De geschiedenis van de Inka’s
De inka´s, een machtig volk dat leefde in het westelijk deel van Zuid-Amerika. In 1300 voor Chr. Waren de Inka’s een kleine, onbeduidende stam, zoals er zo veel waren in dat gebied. Echter in de 200 jaren er na, tot hun val in 1532, groeide ze uit tot een van de machtigste volken uit de geschiedenis. Hun rijk was maar liefst 2.000.000 km2 groot en telde meer dan 12 miljoen inwoners.
De oorsprong
Ongeveer 50.000 jaar geleden kwamen de eerste mensen naar Noord-Amerika. Ze kwamen vanuit Azië en via Alaska die in die tijd verbonden waren met een strook land. Rond 10.000 voor Christus kwamen hun nakomelingen in Zuid-Amerika aan. Het westen van Zuid-Amerika is een dorre, bergachtige streek. Het Andes-gebergte doorloopt het gebied. Hierdoor waren er maar enkele gebieden waar overleven mogelijk was. Deze gebieden waren de rivierdalen. Langs de rivieren in Peru ontstonden kleine gemeenschappen, stammen. Een van deze stammen was de Inka-stam. De stam noemde zichzelf
Quechua. Ze hadden hun eigen taal, die ook
Quechua genoemd werd. De naam Inka komt uit de taal Quechua. Het betekend ‘heer’. Hoewel de leden van de stam hiermee alleen hun heersers bedoelden, noemen wij iedereen die onder deze stam viel, Inka. Aangenomen wordt dat de Inka’s zich vestigde in een vallei, hoog, in de Andes. Daar stichtte zij rond 1300 na Chr. de stad Cuzco. Deze stad werd hun hoofdstad.
De Sapa Inka
De vorst bij de Inka’s was de Sapa Inka. Deze titel ging over van vader op oudste zoon. De Sapa Inka werd door zijn volk gezien als afstammeling van de zon. Dit maakte hem een god. Zijn volk volgde alle instructies van hun heerser op. De Sapa Inka leidde een luxe leven. Hij at van gouden borden, hij zat op een gouden troon. Hij had de mooiste kleding. Als hij spuugde, ving een dienares zijn speeksel op en als er een haar op zijn kleding viel, haal een dienares hem weg en at hem op. Hoewel hij zelf baadde in luxe, was hij ook erg goed voor zijn eigen volk.
De Sapa Inka trouwde met zijn oudste zus. Zij werd vorstin en werd ‘Coya’ genoemd. Buiten zijn zus had de Sapa Inka nog meerdere vrouwen. Doordat hij meerdere vrouwen had en ook bij al deze vrouwen kinderen, was het aanwijzen van de oudste zoon niet al te makkelijk. De Sapa Inka wees dan ook altijd zelf, voor zijn sterven, zijn opvolger aan.
Macht
In 1438 kwam Inka Pachacuti aan de macht. Onder zijn leiding begonnen de Inka’s hun grondgebied in ras tempo uit te breiden. Hij is dan ook de bekendste Sapa Inka. Pachacuti moet een geniaal heerser zijn geweest. De stammen die de Inka’s wilden veroveren woonden allemaal verspreid in het Andes-gebied. De stammen konden dus niet samenspannen. De Inka’s konden de stammen een voor een oppikken. Na elke verovering werd het legen groter en machtiger.
De soldaten droegen tunieken van gevoerde katoen, helmen van hout en platen van keihard chonta-hout op hun rug. Ze vochten van man tegen man met strijdknotsen. Deze waren een meter lang, met aan het uiteinde een zware bronzen of stenen stervormige kop. Ook vochten ze met speren. Het leger was ook perfect georganiseerd. Zo werden ze ondersteund door een systeem voor bevoorrading. Ze droegen gedroogd voedsel met zich mee op lama’s. Deze lama’s konden later ook weer worden geslacht.
Terwijl het leger hun gebied uitbreidden legden de Inka’s een uitgebreid wegennet aan, bouwden pakhuizen en forten. Het wegennet was groter dan die van de Romeinen. Pachacuti maakten ook wetten en straffen waar het volk zich aan moest houden.
