantal Engelse leenwoorden tussen 1851 en 2000 blijkt dat de invloed van het Engels wel steeds meer toeneemt. De toenemende invloed van het Engels blijkt ook uit het aantal nieuwe leenwoorden, In de negentiende eeuw werden er, zo is te lezen in het Etymologisch woordenboek van Van Dale, ruim 3000 Franse leenwoorden voor het eerst aangetroffen in het Nederlands, tegen 492 Engelse leenwoorden en 393 Duitse lidwoorden. In de twintigste eeuw werden er 1548 Franse woorden voor het eerst aangetroffen, tegen 1697 Engelse leenwoorden en 498 Duitse leenwoorden. Het aantal Franse leenwoorden werd in de twintigste eeuw dus nipt voorbijgestreefd door het aantal Engelse leenwoorden.

Voorbeelden van Franse leenwoorden

De eerste Franse leenwoorden

In de loop der eeuwen zijn veel Franse leenwoorden opgenomen in het Nederlands. De invloed begon al in de twaalfde eeuw. De Vlaamse adel en de stedelijke gegoede burgerij in Vlaanderen, dat een Frans leenwoord was, kende Frans. In de dertiende eeuw, met zijn uit het Frans vertaalde ridderromans, kwamen er honderden Franse woorden terecht in het Nederlands. In de veertiende eeuw, toen het Latijn als schrijftaal vervangen werd door de volkstaal, gebruikten de Franstalige vorsten die toen in de Nederlanden regeerden enige tijd het Frans als officiële schrijftaal. Enkele Franse leenwoorden uit die tijd: blazoen, legende, gouverneur en idee. Franse leenwoorden die ontleend zijn in de middeleeuwen, zoals jolijt (joli) en despijt (despi) werden aangepast aan de Nederlandse taal.

Franse leenwoorden vanaf de Renaissance

Tijdens de Renaissance had het Frans veel invloed op het kunstleven. Van de zeventiende tot in de negentiende eeuw waren de hogere standen vooral gericht op het Frans. Rond 1800 leidde het begin van de Franse tijd, met vernieuwingen als de grondwet en het metrieke stelsel, tot het lenen van veel Franse woorden op het gebied van overheid en staatsinrichting. zoals administratief, arrondissement, instituut en douane. De duizenden sinds de zeventiende eeuw ontleende Franse woorden verraden vaak door hun spelling en uitspraak hun Franse herkomst, zoals pluche, prestige, precair en champagne.

Verzet tegen Franse leenwoorden in Vlaanderen

In Nederland is nooit veel aandacht geschonken aan de Franse leenwoorden. In Vlaanderen reageerde men echter fel op de Franse leenwoorden (ook gallicismen genoemd). Niet verwonderlijk, want Vlaanderen stond lang onder Franse heerschappij en de taalgrens loopt dwars door België. In Vlaanderen ging men Franse leenwoorden vervangen door purismen, bijvoorbeeld het vervangen van envelop door omslag en van paraplu door regenscherm.

Voorbeelden van Latijnse leenwoorden

De oudste Latijnse leenwoorden

Latijnse leenwoorden kunnen heel oud zijn. Het prehistorische Nederlands ontleende al woorden aan het klassieke Latijn van de grote schrijvers en aan het volkslatijn. In de eerste eeuwen van onze jaartelling waren er Romeinse legioenen in ons land. Voor nieuwigheden uit de Romeinse woningbouw werden nieuwe zaken en dus nieuwe woorden overgenomen, zoals bijvoorbeeld een poort (porta) en een muur (murus). De verspreiding van het christendom zorgde ook voor nieuwe leenwoorden. Voorbeelden van ontleningen aan het Latijn uit de tijd van de kerstening: zijn onder andere priester (presbyter), monnik (monachus) en duivel (diabolus).

Latijnse leenwoorden in de vijftiende eeuw

Ook in de tijd van het humanisme, in de vijftiende eeuw, worden er woorden aan het Latijn ontleend. Leenwoorden uit die tijd zijn onder andere poëzie (poësis) en proza (prosa).

