Wie zijn de Kelten? Van de Hallstattcultuur tot La Tène
Wie zijn de Kelten? Wanneer we ons deze vraag stellen, moeten we ons niet laten beïnvloeden door het beeld van Asterix die op everzwijnen jaagt en Obelix die overal zijn menhir meesleurt. Er zit namelijk 2000 jaar tussen megalieten bouwwerken en de eerste Kelten. Kelten uit onze streken waren niet echt jagers maar eerder veehouders en landbouwers. Omdat de Kelten alle kennis mondeling doorgaven, op enkele inscripties na, is men afhankelijk van materiële bronnen en geschreven bronnen van andere volkeren. Maar toch kan men een mooi beeld scheppen van wie die Kelten nu werkelijk zijn.
Het ontstaan van de Kelten: een korte geschiedenis
In het eerste millennium voor Christus bezetten de Kelten een groot deel van Europa. Hun vestigingen gebeurde langzaam, op verschillende momenten naargelang de streken. Hun oorsprong is echter nog niet gekend. De Grieken waren de eersten die de aanwezigheid van de Kelten vermelden omstreeks 500 voor Christus. Archeologische bronnen wijzen er echter op dat hun oorsprong al veel verder reikt en teruggaat tot de 8e eeuw voor Christus. Deze datum komt overeen met wat archeologen het IJzertijdperk noemen.
De vroege IJzertijd (800-480- v.Chr)
Hallstattcultuur
In dit tijdperk, ook wel de Hallstatt-periode genoemd, verspreidde de ijzermetallurgie zich in onze streek. Eerst diende het ijzer om er prestigieuze objecten mee te maken, vooral wapen, bestemd voor de elite. Deze edelen, ook wel prinsen genoemd door de archeologen, verrijkten zich door handel te drijven met mediterrane steden. Ze dreven eerst handel met de Grieken maar al snel volgden ook de Etrusken. Men bouwde prinselijke residenties op heuveltoppen om de circulatie van de handelswaren te kunnen controleren. Deze edelen lieten zich begraven op een luxueuze manier.
Economisch bestaan van de Kelten
Het grootste deel van de bevolking was echter landbouwer of veehouder die leefden in gehuchten of in boerderijen die her en der verspreid waren. Ambachtslui zoals wevers, bronsgieters en pottenbakkers hadden zich ondertussen gespecialiseerd en kon men eveneens aantreffen in de Keltische maatschappij. Tussen al deze specialisten moesten de smeden, die de fabricatiegeheimen van ijzer kenden, een bijzondere plaats innemen. IJzer was veel sterker dan brons en koper en dus ontzettend populair.
In de 6e eeuw voor Christus kende de Keltische beschaving een wijde verspreiding. Men vindt er in talrijke regio’s sporen terug van de Kelten. Van het Spaanse Iberische schiereiland tot in Oostenrijk en van de Britse eilanden tot in Noord-Italië. Hallstatt was vooral belangrijk omdat het de plaats was waar de Kelten de zoutmijnen uitgebaat hadden.
De late IJzertijd (480- 27 voor Christus)
La Tène-cultuur
Deze periode heet men ook wel de La Tène-periode, genoemd naar het meer van Neuchâtel in Zwitserland waar men heel wat spullen van de Kelten heeft opgevist. Deze spullen tonen onmiddellijk een verandering bij de Kelten. De meeste prinselijke residenties waren verlaten en nieuwe ‘chefs’ namen de macht. Ze waren talrijker maar lieten minder luxueuze graven achter. De aanwezigheid van veel verschillende groepen kon worden vastgesteld en behoorden allen waarschijnlijk tot een politieke eenheid. In de loop van deze periode wordt het gebruik van ijzer algemeen.
Migraties gaan gepaard met geweld
Bij het begin van de 4e eeuw voor Christus komt er wellicht door een te groot bevolkingsaantal beroering in de Keltische wereld. Veel groepen migreerden zowel binnen als buiten Keltisch Europa. Hun contacten met andere volkeren verliep vaak brutaal. Diegene die naar Noord-Italië trokken veroverden in 387 voor Christus Rome. Anderen vestigden zich in de Donau regio’s. In 278 voor Christus onderneemt een groep zelfs een raid op Delphi, het beroemdste heiligdom van de Griekse wereld. Nog anderen trokken de Bosphorus over en vestigden zich in Klein-Azië. In het Westen ten slotte bereikten de Kelten de Britse eilanden. Duizenden anderen werden in de mediterrane legers ingelijfd als huursoldaten.
De grootste expansie wordt bereikt in de 3e eeuw voor Christus. Op dat ogenblik bezetten ze Europa, vanaf Portugal in het westen tot Klein-Azië in het oosten. De Keltische wereld, die samengesteld is uit onafhankelijke groepen, is gekenmerkt door een gelijkaardige taal, levenswijze, economie, kunst en religieuze praktijken.
Bloeiende handel
Als goede landbouwers produceren ze voldoende om hun overschotten te kunnen ruilen. De ambachtslui, in het bijzonder de metaalbewerkers, zijn befaamd voor hun vakmanschap. Er bestaat een bloeiende handel en in de 3e eeuw voor Christus beginnen de Kelten muntstukken te slaan. Ze bouwen ook versterkte nederzettingen die nu eens politieke, dan weer religieuze of economische centra zijn. In deze periode leren we de namen van de volkeren kennen, zoals Terveri, Eburones, Nervii, …
Van de veroveringen tot het Gallo-Romeinse tijdperk.
Keltische rijkdommen trekken andere volkeren aan!
De Keltische rijkdommen, in manschappen en in goederen, trekken de buurvolkeren aan en in het bijzonder de Romeinen die vanaf de 3e eeuw voor Christus geleidelijk aan Noord-Italië veroverden, vervolgens de mediterrane kusten van Spanje en het zuiden van Gallië. In 58 v. Christus begint Julius Caesar met de veroveringen van Gallië. Deze verovering zal verscheidene jaren duren want de Kelten bieden weerstand in Gallië. De verovering wordt echter wel vergemakkelijkt door de organisatie in Gallië zelf waar de Romeinen wegen en bevoorrading aantroffen. De naam Gallië werd afgeleid van het woord Galaten, de Griekse naam voor Kelten. Kelten, Galaten en Galliërs maakten dus deel uit van dezelfde beschaving.
Lees verder