De Kelten: een complex en gevreesd volk
Door andere volken, zoals de Romeinen en de Grieken, werden de Kelten argwanend bekeken. Zij werden barbaren genoemd en zouden een moordzuchtig volk zijn geweest, dat gek was op oorlog voeren. In de ijzertijd domineerde de Keltische beschaving Europa, en ook nu nog is deze cultuur nog niet helemaal verdwenen.
De bloeddorstige Celtae
Het Romeinse rijk dat zich in de 6e eeuw voor Christus vanuit Rome uitbreidde naar de omliggende gebieden, leek een imperium te zijn dat van niets of niemand iets te vrezen had. Maar niets is minder waar. Er bestond een volk waar Rome doodsbenauwd door was: de Celtae, zoals zij hen toen noemden, voor ons bekend als de Kelten. De bloeddorstige Kelten waren, volgens de Griekse geschiedschrijver Diodorus, angstaanjagend om te zien. Ze waren lang en hadden lichtblonde haren, die zij bleekten in gipswater en achterover kamden. Ze droegen bont gekleurde mantels, enkelen hadden bronzen helmen op met horens en anderen droegen ijzeren borstbepantseringen. Omstreeks 400 v. Chr vielen de Kelten Italië binnen, en in 387 v. Chr vond de Galliërcatastrofe plaats: ze versloegen de Romeinen en rukten op naar Rome. De tijd van de Kelten was aangebroken.
Men kan stellen dat de Kelten zowel in de Hallstatt- als in de La Tène periode een grote invloed hadden in Europa. De Hallstatt-periode is de periode waarin de eerste Keltische culturen verschenen, dit was rond 800 v. Chr. in Centraal Europa. Deze periode is vernoemd naar een stad in Oostenrijk waar veel Keltische voorwerpen zijn opgegraven. De tweede periode, de La Tène periode, volgde hier op en was de tijd waarin de Keltische beschaving zich het meest had verspreid. Dit tijdvlak ontleent zijn naam aan de Zwitserse plaats La Tène, waar veel kunstvoorwerpen werden gevonden die door Kelten vervaardigd waren.
Geografie
In de Hallstatt-periode strekte de Keltische wereld zich uit van de Balkan tot aan de Bohemen (een historische regio in Tsjechië) tot aan het zuiden van het tegenwoordige Duitsland. Dit gebied werd tussen 800 en 300 v. Chr. uitgebreid met Turkije, Italië, Spanje, Portugal en Frankrijk, en zelfs Groot-Brittannië en Ierland. De afbeelding links is een kaart van het Keltische imperium. Centraal Europa is het oorspronkelijke Keltische thuisland, maar na de uitbreiding behoorden ook de grijs gekleurde gebieden tot het territorium van de Kelten. De Hallstatt-cultuur werd verdeeld in een oostelijk en een westelijk gedeelte. Het grote verschil lag hier bij de manier waarop de doden begraven werden. In het westen werden mensen van hoge afkomst begraven met een zwaard of een dolk, in het oosten kregen zij een bijl mee. De bijl symboliseerde de macht van de mensen over de natuur. Daarnaast kende het westen begrafenissen waarbij soldaten samen met hun strijdwagen, paard en andere eigendommen werden begraven. In het oosten werden overleden soldaten begraven in volledige wapenuitrusting. Ondanks dat de Kelten een grote invloed hebben gehad op de prehistorie van Europa, kan er niet worden gesproken over een echte Keltische beschaving met culture, psychologische of spirituele kenmerken. Deze kenmerken variëren namelijk per gebied. Op sommige plaatsen was handel erg belangrijk, op andere plaatsen leefden de mensen juist van landbouw of het fokken van vee. De manier van leven werd dus beïnvloed door de belangrijkste bron van bestaan, en werd dus bepaald door historische en geografische omstandigheden. De Hallstatt-cultuur kwam voor in landen als Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Noord-Italië, Tsjechië en Hongarije. Het is ontstaan uit de urnenveldencultuur. Er is helaas vrij weinig bekend over de taal en de denkwereld van de mensen die in deze periode leefden, omdat er geen schriftelijke bronnen zijn gevonden. De La Tène periode kwam voor in Oost-Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Zuidwest-Duitsland, Kroatië, Slowakijke en Hongarije. De La Tène periode kwam voort uit de Hallstatt-cultuur zonder dat er sprake was van een scherpe culturele breuk, onder de drijvende kracht van Mediterrane invloeden uit Griekenland. Er vond een verschuiving plaats van belangrijke vestigingen in de 4e eeuw voor Christus.
Sociale structuur
Bij het onderzoeken van de sociale structuur binnen een maatschappij die heel oud is, is het moeilijk om in te gaan op sociale kwesties als: in hoeverre was er sprake van sociale ongelijkheid, wat voor verschillen waren er tussen man en vrouw en van wat voor leiderschap is er sprake. De bronnen blijken niet volledig te zijn of zijn tegenstrijdig met elkaar.
