Boek schrijven: voorkom clichés in je eerste hoofdstuk
Wanneer je een boek wilt schrijven, dan is het eerste hoofdstuk ontzettend belangrijk. Het eerste hoofdstuk wordt immers als eerste gelezen door je lezers. Is het eerste hoofdstuk leuk? Dan leest de lezer door, maar als het niet interessant of cliché is, dan wordt het verhaal ook zo weer weggelegd. Zeker als je indruk wilt maken bij een uitgever, zodat je boek uitgegeven zal worden, is het belangrijk om te voorkomen dat je boek begint met een vervelend cliché. Welke clichés kun je het beste voorkomen wanneer je een boek aan het schrijven bent?
Eerste hoofdstuk van een boek schrijven
Het eerste hoofdstuk van een boek is ontzettend belangrijk. Je start er de toon van je verhaal mee en ook zal de lezer meteen zien wie de hoofdpersonen zijn en wat de setting van je verhaal is. Ook is het eerste hoofdstuk natuurlijk vooral voor de lezer belangrijk. Zonder een goed eerste hoofdstuk, zal de lezer niet verder lezen. Lezers bekijken bijvoorbeeld een boek in de boekhandel, lezen een stuk van het eerste hoofdstuk, en als ze dat niet leuk vinden, leggen ze het weer weg. En nog belangrijker is misschien wel het oordeel van een uitgever. De meeste uitgevers zullen de eerste hoofdstukken lezen en daarnaast je synopsis. Zelden wordt het hele manuscript gelezen. Het is dus belangrijk om op te vallen. De meeste auteurs vinden het dus erg belangrijk om een goed eerste hoofdstuk te schrijven. Ze proberen dan ook te voorkomen dat het boek begint met een cliché.
Wat is er slecht aan clichés?
Een cliché betekent dat iets al heel vaak gedaan is. Dit hoeft niet meteen slecht te zijn, maar kan de lezer wel het gevoel geven dat ze het boek al kennen of zelfs kunnen voorspellen welke kan het op gaat. Clichés kunnen een meerwaarde geven aan een boek, maar in veel gevallen is het aan te raden om ze te voorkomen. Je wilt immers vooral een origineel boek hebben, en niet dat het een slecht aftreksel is van meerdere boeken bij elkaar. Je valt er niet mee op en de kans is groot dat een uitgever je manuscript zal afwijzen, omdat jouw begin al zó ontzettend vaak is gedaan.
Welke clichés wil je voorkomen in je eerste hoofdstuk?
Er zijn veel situaties die vaak voorkomen in een eerste hoofdstukken. Het is dus verstandig om deze te voorkomen. Welke clichés zijn er en waarom moet je deze voorkomen?
Wakker worden en dromen
Het klinkt logisch om je verhaal te laten beginnen bij het opstaan in de ochtend. Het is immers het begin van de dag én het begin van je verhaal. Het probleem is alleen dat er ontzettend veel boeken beginnen bij het opstaan. Is het daarnaast echt nodig om het hele ochtendritueel te beschrijven? Hetzelfde geldt voor dromen. Heel veel boeken beginnen met een droom – of met iemand die ontwaakt uit een droom, en dit is niet het meest originele begin. Soms kunnen dromen er zelfs voor zorgen dat je begin verwarrend is voor de lezer.
Een achtervolging
Wanneer je een begin beschrijft van een boek, en wilt dat de lezer meteen het verhaal in wordt gezogen, dan kun je ervoor kiezen om te beginnen midden in een spannend stuk. Het komt erg vaak voor dat het eerste hoofdstuk van een manuscript begint midden in een achtervolging. De hoofdpersoon vlucht weg van iemand, of is juist degene die achter iemand anders aan zit. Klinkt spannend, maar omdat het zo veel is gedaan, zullen er veel lezers zijn die op dit punt het boek weer dichtslaan. Een achtervolging als begin kan wel, maar zorg er dan voor dat het echt origineel is én dat het een meerwaarde heeft voor de rest van het verhaal.
Spiegel
In het eerste hoofdstuk is het van belang dat de lezer een goed beeld krijgt van de hoofdpersoon. Hoe ziet hij of zij er uit? Wat zijn herkenbare kenmerken? Veel auteurs kiezen ervoor om de hoofdpersoon zichzelf te laten bekijken in de spiegel. Dit gebeurt vooral in het eerste hoofdstuk. Deze manier van karakterbeschrijving kan als storend worden ervaren, omdat het zo ontzettend vaak wordt gedaan. Uitgevers kunnen een manuscript hier zelfs op afkeuren, omdat het behalve cliché, ook storend kan zijn. Bedenk je goed dat mensen vaak niet in de spiegel kijken en denken aan hun haarkleur of kleur ogen. Een beschrijving via een spiegel, is dus in de meeste gevallen nog onrealistisch ook.
Een flashback of flash forward
Bij een flashback kijk je terug in de tijd. De lezer komt dan bijvoorbeeld te weten wat zich jaren geleden afspeelde. Bij een flash forward kijk je juist een stukje in de toekomst. Dit wordt vaak toegepast om te laten zien wat er later in het boek zal gebeuren. Het kan worden gezien als een manier om extra spanning op te bouwen. Zowel de flashback als de flash forward worden erg vaak in boeken gebruikt en het kan dus voorkomen dat jouw flashback of flash forward als cliché wordt gezien. Bij beide gevallen is het daarnaast goed mogelijk dat je te veel van het verhaal verklapt. Bedenk je dus goed of dit is wat je met je verhaal wilt.
Familiesituaties
Om alle personages goed te leren kennen, kan de hoofdpersoon in het eerste hoofdstuk samen zijn met zijn of haar familie, bijvoorbeeld tijdens een feest of familiedag. Zo weet je als lezer precies wie de broers en zussen zijn en hoe hun relatie eruit ziet. Dit soort introducties kun je ook zien met vrienden, bijvoorbeeld in een café. Het grote nadeel aan deze situaties, is dat het al snel een infodump wordt. Vooral als er veel personages zijn, met allemaal een eigen achtergrondverhaal, kan het al snel te uitleggerig óf te verwarrend worden. Daarnaast wordt het ontzettend vaak in manuscripten en boeken toegepast.
Leer clichés herkennen
Om te voorkomen dat het eerste hoofdstuk van je manuscript een cliché wordt, is het belangrijk dat je clichés leert herkennen. Dit doe je, door ontzettend veel te lezen. Hoe meer je leest, hoe meer je in gaat zien welke situaties vaak in boeken voorkomen en welke situaties een stuk origineler zijn. Het kan ook helpen als je mensen je manuscript laat lezen. Als je kritische proeflezers hebt, dan wijzen zij je op de clichés die in je eerste hoofdstuk zitten.
Lees verder