Christiaan VII van Denemarken, de schizofrene koning
Het boek 'Het bezoek van de lijfarts' en meer recent de film 'A Royal Affaire' hebben de geschiedenis de Deense koning Christiaan VII ook in Nederland voor het voetlicht gebracht. Christiaan VII regeerde officieel van 1766 tot 1808, maar was mede vanwege schizofrenie niet in staat om zijn taak uit te voeren.
Christiaan VII
Christiaan VII werd op 29 januari 1749 geboren in Kopenhagen. Als zoon van koning Frederik V had hij weinig van zijn vader te verwachten. Deze verwaarloosde niet alleen zijn zoon, maar ook zijn taken als Deens alleenheerser. De koning liet alle staatszaken over aan Adam Gottlob Moltke, die zich zodoende ook met de opvoeding van de kroonprins moest bemoeien. De leraren hadden het niet makkelijk met de jonge Christiaan, hij was ongeconcentreerd, angstig en kon agressieve buien hebben. Toen hij als jongen van 17 de Deense troon besteeg, waren er verschillende hovelingen die, in hun jacht op een hoge positie, bij de koning in het gevlei probeerden te komen. De jonge koning schiep er echter genoegen in om de mensen die hij pas had gepromoveerd ook als eerste weer te ontslaan.
Huwelijk
In het jaar van zijn troonsbestijging trouwde Christiaan met prinses Caroline Mathilde van Groot-Brittannië, de zus van de Britse koning George III. Het huwelijk stelde weinig voor, maar resulteerde in 1768 wel in de geboorte van een kroonprins, de latere Frederik VI. De koning en de koningin gingen nauwelijks met elkaar om, maar tolereerden elkaars aanwezigheid. Liever zocht Christiaan het gezelschap van prostituee Anne Cathrine Benthagen, met wie hij het nachtelijke Kopenhagen letterlijk onveilig maakte. Dit ging op een gegeven moment zo ver dat de stadswachten, die moesten instaan voor de veiligheid van de burgers, het hof verzochten om de koning in te tomen. Het hof ondernam onmiddellijk actie door Benthagen uit de hoofdstad te verbannen.
Struensee
Om de onrustige koning te laten bedaren, werd hij in juni 1768 met een groot gevolg op reis gestuurd naar Duitsland, Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk. In het openbaar slaagde de koning erin om een zekere waardigheid uit te stralen, maar achter de schermen sloeg hij alles kort en klein. Slechts één persoon bleek in staat het vertrouwen van de koning te winnen en hem te kunnen bedaren; de Duitse arts Johann Friedrich Struensee. Dit resulteerde in januari 1769 in een vaste aanstelling aan het hof als koninklijk voorlezer, een titel die moest verhullen dat Struensee's eigenlijke taak lag bij het behandelen van de zieke koning. Vanuit deze vertrouwenspositie groeide Struensee door naar de functie van geheimraad van de koning en werd op deze manier de feitelijke alleenheerser van Denemarken. Samen met zijn vertrouweling Enevoldt Brandt introduceerde Struensee, ingegeven door de Verlichting, een hele reeks hervormingen in het feodale Denemarken. In zijn enthousiasme vergaloppeerde de arts zich; er bleek geen draagvlak zijn voor zoveel veranderingen in één keer.
Johann Friedrich Struensee
Val
De oppositie tegen Struensee groeide en in januari 1772 werd hij ten val gebracht door een groep rond koningin-weduwe Juliana Marie (de tweede vrouw van Frederik V) en haar zoon erfprins Frederik. Johann Struensee en Enevoldt Brandt werden wegens majesteitsschennis ter dood veroordeeld en op 28 april 1772 onthoofd op het Østerfælled in Kopenhagen, niet ver van de plek waar zich tegenwoordig het Parken-stadion bevindt.
Caroline Mathilde
Struensee was niet alleen opgeklommen naar de hoogste regionen van de macht, hij was ook de minnaar geworden van de toen 19-jarige koningin Caroline Mathilde, die binnen haar huwelijk niet op liefde of genegenheid hoefde te rekenen. Algemeen wordt dan ook aangenomen dat prinses Louise Augusta, geboren in 1771, een dochter van Struensee was. Na de val van Struensee werd ook Caroline Mathilde gevangen genomen. Nadat ze haar ontrouw had toegegeven, werd het huwelijk tussen Christiaan en Caroline ontbonden. Via het slot Kronborg, ten noorden van Kopenhagen, werd zij naar Celle (Duitsland) gebracht, waar ze tot haar vroege dood in 1775 zou verblijven.
Een tweede coup
Struensee was van het toneel verdwenen en het vacuüm dat na zijn arrestatie achterbleef, werd opgevuld door Ove Høegh Guldberg. Deze theoloog en historicus was door koningin-weduwe Juliana Marie en erfprins Frederik naar voren geschoven. Høegh zou enkele jaren namens de verwarde Christiaan VII regeren en veegde alle hervormingen die onder Struensee waren ingevoerd resoluut van tafel. Intussen bereikte kroonprins Frederik in 1781 de leeftijd dat hij als regent voor zijn vader kon optreden. Høegh en de koningin-weduwe deden aanvankelijk of hun neus bloedde, maar drie jaar later werd Høegh Guldberg door middel van een coup alsnog afgezet. Hoewel hij 'alleen' regent was, begon met deze machtsoverdracht de regeerperiode van Frederik VI, die tot zijn dood in 1839 zou voortduren.
Intussen was Christiaan VII in naam nog altijd de feodale heerser van Denemarken. De koning, die na de brand in het koninklijk paleis
Christiansborg in 1794 op
Amalienborg ging wonen, werd op 13 maart 1808 in Rendsburg (Sleeswijk-Holstein) getroffen door een beroerte en overleed. Hij werd begraven in de kathedraal van Roskilde.
De huidige Deense koningin is een nazaat van Christian VII. Over de vijf laatste Deense vorsten gaat
deze special.
Lees verder