Er wordt over het algemeen aangenomen dat de stammen waarin Kelten leefden werden geleid door koningen, hoewel sommigen hier tegenin brengen dat er bewijs is dat er zekere regeringsvormen waren, die ontstaan waren in de gebieden vlakbij Rome. Een Keltische samenleving werd in drie groepen verdeeld: de soldaten, de intellectuelen (zoals de druïdes), en de rest van de mensen.
Met het bewijs dat gevonden is, kan men zeggen dat er in de Hallstatt-cultuur geen sociale gelijkheid bestond. Het ene mens had het beter dan het andere. Dit blijkt voorbeeld uit de vondsten van Koningsgraven, die zeer kostbaar zijn zowel om de arbeid die ervoor verricht is als om het gebruikte materiaal. Ook zijn hier dure voorwerpen in gevonden, waarvan sommige geïmporteerd zijn. Ook mensen die rijk waren hadden een mooie grafheuvel en dure grafgiften. De armen onder de mensen moesten het doen met een simpele begrafenis, en kregen een paar symbolische giften of zelfs helemaal niets mee.
Volgens schrijver Diodorus waren de Keltische vrouwen niet alleen even groot als hun mannen, maar ook net zo dapper. Athenaeus van Naucratis beweerde in zijn boek dat de Keltische vrouwen de mooiste zijn van alle barbaarse stammen. Desondanks verkozen de Keltische mannen seksuele verhoudingen met leden van hun eigen geslacht. Homoseksualiteit was niet iets wat in deze tijd onder stoelen en banken werd gestoken. Dat zoveel mannen de voorkeur hadden voor mensen van hun eigen geslacht, komt waarschijnlijk doordat jongemannen dag in dag uit met elkaar moesten paardrijden, jagen, zwaard vechten en dergelijke, waardoor vriendschap omsloeg in homoseksualiteit. Dan rest nog de vraag waar de vrouw precies stond in de Keltische samenleving. Vermoedelijk waren vrouwen voornamelijk gebonden aan de keuken, het vrouwenvertrek en de kinderen, maar er zijn ook bronnen die vrouwen een belangrijker aandeel in de samenleving toekennen. Zo zouden er ook vrouwen zijn geweest die deelnamen aan oorlogen en koningschap. Een vrouw had het recht om te scheiden van haar man wanneer hij niet in staat was te voldoen aan de huwelijkse verplichtingen door impotentie, zwaarlijvigheid, homoseksuele neigingen of wanneer hij een andere vrouw boven haar verkoos. Hierbij claimde de vrouw zelfs zijn eigendommen. Daarnaast genoten vrouwen ook een grote seksuele vrijheid, die bij Romeinse vrouwen in mindere mate aanwezig was.
Wapens en oorlog
De Kelten voerden op een aparte manier oorlog, anders dan de Romeinen hielden ze zich niet aan militaire tactieken. Om te beginnen trokken zij vaak naakt ten strijde, dus zonder enige lichamelijke bescherming. Wanneer ze tegenover hun tegenstanders stonden, kwamen één of meerdere Kelten naar voren om de dappersten van de tegenpartij uit te dagen tot een tweegevecht. Hierbij zwaaien ze met hun wapens om intimiderend over te komen. Als de uitdaging was aangenomen barstten de Kelten uit in woeste zangen, waarin ze refereerden naar hun voorvaderen en hun heldendaden, in een poging de tegenstander schrik aan te jagen. Het was in feite een soort van psychologische oorlogsvoering. Na deze rituelen waren de Kelten nog niet voorbereid. Ze moesten zich nu nog mentaal op de strijd voorbereiden, en dit deden ze door te schreeuwen en hun zwaarden tegen de schilden aan te slaan, zodat hun woede en vechtlust werd aangewakkerd. Dan uiteindelijk vielen de eerste Kelten aan. Ze waren niet alleen te voet, er werd ook gevochten vanaf strijdwagens. Deze werden gewoonlijk door twee man bezet; één mende de paarden, de ander gooide met speren. Waren alle speren opgebruikt, dan sprong de speerwerper van de strijdwagen af om te voet verder te vechten. De cavalerie streed op dezelfde manier: twee ruiters bereden één paard, de ene had de teugels in handen en de andere wierp zijn spiesen. De mannen te voet gebruikten een lans, in het Keltisch de lancia. De punt hiervan was wel een halve meter lang en de lansbladen waren over het algemeen geribbeld, waardoor de stoot niet alleen een diepe verwonding veroorzaakte maar de wond tijdens het terugtrekken van het wapen nog verder opentrok. Toch zal het niet dit wapen zijn geweest die de tegenstanders van de Kelten altijd bij zullen zijn gebleven. Angstaanjagender was namelijk de psychische toestand waarin de Keltische soldaten verkeerden. Zij kookten bijna van woede en vielen aan in een dolle razernij, ze raakten als het ware in een soort gevechtstrance waarbij ze geen angst meer kenden. De Romeinen noemden deze gemoedstoestand furor en hebben hierom de Kelten altijd gevreesd.