Het leven in een Inka-stam
De kleine stammen die veroverd werden door de Inka’s moesten voor die tijd heel hard werken om in leven te blijven. Onder de Inka’s kwamen ze in een goed georganiseerd rijk en hadden we het redelijk goed. De volken van de Inka’s werden verdeeld in zogenaamde
ayllu. Vaak bestonden deze ayllu al voordat de inka’s ze veroverden. De allyu’s werden ingedeeld naar leefgebied, zo bestond de hoofdstad Cuzco uit één allyu. Aan het hoofd van een allyu kwam een leider te staan. Elke allyu was verantwoordelijk voor zijn eigen grondgebied. De grond werd onderverdeeld onder de leden van de allyu. In praktijd betekende dit dat elk echtpaar een lap grond van ongeveer 100 bij 50 kreeg, de grootte was afhankelijk van de grootte van de familie. Elke familie moest ook een soort belasting betalen. Een gedeelte van hun lang en de opbrengst hiervan ging naar de Sapa Inka, een ander deel was voor de Zonnegod. Tevens moesten ze belasting in de vorm van diensten betalen, dit werd
mit’a genoemd. Mensen moesten het leger in of aan bouwprojecten van het rijk deel nemen. Om te bepalen wie wat moest doen, werd de bevolking ingedeeld in verschillende categorieën. Ze werden ingedeeld op geslacht en leeftijd. Per categorie was vastgesteld welk soort werk ze moesten doen. Zo werd een man tussen de 25 en 50 jaar als ‘gezond’ aangemerkt. Hij moest zwaar werk doen. Een vrouw tussen de 16 en 20 jaar werd ‘coca-plukker’.
De Inka hadden ook aan de oudere in de maatschappij gedacht. Zodra ze boven de 60 waren werden ze als onproductief gezien. Deze mensen werden verzorgd en als ze eten of kleding nodig hadden mochten ze deze halen bij de pakhuizen.
De val van het Inka-rijk
In 1953 kwam een Spaans schip met Spaanse soldaten binnenvaren in een van de Inka havens. Het legertje van rond de 200 man stond onder leiding van Franscisco Pizarro. Hij was door de koning van Spanje benoemd tot gouverneur van Peru. Zuid-Amerika was nog maar net ontdekt en de Spanjaarden wisten weinig van de Inka’s. Pizarro was uit op macht en goud.
Op dat moment waren de Inka’s al verzwakt. In 1527 werd de toenmalige Sapa Inka, Huayna, ziek. Hij had waarschijnlijk de pokken. Een ziekte meegebracht door de Europeanen. De Inka’s hadden geen weerstand tegen deze onbekende ziekte. 250.000 Inka’s stierven. Ook Huayna stierf, maar zonder een opvolger aan te wijzen. Er ontstonden twee partijen. Een deel van de bevolking wilde dat zijn oudste zoon van hem met zijn coya heerser werd. Een andere deel zag liever Huayna’s oudste zoon Atahuallpa als opvolger. Er ontstond een burgeroorlog, vele Inka’s vonden de dood. Atahuallpa won de oorlog en werd de nieuwe Sapa Inka, aanhangers van de tegenpartij werden vermoord.
Toen Pizarro aan land was gekomen, verzocht hij Atahuallpa om bij hem te komen. Atahuallpa verscheen in zijn gouden draagstoel. De Spaanse soldaten hadden echter een hinderlaag voor hem klaarliggen. De Spanjaarden verstopten zich totdat Atahuallpa op het plein was, toen gaf Pizarro een sein. De soldaten vielen Atahuallpa met hun stalen wapens en kanonnen aan. Atahuallpa werd gevangen genomen. De Inka’s waren beroemd om hun georganiseerdheid, echter op dat moment werkte hun organisatie tegen hen. De Inka’s waren gewend bevelen op te volgen. Echter met een Sapa Inka in het gevang, wisten ze niet wat ze moesten doen. Het gevolg: Ze deden niets.
Machu Picchu
In Peru zijn overblijfselen van een Inka stad gevonden. Deze stad lag hoog in de bergen en was alleen bereikbaar via een steile weg. De Spanjaarden hebben deze stad nooit gevonden en daarom is hij nog in de originele staat. Hij staat zelfs in de lijst van de 7 moderne wereldwonderen.