Voorbeelden van Duitse leenwoorden

De oudste Duitse leenwoorden

Het Nederlands leende in de zestiende eeuw woorden uit de Duitse soldatentaal, zoals vaandrig (Fahndrig), spies (Spiess) en zwetsen (schwatzen). Ook via een Nederlandse vertaling uit 1562 van de bijbelvertaling van Luther werden er veel woorden ontleend aan het Duits. Veel van de inmiddels ingeburgerde Duitse leenwoorden werden door de vertalers van de Statenbijbel uit 1632 gehandhaafd.

Duitse leenwoorden in de negentiende eeuw

Aan het einde van de achttiende eeuw namen de culturele contacten tussen Duitsland en Nederland toe. Nederlandse letterkundigen hadden belangstelling voor de schrijvers van de Duitse romantiek. Vanaf de negentiende eeuw was men in Nederland steeds meer gericht op de handel en de industrie in Nederland. Het gevolg was heel veel nieuwe Duitse leenwoorden. In de klassieke muziek drongen veel Duitse leenwoorden het Nederlands binnen: operette, volkslied en symfonisch. Ook in de medische wetenschap en in de psychologie drongen veel Duitse leenwoorden binnen: bewusteloos, polikliniek en waanzinnig.

Verzet tegen Duiste leenwoorden

Het Nederlands en het Duits zijn twee verwante talen. Indringers sluipen vaak ongemerkt de Nederlandse taal binnen. In de negentiende eeuw was er al verzet tegen de Duitse indringers. Bekende auteurs als Bilderdijk, Nicolaas Beets en Jacob van Lennep wierpen zich in de strijd. Zo verketterde Bilderdijk 'mofferyen' als nachtelijk en landelijk. De Eerste Wereldoorlog maakte, hoewel Nederland afzijdig bleef, de Duitse taal bepaald niet geliefder. In de Tweede Wereldoorlog, toen ook Nederland bezet gebied was, is de invloed van de Duitse taal gering. De bezetter was niet geliefd en zijn taal dus ook niet.

De geringe invloed van het Duits vanaf de Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog weigerde men om Duitse woorden over te nemen. Duitse leenwoorden, zoals het Duitse woord kwark, werden pas lang na de Tweede Wereldoorlog geaccepteerd. De invloed van het Duits op de Nederlandse taal was ook na de Tweede Wereldoorlog gering, want er bestond nog steeds afkeer tegen de Duitse taal, Duitse leenwoorden, zoals bijvoorbeeld het Duitse woord kwark, werden pas lang na de Tweede Wereldoorlog geaccepteerd. Enkele andere Duitse woorden die na de Tweede Wereldoorlog zijn geleend: gastarbeider, katenspek, sjoemelen en wetenschapper.

Voorbeelden van Engelse leenwoorden

De oudste Engelse leenwoorden

Nederlanders kregen pas laat belangstelling voor de Engelse taal. Heel weinig Nederlanders kenden in de middeleeuwen Engels. In de zestiende eeuw waren er de eerste contacten tussen Nederlandse en Engelse vissers en zeevaarders. Dit leidde tot de eerste leenwoorden. Enkele leenwoorden die in de zeventiende eeuw de Noordzee overstaken naar Nederland: landsman, dreg (drag) en pakketboot (packetboat). In de achttiende eeuw werden er Engelse periodieken, voorlopers van de moderne opinieweekbladen, vertaald in het Nederlands. Er werden Engelse gewoonten, en dus Engelse woorden, overgenomen. Er werd pudding, cake en rosbief (roast beef) gegeten.

Toenemende invloed van de Engelse leenwoorden vanaf de negentiende eeuw

Door de populariteit van de schrijver Walter Scott en de Engelse dichter Byron werden er in de eerste helft van de negentiende eeuw nieuwe leenwoorden aan de Nederlandse taal toegevoegd: dandy, plenty, spirit en snob. In de tweede helft van de negentiende eeuw en in de twintigste eeuw nam de invloed van de Engelstalige wereld op het gebied van politiek, economie en cultuur toe. Het Engels werd een veelgebruikte wereldtaal. Het aantal Engelse leenwoorden in de Nederlandse taal nam snel toe. Deze ontlening van woorden aan het Engels is in Nederland, en ook in veel andere landen, nog in volle gang. Enkele voorbeelden van leenwoorden die stammen uit de periode voor de Tweede Wereldoorlog: budget, meeting, boksen, coach, dashboard en mail.De Tweede Wereldoorlog gaf een stimulans aan het lenen van Engelse woorden. Na de Tweede Wereldoorlog was de vloed van Engelse woorden die over onze taal werd uitgestort niet meer te stuiten.

Tasten de vele Engelse leenwoorden het Nederlands aan?

In 1954 is nog in het tijdschrift Onze taal te lezen dat men gelooft dat de vele Engelse woorden de Nederlandse taal niet zo in haar wezen aantasten als de Duitse invloed. In de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw is er sprake van een toenemend verzet tegen de vele Engelse woorden in het Nederlands. Puristen vrezen dat de vele Engelse leenwoorden het Nederlands zullen aantasten. Volgens deze doemdenkers dreigt het Nederlands zijn identiteit te verliezen. Veel mensen kan het echter weinig schelen. Ze slapen er geen seconde minder om. Gelijk hebben ze, want het aantal gangbare Engelse leenwoorden was eind twintigste eeuw kleiner dan veel mensen denken. In het Etymologische woordenboek van Van Dale is het aantal Engelse leenwoorden 10, 3 procent van het totale aantal leenwoorden. In vier pagina's van het NRC Handelsblad is eind twintigste eeuw 2,3 procent van alle woorden een Engels leenwoord, terwijl het aantal Duitse en Franse leenwoorden dan 2,1 en 25,2 procent bedraagt.

Lees verder

© 2019 - 2024 Pmpaul, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Barbarismen in de Nederlandse taal, uitleg en voorbeeldenBarbarismen in de Nederlandse taal, uitleg en voorbeeldenNederlanders zijn een reislustig volkje. 'Wij spreken onze talen' wordt dan ook vaak gezegd. Ook zijn Nederlanders nogal…
Spaans: UitspraakSpanje, een land wat al geliefder wordt. Een zomervakantie, een paar maanden overwinteren, zelfs emigreren naar Spanje w…
Spaans, Duits, Engels & Frans journaal kijken, Waar kan dat?Spaans, Duits, Engels & Frans journaal kijken, Waar kan dat?Wanneer je het vak Frans, Duits, Engels of Spaans volgt op de middelbare school, en wanneer je hier moeite mee hebt, zou…
Etymologie van fruitEtymologie van fruitFruit is gezond en lekker. Er zijn veel verschillende soorten fruit. We denken er nooit echt bij na, maar waar komen all…

Middeleeuwse literatuur: ridderromansMiddeleeuwse literatuur: ridderromansIn 1150-1250 was het hoogtepunt van de riddertijd. In de literatuur zorgt dit hoogtepunt voor een bloei van de ridderlit…
Elizabeth Barretts liefdessonnetten voor Robert BrowningElizabeth Barretts liefdessonnetten voor Robert BrowningSonnets from the Portuguese is het bekendste werk van de Engelse dichteres Elizabeth Barrett Browning. Deze bundel van 4…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Abdecoral, Pixabay
  • Buger, Peter (1999) Taalboek van de eeuw Sdu Uitgevers, Den Haag ISBN 90-5797-002-3
  • Sijs, Nicole van der (2009) Het verhaal van het Nederlands; een geschiedenis van twalf eeuwen Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam ISBN 979-90-351-3282-5.
  • Vries, Jan W. de (1994) Het verhaal van en taal: negen eeuwen Nederlands Prometheus, Amsterdam ISBN 90-5333-186-7.
Pmpaul (197 artikelen)
Gepubliceerd: 25-10-2019
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Taal
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.