Economie
Niet alleen de ontwikkeling van brons naar ijzer vond plaats in de ijzertijd, er waren ook nog andere ontwikkelingen gaande. Er kwamen meer verschillende soorten ijzeren voorwerpen, zoals bijlen, wapens, gereedschap en zagen. Brons werd nog wel gebruikt, bijvoorbeeld voor het maken van munten. In deze periode, en zelfs al daarvoor in de middenbronstijd, werd al gedaan aan mijnbouw. In de mijnen werd voornamelijk zout gewonnen, wat in deze tijd zeer waardevolle handelswaar was. Het was waarschijnlijk dankzij deze zoutwinning dat sommige mensen zich zo’n rijke begrafenis konden veroorloven. Er zijn mummies van verongelukte mijnwerkers gevonden in de 18e eeuw, maar deze zijn verloren gegaan. Omdat leer en textiel in de zoutmijnen bewaard zijn gebleven, weet men nu dat de mijnwerkers in die tijd gekleed gingen in wollen onderkleding, met daaroverheen een leren overkleed. Deze kleding was waarschijnlijk al eerder gebruikt en ging daarna als tweedehands kleding door naar de mijnwerkers, die het gebruikten om in te werken. Zo werkten ze ook wel eens in afgedankte, maar prachtige kledingstukken. Er zijn ook talloze schoenen gevonden van mijnwerkers. Aan de hand van de maten hiervan weten we nu dat er niet alleen volwassenen in de zoutmijnen werkten, maar ook kinderen van verschillende leeftijden. De mijnbouw werd op een professionele manier uitgevoerd, aangezien mensen hier hun brood mee verdienden. De land- en bosbouwgebieden die om de mijnen lagen leverden hout, leer en voedsel. Er werd ook ijzer gedolven, maar dit lijkt geen handelswaar te zijn geweest. Voor de productie van brons is koper en tin nodig, dit moest geïmporteerd worden. Er is bewijs dat de Kelten handel dreven met de Grieken, omdat er in een graf van een elite een Attische zwarte pot is gevonden. Deze was waarschijnlijk geïmporteerd via Marseille, wat toen nog Massilia heette. Andere producten die werden geïmporteerd waren amber, ivoor en waarschijnlijk ook wijn. Rode verf werd uit het zuiden ingevoerd. Het materiële gedrag van de mensen in het westelijke gedeelte was blijkbaar voldoende om een stabiel sociaal en economisch gebied te bewerkstelligen. De stichting van Marseille en de doorbraak van de Grieken en de Etruskische cultuur zorgden voor handelsrelaties en brachten veranderingen aan in Hallstatt vestigingen op sociaal en cultureel gebied. Het was pas echt in de La Tène periode dat de economie van de Kelten tot bloei kwam. Rond de 5e eeuw v. Chr. zocht het centrum van de Keltische macht een andere plek op. Hierdoor kregen de Kelten beter beschikking over de handelsroutes die door de Alpen liepen en naar de steeds machtiger wordende Etruskische steden leidden.
Kleding
Tijdens de ijzertijd droegen de Kelten over het algemeen hemden of tunieken met lange mouwen en lange broeken. Deze broeken werden door de Romeinen braccae genoemd, dit is een Latijnse benaming voor een broek gemaakt van wol. De Keltische broeken werden vastgemaakt met een touwtje en reikten minimaal tot de knie en maximaal tot de enkels. Logischerwijs werd de laatste variant het meest gedragen in het koudere noorden. Naast wol gebruikten de Kelten ook linnen voor het maken van kleding, de rijkeren lieten ook zijde in hun kleding verwerken. Mantels werden gedragen in de winter. Sieraden zoals armbanden en broches mocht voornamelijk voor de rijkeren niet ontbreken. Het meest populaire sieraad was de torc, dat al gedragen werd in 800 v. Chr. De torc is een uit edelmetaal gesmeden halsband of armband, meestal gevlochten en gedraaid waardoor de knopen aan de uiteinden elkaar bijna raken.
© 2009 - 2024 Claire, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Keltische volkerenDe Kelten werden gevormd door verschillende stammen en volkeren die één ding met elkaar gemeen hadden: de Keltische taal…
De Keltische cultuurDe Keltische cultuur vond zijn oorsprong in de Romeinse tijd. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen over de Kelten. Waar…
Chinese theeceremonieEen eeuwenoude traditie uit de chinese cultuur is het drinken van thee. De theeceremonie is het ritueel van de zorgvuldi…
Bronnen en referenties
- De Kelten – Gerhard Herm
- De Kelten: leven, mythes en kunst – Judy Dean
- De Kelten – Frank Delaney
- De Kelten – Gerhard Herm
- http://en.wikipedia.org/wiki/Main_Page
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina